GELOOF AAN DE GODEN Thema’s uit de godsdienst- geschiedenis van de antieke wereld Dr. F.G. Naerebout f.g.naerebout@hum.leidenuniv.nl www.oudegeschiedenis.info
Rooster 4/2 college 1 1/4 college 8 11/2 college 2 8/4 college 9 Zaal: Lipsius/005
Tentamenrooster Dinsdag 10-06-2014, 19.00-22.00 Lipsius/011 Herkansing: Dinsdag 19-08-2014, 15.00-18.00 Lipsius/003
Te bestuderen stof 5 ECTS voor studenten GLTC (= hoorcollege in combinatie met Methodenblok OG): alleen de collegestof 5 ECTS: collegestof en Sarah Iles Johnston ed., Religions of the ancient world. A guide (Cambridge, Mass.: The Belknap Press of Harvard University Press 2004) pp. ix-xiv, 1-240, 657-667 en van ieder thema (de 20 key topics op pp. 243-656) de introductie en de delen over Griekenland, Etrurië en/of Rome 10 ECTS: collegestof en het gehele boek
RELIGIE Definitie Origine, kenmerken Functie(s) NB: A-historische antwoorden Historische antwoorden
Een werkdefinitie van religie Religie = geloof in/aan een bovennatuur die betrokken is bij het leven op aarde en daar een zekere invloed op kan uitoefenen, en waar de mens mee in contact kan treden teneinde die invloed te erkennen en/of te sturen, benevens alle in dat verband verrichte handelingen, met inbegrip van alle gebezigde taaluitingen.
Geloof en ritueel Geloof is uiterst divers, ritueel put uit een relatief beperkt repertoire Geloof en ritueel zijn in principe een collectieve aangelegenheid (met ruimte voor individualiteit) Geloof en ritueel komen samen in samenhangende, maar slechts zelden consistente gehelen Geloof en ritueel zijn beide dynamisch: ze veranderen mee met de samenleving waar ze deel van uitmaken; de tempi staan ter discussie
Religie en religies ‘Religie’ ‘een religie’. Zie het meervoud ‘religies’ Problemen bij de afbakening van de ene tegenover de andere religie Problemen bij het vaststellen van de parameters van een specifieke religie
Waarom bestaat religie? of: Waarom is/blijft de wereld van de oudheid (zo) religieus? Twee antwoorden op historisch niveau: ● De mens heeft hulp nodig om te (over)leven in dit leven en in eventuele andere levens: “religion is good to suffer with” ● De mens zoekt verklaringen waarom alles is zoals het is en wat de zin daar van is: “religion is good to think with”
Religie en beleving NB: vraagstuk van de al dan niet zinvolle vergelijking
DE ANTIEKE WERELD 3000 v.C. – 500 n.C. Egypte Palestina / Syrië Arabisch schiereiland Mesopotamië Iran Anatolië Griekenland Italië (Keltische/Iberische wereld) (Berber/Imazighen) *** Hellenistische koninkrijken Romeinse Rijk 3000 v.C. – 500 n.C.
Opbouw van collegereeks Antieke religies: introductie Thematisch, synchroon, comparatief Samenstellende delen: 12 colleges Griekse religie: afsluiting diachroon, gecontextualiseerd
Een religieuze fenomenologie Geloof en wereldbeeld Cosmologie Bovennatuur Verhalen Verbeelden Verankeren (tijd, plaats) Categorisering Heilig/profaan Rein/onrein Vroom/onvroom Orthodox/heterodox Werkingsgebieden Publiek/privaat Collectief/keuze Kalender Rites de passage Crises Instituties en macht Maatschappelijke kaders Intermediairs Normatieve teksten Ritualisering Offer Gebed Divinatie Mousikē Inwijding Magie
College-thema’s 1 Inleiding: religie en religies 2 Cosmologie: bovennatuurlijke wezens [Deities and demons; Mono-theism and polytheism] 3 Cosmologie: mythe [Cosmology: time and history; Myth; Theology, theodicy, philosophy; Myth and sacred narrative ] ‘Heilige’ tijd en ruimte [Sacred times and spaces] (On)reinheid [Pollution, sin and atonement; Sin, pollution and purity] Ziekte en dood [Illness and other crises; Death, afterlife and other last things] Intermediairs [Religious personnel] Tekst(en) [Religion and writing; Sacred texts and canonicity] Offer [Sacrifice, offerings, and votives] Divinatie [Divination and prophecy] Mousikē Mysterieculten [Mysteries] Magie [Magic] Synthese: een religie temidden van de religies van de antieke wereld