bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Bijwoord He drives quickly. ‘quickly’ zegt iets over…?
Advertisements

1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
Voltooid tegenwoordige tijd
A/AN Review. HOW DOES IT WORK? Op elke dia krijg je zometeen een vraag te zien. Vervolgens staan daaronder twee of drie antwoordmogelijkheden. Deze antwoordmogelijkheden.
Instructie grammatica
Past Simple – Past Continuous
Stepping Stones II Chapter 6 Grammar.
Grammar Chapter 5 Grammar 1 …self / …selves en each other.
Instructie grammatica
Engels periode 3 en 4 MOH 2 en MOH 3.
Everything you need to know for your test in the test week!
Adjectives and Adverbs
Present simple & continuous
Woordvolgorde met woorden van tijd
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Adverb = bijwoord (beschrijft bijvoeglijk naamwoord of werkwoord)
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
Definities: Present Simple en Past Simple
She is beautiful/beautifully.
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.1: Present Simple
Plaats van always (altijd), usually (meestal), often (vaak), normally(normaal gesproken), never (nooit) Bijwoorden als always, usually, often, normally.
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Question tags.
Allesvoorengels.nl. 1. Hoe maak je vragen in de Past Simple? 2. Oefeningen 3. Samenvatting allesvoorengels.nl.
Ontkenningen in de Past Simple
Present Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen aangeplakte vragen? 2. Aangeplakte vragen na am, is, are, can, could, will, have 3. Aangeplakte vragen na andere.
PAST CONTINUOUS TWAN FRIELING MARIJE VAN DEN HONDEL ANISHA DE VRIES.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden? 2. Wat zijn bijwoorden? 3. Oefening 4. Hoe maak je bijwoorden? 5. Samenvatting allesvoorengels.nl.
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
De Onvoltooid Verleden Tijd
Bijwoorden van tijd allesvoorengels.nl.
Past Simple (v.t.) onRegelmatige werkwoorden allesvoorengels.nl.
Present Simple (t.t.) allesvoorengels.nl.
Toekomende tijd: met “going to”
This is my brother. He lives in London.
Adjectives Big vs Enormous.
Simple en continuous tenses
Present simple Grammar.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Dictionary Skills!?.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Past Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Hulpwerkwoorden Hoofdwerkwoorden vs hulpwerkwoorden
Vragen in de Past Simple (V.t.)
Grammar in a Nutshell Skills 1.
New Interface Grammar: Unit 1.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Toekomende tijd: met “will”
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Who/which voornaamwoorden
THEME 12 TOPIC 1 Repetitie Theme 12.
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Hoe maak je zinnen vragend in het Engels.
Gerund or Infinitive 6.4.
Adverbs and Adjectives
Transcript van de presentatie:

bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden Adverbs & Adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

Adjective = bijv. naamwoord Zegt iets van een zelfstandig naamwoord Staat vóór het zelfstandig naamwoord. a red door a blue flower an angry bird a green man

Adverb = bijwoord Zegt iets van een werkwoord Eindigt vaak op –ly Geeft informatie over HOE het gebeurt Staat achter het werkwoord, of achteraan de zin They walk slowly. He sings terribly. It hurts badly. He teaches very well.

Adverb = bijwoord Het bijwoord kan ook iets over een ander bijwoord zeggen Het kan ook een bijvoeglijk naamwoord versterken terribly slowly. awfully ******* very sad Incredibly handsome

Van bijv nw. naar bijwoord beautiful  beautifully bad  badly slow  slowly Uitzonderingen: good > well Welke nog meer? bijv. nw + ly = BIJWOORD

bijv. nw. & bijwoord zijn hetzelfde De uitzonderingen cheap > cheap early > early fast > fast hard > hard high > high low > low straight > straight bijv. nw. & bijwoord zijn hetzelfde

Spellingsregels Als het bijv. nw. eindigt op een van de volgende uitgangen krijg je geen +ly, maar iets anders… ic > ally (fantastic > fantastically) y > ily (easy > easily) e > y (terrible > terribly)

Wanneer geen bijwoord? Bij koppelwerkwoorden gebruik je geen bijwoord, bijvoorbeeld bij to be Ook zintuigen verdienen geen bijwoord Pizza tastes delicious. That skunk smells terrible. This guitar sounds amazing! Your marks look bad…

Let’s get to work Justin Bieber is a terrible singer. He sings ______________. Mr T is an ____________ guitar player. He plays the guitar amazingly. My mother’s a slow learner. She learns very ___________. My dad is an angry man. He often reacts very ____________. 5. My new phone is fantastic. It always works ______________.

Samengevat Bijv. naamwoorden: zeggen iets van een zelfstandig naamwoord staan vóór het zelfst. nw. je kunt ze ombouwen tot bijwoord Bijwoorden: zegt iets van een ww eindigt vaak op ly staat vaak achteraan

Positie van het bijwoord De plaats van het bijwoord is afhankelijk van de functie van dat bijwoord. Bijwoorden van plaats, wijze en (definitieve) tijd komen vaak achteraan de zin. He was working here (plaats). She strokes his hair gently (wijze). He finished the job yesterday (def. tijd).

Positie van het bijwoord Korte bijwoorden van tijd (frequentie) komen voor het werkwoord/tussen 2 werkwoorden in. We often go to France in summer. I have nearly finished my work. They usually eat at six pm.

Positie van het bijwoord Bijwoorden die een “graad” aangeven komen voor het bijv. nw. / bijwoord. He likes to drive very fast. (voor bijwoord) That’s a terribly funny joke. (voor bijv. nw.) We watch TV quite often. (voor bijwoord)

Positie van het bijwoord Dit zijn GLOBALE regels, er zijn veel uitzonderingen en veel verschillende soorten bijwoorden.

janjaaptanis.com Online support Doe meer online oefeningen: http://tinyurl.com/cswbf4w http://tinyurl.com/7k5rv75 http://tinyurl.com/7u2pzwk Download deze les op janjaaptanis.com