Dynamiek en stagnatie in de Republiek Hoofdvraag: Hoe kwam het dat de Republiek in de 17e en 18e eeuw een zo lange periode van welvaart meemaakte?
Algemene beschouwingen 2006: Minister- president Balkenende
VOC-mentaliteit
Onderwerpen: H1 Holland in de 15e en 16e eeuw H2 De economie in de Gouden Eeuw H3 De Republiek in de Gouden Eeuw H4 De economie in de Zilveren Eeuw H5 De Republiek in de Zilveren Eeuw Het gaat dus om de periode 1400-1813
Hoofdstuk 1 Voorspel van de Gouden Eeuw Holland in de 15e en 16e eeuw Hoe valt de opkomst van Holland in de 15e en 16e eeuw te verklaren?
Europese expansie overzee Ontwikkelingen 1000-1600 opkomst steden Europese expansie overzee Kerkhervorming Nederlandse Opstand
staatsvorming en centralisatie eerste helft 15e eeuw meeste Nederlandse gewesten in handen van hertog van Bourgondië Zelfstandige staatjes in het Duitse rijk. Alleen Vlaanderen en wat kleinere zuidelijke gewesten behoorden bij Frankrijk Via een erfenis komen de Nederlanden in handen van de Habsburgers, Karel V, die ook koning van Spanje was
Holland in de 16e eeuw
Wat valt je op als je de kaart uit 1570 vergelijkt met nu?
1000 Holland grotendeels onbewoonbaar door vele water en moerassen→ ontginningen 1300 ontginningen bijna voltooid→ vruchtbaar akkerland en ontstaan steden. Probleem? veenbodem: is zacht dus bodem zakt naar beneden (inklinken) en wordt te nat voor akkerbouw + last van overstromingen→ bewoners vluchten naar steden (urbanisatie). 1500 45% van de inwoners van Holland woont in steden Canon van Amsterdam
Bewoners Holland zoeken nieuwe middelen van bestaan Visserij Handel Scheepvaart Nijverheid
Ontwikkeling stapelmarkt Urbanisatie Holland en Zeeland liggen gunstig op knooppunt van handelswegen Bodem Holland drassig dus niet geschikt voor graan Groei binnenlandse vraag Groei internationale handel Graan importeren uit Oostzee Groei handel ook gunstig voor scheepsbouw en aanverwante nijverheidsbedrijven Hollandse handelaren ontwikkelen groot handels- netwerk in Oostzeegebied Ontwikkeling stapelmarkt
Stapelmarkt is een plaats waar goederen uit allerlei landen in pakhuizen worden opgeslagen en vandaar verder worden verhandeld
Nijverheid Door toenemende handel ook groei daarmee verbonden nijverheidsbedrijven scheepsbouw Haringbuis Maar ook trafieken; bedrijven die grondstoffen veredelen→ suikerraffinaderij, houtzagerij, zoutziederij
Malthusiaanse spanningen: Ongeremde bevolkingsgroei leidt tot ellende; Als bevolking sneller groeit dan voedselproductie, ontstaan er spanningen zoals voedseltekorten en politieke spanningen Gevolg: oorlog, ziekten, hongersnoden Malthus (1766-1834)
Europa 16e eeuw Holland 16e eeuw Groei bevolking Groei bevolking 275.000→ 400.000 (1500) (1580) Groei vraag naar voedsel Groei vraag naar voedsel Prijzen graan stijgen Prijzen graan stijgen Koopkracht daalt Import graan uit Oostzee Godsdienstoorlogen Prijzen graan stijgen minder hard dan in rest van Europa
1.2 Opkomst Holland
Landbouw: Graan werd ingevoerd dus boeren schakelen over op: vlas handelsgewassen vlees koolzaad zuivel hennep
Ontstaan commerciële landbouw: Boeren produceerden niet alleen voor zich zelf maar ook voor de steden, reageerden op de markt en konden investeringen terug verdienen met hoge inkomsten Boeren samen verantwoordelijk voor waterbeheer in waterschappen Positie adel in Holland zwak, bezit weinig grond en hebben dus weinig zeggenschap over boeren
16e eeuw Holland in opmars maar nog minder groot dan concurrent Vlaanderen (Brugge en Antwerpen) Geen last van Malthusiaanse spanningen: in rest van Europa groeide bevolking maar bleef de hoeveelheid voedsel gelijk→ hongersnood, epidemieën, oorlogen Opbouw groot handelsnetwerk
Verklaring opkomst Holland Hollanders en Zeeuwen bouwden veel schepen; rond 1530 Hollandse een Zeeuwse handelsvloot groter dan die van Frankrijk en Engeland samen En ze bouwden betere schepen→ fluitschip Deze schepen konden veel meer vracht vervoeren dan concurrenten
partenrederij Financiering schepen aantal kooplieden investeert samen in een schip of aantal schepen voldoende kapitaal verzameld spreiden risico's partenrederij winsten worden in andere bedrijfstakken geinvesteerd
Concurrentie De Hanze= samenwerking van handelssteden rond de Noord- en de Oostzee in de middeleeuwen, begonnen vanaf de 12e eeuw en eindigde in de 15 eeuw door de toenemende concurrentie van Hollandse en Engelse handelaren. Tussen 1438 en 1544 werden vier Sontoorlogen uitgevochten
Concurrentie Brugge (tot laatste kwart 15e eeuw) Antwerpen; Rond 1550 80% van export uit de Nederlandse gewesten in handen Financiële hart van de wereldhandel
1.3 De val van Antwerpen Portugezen laten Antwerpen links liggen en verplaatsen handel naar Sevilla Spaanse koning grote leningen in Antwerpen afgesloten→1557 Spanje gaat failliet door de vele oorlogen die het voerde→ koning kan leningen niet terug betalen→ veel handelaren ten onder 1575; Spanje opnieuw failliet→ soldaten krijgen geen soldij meer, gaan muiten en plunderen→ Spaanse Furie
1576 Antwerpen sluit zich aan bij de Opstand 1585 verovering door de Spanjaarden→Hollanders en Zeeuwen sluiten Schelde af→ tienduizenden kooplieden en handwerkslieden vluchten naar het noorden
Na 1593 wordt er in Holland en Zeeland niet meer gevochten Na 1593 wordt er in Holland en Zeeland niet meer gevochten. De oorlog speelt zich voornamelijk in de zuidelijke Nederlanden af
Gevolgen val van Antwerpen voor Holland Vlaamse en Brabantse kooplieden en handwerkslieden nemen kapitaal en kennis mee→ stimulans Hollandse nijverheid en handel In Holland en Zeeland wordt nauwelijks meer gevochten Holland wordt nieuwe centrum handelkapitalisme; Amsterdam wordt belangrijkste stapelmarkt en nieuwe financiële en commerciële centrum van Europa
De Dam
Landvoogd(es), bestuurt land namens koning Het bestuur van de Nederlanden in de 16e eeuw Koning Landvoogd(es), bestuurt land namens koning Filips II Stadhouder (bestuurt gewest namens koning) Staten Generaal (vertegenwoordigers adel, geestelijkheid en burgerij uit alle gewesten)
Landvoogd(es) Koning Het bestuur van de Republiek 1588 raadspensionaris Opperbevelhebber leger en het recht om bepaalde functionarissen te benoemen Gemeenschappelijk buitenlands beleid en defensie Stadhouder Staten Generaal (vertegenwoordigers adel, geestelijkheid en burgerij uit alle gewesten) gewesten
Kenmerken Republiek Belasting stelsel uit Habsburgse tijd overgenomen; elke gewest betaalde een bedrag aan de gemeenschappelijke pot. Inkomsten gewesten vooral uit accijnzen (belasting op levensmiddelen en gebruiksgoederen) Gewesten en steden behouden privileges Geen gemeenschappelijke economie; elk gewest, regio of stad eigen munt- en belastingstelsel, in- en uitvoerrechten Gilden in de steden die lokale ambachten beschermden tegen concurrentie Ontbreken centraal gezag, niet één stad die alle macht had→ zorgde er voor dat er overlegd moest worden
land en kustprovincies In landgewesten traditionele landbouw, weinig steden Groot verschil tussen land en kustprovincies In Holland en Zeeland maakten steden de dienst uit In Gelderland en Overijssel overheerst feodale traditie Kooplieden-regenten bepalen beleid in vroedschap Generaliteitslanden niet zelfstandig maar bestuurd door de Staten Generaal vanuit Den Haag Elk gewest betaalt vast bedrag aan gemeenschappelijke uitgaven