Thema Ordening; Basisstof 4 Het rijk van de Planten Thema Ordening; Basisstof 4 Op de volgende dia staan een aantal vragen. Schrijf voor jezelf de antwoorden op een blaadje (of doe het in je hoofd), en dan gaan we daarna kijken wat iedereen denkt.
Kenmerken Hebben plantencellen: - Een celkern? - Bladgroenkorrels? - Een celwand? Zijn planten eencellig, meercellig, of is allebei mogelijk? Als iedereen de antwoorden heeft, dan gaan we nu kijken naar een plantencel. Eencellige en meercellige planten bestaan allebei, dat gaan we straks zien.
Afdelingen Rijken worden verdeeld in afdelingen. Afdelingen worden ook ingedeeld aan de hand van bepaalde kenmerken. Bij planten kijk je bijvoorbeeld naar …… Weten jullie nog hoe we met die kaartjes-opdracht eerst stapeltjes hebben gemaakt, en dan van die stapeltjes nog meer kleinere stapeltjes hebben gemaakt? Bij de ordening gebeurt dit ook. De vier rijken weten jullie (wat waren die ook al weer?). Die rijken zijn ook weer opgesplitst. Rijken zijn opgesplitst in ‘Afdelingen’. Bij het rijk van de planten bestaan er dus ook allerlei afdelingen. Deze afdelingen worden ook weer ingedeeld aan de hand van bepaalde kenmerken, zoals de wortels, stengels, bladeren, bloemen, en de manier van voortplanting. Kunnen jullie een aantal mogelijke verschillen bedenken bij deze kenmerken? De drie afdelingen van het plantenrijk zijn: wieren (algen), sporenplanten en zaadplanten.
Afdelingen De drie afdelingen van het plantenrijk zijn: - Wieren (algen) - Sporenplanten - Zaadplanten We gaan afzonderlijk elke afdeling (met bijbehorende kenmerken) behandelen.
Wieren (algen) Er bestaan eencellige soorten: En meercellige (veelcellige) soorten: Wieren hebben geen wortels, stengels, bladeren of bloemen. Hoe weet je dat je met een wier/alg te maken hebt? Geen wortels, geen stengels, geen bladeren, geen bloemen. Dus stel je hebt een plant gevonden, en je weet dat het een plant is omdat je onder de microscoop naar de cellen hebt gegeken en je hebt gezien dat het (wat hebben plantencellen ook al weer?), maar je weet niet in welke afdeling het thuishoort. Dan ga je kijken. Heeft het een stengel? Bladeren? Wortels? Bloemen? Niet? Nou, dan weet je dat het waarschijnlijk in de afdeling ‘wieren’ thuishoort. Er bestaan eencellige wieren (zoals de algen die je in de sloot/aquarium/zee tegenkomt, of op het land, zoals boomalg). Er bestaan ook meercellige wieren zoals kranswier en blaaswier. Dit kom je tegen in water, blaaswier vind je bijvoorbeeld vaak aangespoeld op het strand. Vraag: Waarom zouden wieren geen stengels (nodig) hebben?
Sporenplanten Sporenplanten hebben wel wortels, stengels en bladeren, maar geen bloemen. De afdeling sporenplanten verdelen wij in: Mossen Paardenstaarten Varens Sporenplanten hebben wel wortels, stengels en bladeren, maar ze hebben geen bloemen (en die krijgen ze ook niet/nooit). Sporenplanten zijn verdeeld in mossen en varens, en die hebben weer hun eigen speciale kenmerken. Mossen zijn kleine plantejes die in groepen bij elkaar staan. Varens zijn te herkennen aan grote, (meestal) ingesneden bladeren.
Sporenplanten Sporenplanten planten zich voort met sporen. Mossen: sporendoosjes Paardenstaarten: sporenvormende orgaantjes Varens: sporenhoopjes Sporenplanten; het woord zegt het al, planten zich voort met sporten. Mossen hebben sporendoosjes, waar al die sporen inzitten, en varens hebben sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren waar die sporen in zitten. Die sporen worden, als ze klaar zijn, meegevoerd met de wind zodat er ergens anders een nieuw plantje gaat groeien.
Zaadplanten Zaadplanten hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen. Voortplanting gebeurt door middel van zaden. Zaden ontstaan in de bloemen. Zaadplanten zijn eigenlijk het meest bekend. De meeste planten die jij om je heen ziet en herkent, dat zijn zaadplanten. Zaadplanten hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen. Natuurlijk hebben ze niet het hele jaar door bloemen, maar ook als ze nog geen bloemen hebben dan zijn het nog steeds zaadplanten. Weten jullie nog waar bloemen voor zijn? Voor voortplanting. Als de plant bevrucht is, dan ontstaan er in die bloem, zaden. Die worden dan verspreid zodat er nieuwe planten uit groeien.
Naaktzadig en Bedektzadig De afdeling ‘zaadplanten’ kun je verdelen in: - Naaktzadigen - Bedektzadigen Bij naaktzadigen zitten de zaden tussen de schubbel van kegels. Bij bedektzadigen zitten de zaden in vruchten. Afdelingen verdeel je in klassen. Zaadplanten is een afdeling, naaktzadig en bedektzadig zijn daar klassen van.
Vraag Schrijft voor jezelf op: Bij welke afdelingen zou jij elk van deze planten indelen? En waarom? 1. 2. 3. 4.