Kees van Overveld B i g I m a g e s – Visuele communicatie De Fysische laag: symmetrisch v.w.b. zenden - ontvangen oorsprong en aard van het licht licht.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Energie Wanneer bezit een lichaam energie ?
Advertisements

Beeldaspecten.
LICHT - LENZEN Na deze les:
Periode 2: LICHT EN GELUID
NAHSA Achtergronden en details. Overzicht •Achtergrond (fysica) •Detector •Projecten.
Hoofdstuk 3 Klimaat en landschapszones
2.3 Kaart van het heelal, of waar komt de kosmische straling vandaan?
Fysica Hoofdstuk 3 Waarneming.
Bevestiging golfkarakter van licht
Breking van licht Bolle lens Holle lens
Spectra en fotonen Buiging en interferentie Tralie Emissiespectra.
Elektrische en magnetische velden H16 Newton 5HAVO Na2
Kees van Overveld B i g I m a g e s – Visuele Communicatie -1- De vormenlaag: vormen, randen en dimensie ontvanger: detecteren van randen en andere singulariteiten.
Als je er verstand van hebt is het niet gevaarlijk voor je
B i g I m a g e s – Visuele Communicatie
Licht.
Evenwijdige lichtbundel
Interactie tussen stof en licht
FLUO IN DE DISCO WAT IS LICHT ? LICHT = elektromagnetische golven
Bouwfysisch Ontwerpen 1
Kosmische Stralen Detectie NAHSA. Overzicht Wat is kosmische straling? Waarom willen we dit meten? Waar ontstaat kosmische straling ? Wat kan je op aarde.
Nijmegen Area High School Array
In cyanobacteriën en planten
Lichtgolven Sint-Paulusinstituut.
Title Warmte en energie
Kleuren van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde.
Relativiteitstheorie (4)
Fundamenteel onderzoek naar elementaire deeltjes
De Zon en Licht Paul Groot Afdeling Sterrenkunde, IMAPP
Welkom in de wereld op zijn kop Deel 2
Newton - VWO Ioniserende straling Samenvatting.
Deeltjestheorie en straling
Samenvatting H 8 Materie
Newton klas 4H H3 Lichtbeelden.
Newton - HAVO Ioniserende straling Samenvatting.
Elektrische schakelingen
Wat doet de dampkring met binnenkomende straling?
Wat doet de dampkring met binnenkomende straling?
Kosmische straling.
Kleuren, lenzen en breking
Kees van Overveld B i g I m a g e s – Visuele Communicatie -1- De objectenlaag: De filosofische status van het object De perceptieve status van een object:
Kees van Overveld B i g I m a g e s – Visuele Communicatie -1- De textuurlaag: textuur als elementair percept textuur, schaal en oriëntatie textuur – een.
Vraag 1 Door de verdeling van de elektronen over de schillen kunnen we het gedrag van atomen voorspellen. Welke optie is correct? Halfgeleiders (1-3),
HISPARC HISPARC: Onderzoek van kosmische straling in een samenwerking tussen universiteiten en middelbare scholen Wetenschap Techniek Educatie Outreach.
Wat zijn Kosmische Stralen?
Deeltjes- of golftheorie
Wisselwerking: Electronenbanen
Licht (onderbouw) 1. Schaduw 2. Kleuren 3. De vlakke spiegel
terug naar: de blauwe lucht
Didier Collard en Simon Koolstra
Eigenschappen van Licht
De Dampkring Nikki, Bibi en Lieve
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Computer Vision Technische Informatica
Warmte transport.
Jo van den Brand HOVO: 27 november 2014
Hoge Energie Fysica Introductie in de experimentele hoge energie fysica Stan Bentvelsen NIKHEF Kruislaan SJ Amsterdam Kamer H250 – tel
Samenvatting CONCEPT.
Samenvatting CONCEPT.
OPTICA Deel 2 -lichtbreking.
Lichtbreking sciencmc2.nl.
Straling van Sterren Hoofdstuk 3 Stevin deel 3.
Paragraaf 6.2 Antwoorden.
Quantumwereld Vwo – Hoofdstuk 4 (deel 3).
Elektromagnetische golven
§11.3: Spectraalanalyse In de wereld om ons heen treffen we twee soorten objecten aan: straling materie Straling is opgebouwd uit stralingsdeeltjes: fotonen.
Terugkaatsing.
BREKING VAN LICHT EEN LICHTSTRAAL VERANDERT VAN RICHTING
K1 Optica Lichtbeelden Begripsontwikkeling Conceptversie.
Prototype Frame LHCb experiment in CERN (Geneve) B-Fysica Groep
Transcript van de presentatie:

Kees van Overveld B i g I m a g e s – Visuele communicatie De Fysische laag: symmetrisch v.w.b. zenden - ontvangen oorsprong en aard van het licht licht als deeltjes licht als golven licht als energie de verlichtingsvergelijking absorptie en verstrooiing; kleurenperspectief het ruimtelijke gedrag van licht breking en lenzen de perspectivische projectie samenvatting -1-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht Straling van een gloeiend voorwerp: een continue verdeling van de energie over die alleen van de temperatuur T van het stralende lichaam afhangt bezette toestanden electron in aangeslagen toestand beschik- bare toe- standen electron valt naar lagere energietoestand; energieoverschot  E wordt uitgezonden als licht met golflengte =hc/  E oorsprong en aard van het licht -2- Energieovergangen in atomen tussen discrete electrontoestanden veroorzaken licht-quanta (fotonen) met precies bepaalde

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht ii riri d2Sd2S uu ll b v d2Rd2R retina plane pupil plane optical axis P de verlichtingsvergelijking -3-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht ii riri d2Sd2S uu ll b v d2Rd2R retina plane pupil plane optical axis P de verlichtingsvergelijking d 2 E retina =  P cos  i cos 4  l A P d 2 R / 32  3 r i 2 b 2 cos  u -4-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht waargenomen lichtintensiteit: evenredig met cos 4  l : bij 45 graden nog slechts 25% over interpretatie van  : o.a. verschil tussen glimmend en dof evenredig met cos  i : plasticiteit  geïnterpreteerd als reliëf het geval dat  u =  i : de volle maan evenredig met 1/cos  u geen afhankelijkheid van v afhankelijkheid van r de rol van de grootte van de pupil A P bron en detector komen niet symmetrisch voor eigenschappen van de verlichtingsvergelijking -5-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht evenredig met cos 4  l moeilijk om homogene gevoeligheid te krijgen voor grote kijkhoeken (fish-eye lenzen; endoscopen) -6-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht interpretatie van  simpel empirisch gedrag van  (Phong-shading: computer graphics (1973))  =    =cos(hoek tussen normaal en halfway-richting) halfway-richting = richting midden tussen inkomende en teruggekaatste straal  =1 :  i =  u (conditie voor symmetrische weerkaatsing)  <1 :  i  u (conditie van symmetrische weerkaatsing geldt niet)  = 0: dof (Lambert oppervlak)  =  : perfecte (Snellius) spiegel -7-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht interpretatie van  -8-  hangt soms niet alleen af van hoek met de oppervlakte normaal, maar ook van de invals- en terugkaatsings- richting kleurverschillen in een oppervlak worden vaak veroorzaakt door verschillende spectrale afhankelijkheid van  plaatselijk verschil in glimmendheid is een verschil in 

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht evenredig met cos  i indien mogelijk worden helderheidsverdelingen geïnterpreteerd als zijnde afkomstig van veranderingen in  i, en dus als reliëf -9-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht het geval waar  u =  i in elk punt van de volle maan zijn de kijkrichting en de lichtrichting gelijk. Een Lambert-oppervlak geeft dan uniforme helderheid. -10-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht evenredig met 1/cos  u nabij een silhouet verschijnen heldere randen -11-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht afhankelijkheid van 1/r Eén puntbron: lichtveld wordt gedomineerd door 1/r 2 gedrag: dramatisch clair-obscur, kenmerkend o.a. voor 17 e eeuwse binnenhuistaferelen. Homogene verdeling van puntbronnen (o.a. door atmosferische verstrooiing): buitenlicht kent geen clair-obscur: kenmerkend voor o.a. veel impressionistische landschappen.

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht geen afhankelijkheid van 1/v als de verlichtingsvergelijking zich gelijk zou gedragen voor r en v zouden verafgelegen vlakken donker lijken verafgelegen vlakken met gelijke  en gelijke oriëntatie lijken echter precies even helder als nabije

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht de rol van de grootte van de pupil -14- kleine pupil: geringe intensiteit hoge scherpte scherp over groot diepte-interval grote pupil: hoge intensiteit geringe scherpte scherp over klein diepte-interval

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht absorptie en verstrooiing Absorptie: als een laag ter dikte h een fractie K (K=K( ); K<1) van de lichtintensiteit absorbeert, wordt de lichtintensiteit een functie van de afstand x: L (x)= L 0 exp (-Kx/h) ) Verstrooiing: Einstein gaf een afleiding van de empirische Tyndall-formule: L scatterred ( ) = L

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht absorptie en verstrooiing -16-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht absorptie en verstrooiing -17- Leonardo da Vinci’s ‘De maagd in de grot’ is een vroeg voorbeeld van het gebruik van atmosferisch perspectief in de beelden kunst

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht Geometrische eigenschappen van een lichbundel: 1.richting is behouden 2.uiteindelijk zal elke niet-parallelle lichtbundel divergeren 3.afbeelding van een punt in de ruimte naar een punt in het beeld is een centrale projectie (d.w.z. een projectie met een projectiecentrum) perspectief -18-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht perspectief -19- … maar waarom is er een projectiecentrum?

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht Klassiek perspectief: (Italiaanse renaissance, Brunelleschi ( )): horizon, lijnen  lijnen, punten  punten, met name doorsnijdingen  doorsnijdingen Eigenschappen van centrale projecties perspectief -20-

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst perspectief -21- Egyptische kunst: in ca jaar ‘stijlvast’; geen behoefte aan weergave van geometrisch perspectief

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst perspectief -22- Byzantijnse kunst: ‘omgekeerd’ perspectief om religieuze redenen

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst perspectief -23- Late gotiek: matig succesvol met het weergeven van geometrisch perspectief: Inzicht ‘één schilderij, één kijkpunt’ ontbrak nog.

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst perspectief -24- Doorbraak: Massacio met éénpuntsperspectief (vroege Itraliaanse Renaissance). Het concept werkte dankzij de voorspelbare, vaste plaats van de kijker

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst perspectief -25- Volledige beheersing van het meerpuntsperspectief door de Hollandse meesters uit de gouden eeuw.

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst perspectief -26- Begin 20 e eeuw: kubisme: loslaten van de veronderstelling van één kijkpunt per schilderij verschuiven van de verantwoording van schilder naar kijker; kijken = bemonsteren, d.w.z. een dynamisch, aandacht-gestuurd proces

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst perspectief -27- De Chirico (en anderen): het gebruiken van opzettelijk ‘fout’ perspectief voor schilderkunstige doelstellingen (creëren van een vervreemdende sfeer)

Kees van Overveld B i g I m a g e s – de fysica van het licht De ontwikkeling van perspectief in de beeldende kunst perspectief -28- De omkering van perspectief: het creëren van een schilderkunstige illusie op een 3-D achtergrond (Julian Beaver, England)

Kees van Overveld B i g I m a g e s – De fysica van het licht -29- Samenvatting; belangrijkste concepten: Puntbron: centrum van waaruit bolgolven vertrekken; 1/r 2 gedrag van intensiteit relatief tot puntbron Vermogen: energie per tijd Intensiteit: lichtvermogen per oppervlak Radiantie: getransporteerd lichtvermogen per oppervlak per ruimtehoek Irradiantie: opgenomen of uitgestraald lichtvermogen per oppervlak Spectrum: verdeling van lichtenergie over de golflengte (discreet of continu)

Kees van Overveld B i g I m a g e s – De fysica van het licht -30- Reflectie: interactie van licht met een oppervlak Diffuse reflectie (Lambert): BDR is min of meer constant Spiegeling: reflectie waarbij BDR alleen ongelijk nul is als invalshoek en terugkaatsingshoek ongeveer gelijk zijn Verstrooiing: interactie van licht met een ruimtelijk medium waarbij lichtstralen niet langer rechtdoor gaan Dispersie (kleurschifting): lichtsnelheid, en dus breking verschilt als functie van golflengte Buiging en interferentie: afwijking van rechtdoorgaande lichtstralen ten gevolge van golfkarakter Absorptie: afname van lichtenergie bij reflectie of passage door een medium

Kees van Overveld B i g I m a g e s – De fysica van het licht -31- Pupil: perspectiefcentrum waar alle lichtstralen doorheen moeten Collimator: zorgt dat lichtstralen uit verschillende richtingen op verschillende zintuigcellen afgebeeld worden Perspectief: transformatie waarbij afstanden worden gerepresenteerd door hoeken Rechten blijven rechten, punten blijven punten Evenwijdigheid in 3D: coïncidentie in perspectivisch beeld Afstanden en hoeken worden vervormd Verdwijnpunt: limietprojectie voor een punt dat in 3D langs een rechte naar oneindig gaat Horizon: collectie van alle verdwijnpunten bij 3D richtingen, evenwijdig aan het grondvlak