Faseovergang van stoffen Gemaakt door: Jeffrey & Guido H2C
3 fasen, 6 faseovergangen 6 faseovergangen 3 Fasen Vast - gas = Vervluchtigen Gas - vast = Verrijpen Vast - vloeibaar= Smelten Vloeibaar- vast = Stollen Vloeibaar- gas = Verdampen Gas - vloeibaar= Condenseren 1. Vast 2. Gas 3. Vloeibaar
6 overgangen Overgang uitleg Vast - gas = Fase overgang waarbij de vloeibare fase wordt overgeslagen Gas - vast = Waterdamp dat overgaat in ijs Vast - vloeibaar= bijvoorbeeld ijs verwarmen Vloeibaar- vast = bijvoorbeeld bevriezen Vloeibaar- gas = bijvoorbeeld het verdampen van water Gas - vloeibaar= bijvoorbeeld blazen tegen een koud glas
Vloeibaar - vast Gas - vloeibaar Gas - vast Vast – vloeibaar als het jood verwarmt word. Slaat het de fase “vloeistof” over. vloeibaar - vast Vast - gas
Verdamping Vloeistoffen verdampen bij elke temperatuur waarbij de snelheid van verdamping afhangt van: - soort vloeistof - de temperatuur - vloeistofoppervlak Door de damp boven een vloeistof weg te halen, wordt het verdampen van die vloeistof versnelt
Verdamping en energie Voor verdamping is warmte nodig (energie), Als iets verdampt koelt het af. Bij het condenseren van damp komt warmte vrij. Elk stof heeft een eigen smeltpunt en kookpunt daarom zijn het stofeigenschappen
EINDE!