Gebiedende wijs 1.Cross Victoria Street. 2.Sit still, please. 3.Read the article on this page. 4.Watch out! Als je tegen iemand wilt zeggen dat hij/zij iets vooral wel of vooral niet moet doen, gebruik je de gebiedende wijs. Op deze manier kun je iemand een aanwijzing, bevel of advies geven of iemand waarschuwen.
1.Don't tell my mother! 2.Don't open the door, please. 3.Don’t ask me. I don’t know anything about it. Als je iemand wilt waarschuwen of wilt zeggen dat iemand iets niet moet doen, zet je don't voor het hele werkwoord zonder to (zin 1-3).
Now show what you know! (Maak zinnen waarmee je zegt dat iemand iets niet moet doen) 1 Open the window. 2 Be afraid. 3 Sing a song! 4 Wait for my mother.