7.3 Mobiliteit en gedrag
Overlast door verkeer 2000: 7,6 miljoen voertuigen in Nederland Groei van 25% per tien jaar Steeds langere files Een ‘verkeersinfarct’ dat de economie kan lamleggen Oplossingen: –Meer wegen aanleggen –Verbeteren openbaar vervoer –Invoeren van het rekeningrijden –Accijns op benzine –‘Slurptax’ voor SUV’s
Overlast door verkeer
Smog
The great fog: –London, –Een warme luchtlaag op enkele kilometers hoogte sluit de stad af als een deksel op een pot –Vier dagen lang hangt er een verstikkend gele walm: smog –Het zicht is nog geen vijftig meter: bussen rijden stapvoets en worden voorafgegaan door een conducteur met een fakkel –Gevolgen: vierduizend doden en nog eens duizenden mensen met ademhalingsproblemen
Smog
Oorzaken: –Smerige elektriciteitscentrales –Kolenkachels –Uitlaatgassen van auto’s onder invloed van zonlicht: Ozon Oplossingen: –Auto’s voorzien van een katalysator –Beperken van de uitstoot van de industrie –Beperken van het autoverkeer
Factoren die je motivatie bepalen Overleving: Ik heb honger, dus ik rijd op de scooter naar de snackbar voor een frietje Zelfbeeld: Ik koop een mooie motor. Dat past bij mijn status,denk ik Cultuur: Onze hele maatschappij is succesgericht. Als ik niet snel een mooi huis en een dure auto heb, ben ik een loser Rol: mijn vrienden verwachten van mij dat ik met mijn scooter scheur
Factoren die je motivatie bepalen Lid van een groep: ik ben, zoals dat hoort bij managers, tegen belemmering van de winstgroei door verkeersbeperkingen Gewoonte: geen idee hoe het openbaar vervoer werkt. Ik stap automatisch in de auto Overmacht: leuk die muurisolatie. Maar ik heb twee linkerhanden. Ik kan dat gewoon niet en ik heb het geld niet om die klus te laten doen Emotie: wij hebben deze planeet in bruikleen van onze kinderen en moeten die leefbaar achterlaten. Daarom voel ik voor de economie- van-het-genoeg.