2.Fijnstructuur van moleculen 2.2 Soorten bindingsmodellen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Soorten bindingen Verschillende atomen trekken met een verschillende kracht aan de elektronen van de bindingen. Dit verschijnsel wordt electronegativiteit.
Advertisements

Presentatie cliëntenonderzoek. Algemeen Gehouden in december 2013 (doorlopend tot eind januari) DoelgroepVerzondenOntvangen% LG wonen en dagbesteding.
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
VWO Hoofdstuk 16 Stereochemie
Toepassen van Wetenschap
verschil in electro-negativiteit (= ΔEN)
Scheikunde II Prof. Dr. I. De Vynck Prof. Dr. M.-F. Reyniers
Zuivere stoffen en mengsels
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Stoffen en stofeigenschappen
Elke 7 seconden een nieuw getal
Hoofdstuk 7 Elektrische structuur van de halfgeleider
Het gedrag van stoffen in water
I.1 Inleiding Waarom : Elk levend wezen bestaat uit organische verbindingen: Haar, huid, spieren: proteïnen Genetisch materiaal: DNA Geneesmiddelen: (aspirine)





Polariteit scheikundeblok.
Hoofdstuk 4 Moleculaire stoffen
Hoofdstuk 4 Zouten.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Stoffenmoleculen Om te kunnen verklaren dat stoffen bepaalde stofeigenschappen hebben gebruiken we een modelvoorstelling De molecuultheorie: stoffen bestaan.
Verbindingen Klas 4.
Atoombouw: middeleeuwen
Thema 5: Classificatie 1. Opdracht.
Elektrische verschijnselen
Structuur van de stof.
Foto 65 – wegenis + parking + rechts G01 Foto 66 – G01.
Deel 2. Hoofdrekenend aftrekken
Eerst even wat uitleg. Klik op het juiste antwoord als je het weet.
Chemisch rekenen Bij scheikunde wordt gebruikt gemaakt van het aantal
In de notities van iedere dia staan de achtergrondinformatie behorende bij de dia en bronnen van bijvoorbeeld figuren weergegeven. Navigatie: Alchemist.
Uitleg scheikundige begrippen
Inleiding chemie Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen.
Ruimtelijke structuur
Reactiemechanismen.
Hoe maak je een formule van een zout.
Molecuulbouw en stofeigenschappen
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Atoombindingen Covalent: sterk, elektronenpaar gedeeld
Molecuulformules (voorbeelden)
Chemie van water Mevrouw Baeten.
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
ZOUTEN METALEN MOLECULAIRE STOFFEN HAVO 4 - BRP.
Scheikunde 4 W&L.
Bindingstypen en eigenschappen van stoffen
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Ionogene bindingen Chpt 6.
Summerschool Algemene Chemie
Covalente Bindingen en
Periodiciteit en de Structuur van Atomen
Lewis structuren VSEPR model
Overzicht lesstof toets 2. Inhoud Hoofdstuk 5: Atoombouw Hoofdstuk 6: Atoom- en Molecuulmassa Hoofdstuk 7: Chemische binding Hoofdstuk 8: Rekenen met.
INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE.
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Overgangsmetalen – deel 2 § 19.5 – elektronenregel
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
Ruimtelijke structuur
Week 3 Hoofdstuk 7.3.
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Coëfficiënt: 4 4 NH3.
Ruimtelijke structuur
Apotheekassistentenopleiding
Transcript van de presentatie:

2.Fijnstructuur van moleculen 2.2 Soorten bindingsmodellen ( p. 71 )

De waterstofmolecule De voorstelling met banen is weinig realistisch want dan zouden de elektronen plots stoppen. De beide orbitalen daarentegen schuiven in elkaar. (zie p72)

Verklaring van de chemische binding Bindingsenergie en bindingslengte p.71-73

Soorten bindingsmodellen p.73 atoombinding vs. ionbinding EN = elektronegativiteit definitie: EN is een maat voor de aantrekkingskracht van een atoom op de bindingselektronen (voor getalwaarden zie periodiek systeem) vb. EN (H) = ? EN (Br) = ? = 2,1 = 2,8

Elektronegativiteit (Pauling)

Verschil in EN-waarde = Δ EN Vb. EN (H) = ? EN (Cl) = ? x ----------- y = 2,1 = 3,0 ΔEN = 0,9

atoombinding vs. ionbinding apolair polair ionair

apolaire atoombinding, polaire atoombinding of ionaire binding? Oefening: AlCl3 CaCl2 EN (Al) = 1,5 EN (Cl) = 3,0 ΔEN = 1,5 < 1,7 polaire atoombinding (meer dan 50% atoombinding)

apolaire atoombinding, polaire atoombinding of ionaire binding? Oefening: AlCl3 polaire atoombinding CaCl2 EN (Ca) = 1,0 EN (Cl) = 3,0 ΔEN = 2,0 > 1,7 ionaire binding (meer dan 50% ionair)

De atoombinding (covalente binding) De waterstofmolecule H(1s1) + H(1s1) H H H H

De atoombinding (p.75) De difluormolecule F2 9F 1s2 2s22p5 F F F F F Bindingsdoublet GEP De difluormolecule F2 9F 1s2 2s22p5 Vrij doublet PEP F F F F F

De atoombinding (p.76) De Waterstofchloridemolecule HCl 17Cl 1H 1s2 2s22p6 3s23p5 1s1 PEP Cl H Cl H GEP Cl HCl HCl Cl

De sigma-binding (p.80)

De atoombinding (p.77) De Waterstofsulfidemolecule H2S 16S 1H 1s2 2s22p6 3s2 3p4 1s1 H S H H S H H S

De atoombinding (p.77) De watermolecule H2O 8O 1H 1s2 2s2 2p4 1s1 H O

De atoombinding (p.77) De methaanmolecule CH4 6C 1H 1s2 2s2 2p2 1s1 H Aangeslagen of reactieve toestand of intermediaire toestand De methaanmolecule CH4 6C 1H 1s2 2s2 2p2 1s1 H H C H C H H 1s2 2s1 2p3 6C*

De atoombinding (p.78) H 1s2 2s1 2p3 6C* C Hybridisatie en reactieve toestand C H 1s2 2s1 2p3 6C* sp3 sp3 sp3 sp3

sp3 hybridisatie

http://users.skynet.be/eddy/sigmapi.html

Ethaan (p.81)

http://users.skynet.be/eddy/sigmapi.html

etheen (C2H4)(p.82) 1s2 2s1 2p3 C H 6C* sp2 sp2 sp2 p

De pi-binding (p.80)

Onderscheid tussen σ en π binding

etheen (p.82)

http://users.skynet.be/eddy/sigmapi.html

ethyn (C2H2)(p.83) 1s2 2s1 2p3 6C C H sp sp p p

ethyn (p.83)

s p p p sp3 sp3 sp3 sp3 sp2 sp2 sp2 p sp sp p p

Geometrie van de molecule (p.98) De ruimtelijke schikking van atomen in een molecule wordt bepaald door de hybridisatietoestand .Dit kan snel gevonden worden door het sterisch getal (SG) SG = PEP + Gebonden Atomen SG=1 geen hoek SG=2 sp –hybride hoek 180° SG=3 sp2-hybride hoek 120° SG=4 sp3-hybride hoek 109°

Oefeningen op geometrie

distikstof (p.81) 7N 1s2 2s2 2p3 N N sp sp p p

distikstof (p.81) 1s2 2s2 2p3 7N N N sp sp p p