CLASSIFICEREN VAN DIEREN Thema 5 CLASSIFICEREN VAN DIEREN
1 Basiskenmerken van dieren Dieren zijn meercellig Eukaryote cellen Nooit celwand Nooit bladgroenkorrels Heterotroof Ingewikkelde lichaamsbouw hazelmuis kwalpoliep
2 Vergelijkend onderzoek van dierenstammen Vergelijkend onderzoek van 9 representatieve diersoorten. O.b.v. classificatiecriteria groeperen we dieren in 9 stammen. Welke lichaamssymmetrie? Darmzak of darmkanaal? Is er segmentatie? Zijn er gelede aanhangsels? Welk skelet? Is er een chorda?
2.1 Welke lichaamssymmetrie vertoont het dier? niet-symmetrisch veelzijdig symmetrisch tweezijdig symmetrisch
2.2 Darmzak of doorlopend darmkanaal? Geen spijsverteringsstelsel sponzen kraagcellen Darmzak neteldieren en platwormen Darmkanaal meeste andere dieren
2.3 Vertoont het dier segmentatie? Inwendige en uitwendige segmentatie ringwormen bv. regenworm Alleen uitwendige segmentatie geleedpotigen Inwendige segmentatie chordadieren wervelkolom
2.4 Draagt het dier gelede aanhangsels? Geleedpotigen plaats van de aanhangsels functie van de aanhangsels aan de kop voedselopname en zintuiglijke waarneming aan het borststuk voortbeweging aan het achterlijf voortbeweging (zwempoten) of voortplanting
2.5 Welk skelet is er aanwezig? Skelet verleent stevigheid en bescherming exoskelet endoskelet hydroskelet
2.6 Is er een chorda aanwezig? chorda: elastisch steunweefsel aan de rugzijde wordt bij de vertebrata vervangen door de wervelkolom (tijdens embryonale fase) Stam: chordadieren onderstam: vertebrata
2. 7. Argumenten voor de classificatie van de 2.7 Argumenten voor de classificatie van de representatieve diersoorten in hun respectievelijke stam 9 stammen broodspons oorkwal trilworm Sponzen Niet symmetrisch Geen spijsverteringsstelsel Neteldieren Veelzijdig symmetrisch Hydroskelet Darmzak Platwormen Tweezijdig symmetrisch Darmzak
Ronde wormen Gelede wormen Geleedpotigen wortelknobbelaaltje regenworm groene sabelsprinkhaan Ronde wormen Tweezijdig symmetrisch Niet geleed Doorlopende darm Gelede wormen Tweezijdig symmetrisch Doorlopende darm Geen gelede aanhangsels Geleedpotigen Tweezijdig symmetrisch Segmenten met gelede aanhangsels Exoskelet
Weekdieren Stekelhuidigen Chordadieren tuinslak zeester buizerd Tweezijdig symmetrisch Exoskelet Doorlopende darm Week lichaam Stekelhuidigen Tweezijdig symmetrisch Veelzijdig symmetrisch Endoskelet (kalkplaatjes) Chordadieren Tweezijdig symmetrisch Hebben als embryo een chorda Endoskelet
Cladogram dierenrijk 9 stammen Op basis van verwantschap en afstamming (via moleculaire gegevens zoals DNA en bouw van eiwitten)
3 Vergelijkend onderzoek binnen de stam van geleedpotigen Arthropoda Taxonomische niveaus stam klasse orde familie geslacht soort Morfologische kenmerken om in te delen in klassen: segmentatie aantal en soorten aanhangsels
3.1 Segmentatie
3.2 Aantal en soorten aanhangsels 3.2.1 Aanhangsels bij de klasse van insecten 1 paar antennes 3 paar looppoten monddelen soms 2 paar vleugels woestijnsprinkhaan koninginnenpage wesp
3.2.2 Aanhangsels bij de klasse van de spinachtigen geen antennes 4 paar looppoten 1 paar kaakpoten met gifklier 1 paar tastpoten schorpioenen: scharen i.p.v. tastpoten wolfsspin kaakpoten tastpoten
3.2.3 Aanhangsels bij de klasse van de schaaldieren Ieder segment kan aanhangsels hebben Noorse kreeft 2 grote antennes (tast + chemische prikkels) 2 kleine antennes (chemische prikkels) 3 paar kaakpoten 5 paar looppoten (voorste: grote scharen) 5 paar achterlijfspoten 1 paar zwempoten
3. 2. 4. Aanhangsels bij de klasse van de duizendpoten en de klasse 3.2.4 Aanhangsels bij de klasse van de duizendpoten en de klasse van de miljoenpoten kleine kop met gesegmenteerd achterlijf 1 paar antennes duizendpoten: 1 paar poten per segment miljoenpoten: 2 paar poten pet segment
3. 4. Situering van de kruisspin binnen de 3.4 Situering van de kruisspin binnen de hiërarchische classificatieniveaus
kopborstuk achterlijf kop borststuk achterlijf kopborstuk achterlijf antennes lichaams- segmenten poten ademhaling klasse kopborstuk achterlijf 4 10 + kieuwen schaaldieren kop borststuk achterlijf 2 6 tracheeën insecten tracheeën boeklongen kopborstuk achterlijf 8 spinachtigen kop + vele segmenten 1 paar/ segment 2 tracheeën duizendpoot kop + vele segmenten 2 paar/ segment 2 tracheeën miljoenpoot
4 Chordadieren 4.1 Kenmerken van chordadieren In het embryonale stadium: chorda zenuwstreng aan rugzijde kieuwzakjes aanleg staart In foetaal stadium: chorda meestal vervangen door wervelkolom rond ruggenmerg vertebrata (gewervelden)
STAM CHORDATA Onderstam Cephalochordata ( ‘schedellozen’ ) Klasse Lancetvisjes Onderstam Vertebrata ( gewervelden )
4.2 Criteria om gewervelden dieren van elkaar te onderscheiden Criteria om de verschillende klassen te onderscheiden Transport en ademhaling Lichaamstemperatuur Voortplanting huidbedekking
Cladogram met recentere indeling
4.2.1 Transport en ademhaling
Koudbloedigen: afhankelijk van omgevingstemperatuur 4.2.2 Lichaamstemperatuur Koudbloedigen: afhankelijk van omgevingstemperatuur Warmbloedigen: constante lichaamstemperatuur kameleon zeeleguaan koningspinguïn lepelhaas
Uitwendige bevruchting: vissen en amfibieën 4.2.3 Voortplanting Uitwendige bevruchting: vissen en amfibieën Inwendige bevruchting: reptielen, vogels en zoogdieren Inwendige ontwikkeling nakomelingen: zoogdieren Uitwendige ontwikkeling nakomelingen: vissen: eieren zonder schaal amfibieën: eieren zonder schaal reptielen: eieren met lederschaal Vogels: eieren met kalkschaal
Kraakbeenvissen: schubben = kleine tandjes 4.2.4 Huidbedekking Kraakbeenvissen: schubben = kleine tandjes Beenvissen: benige schubben met slijmlaag Amfibieën: naakte huid met slijmlaag (+ soms gifklieren) Reptielen: schubben met hoornstof (keratine) Vogels: veren + schubben op de poten Zoogdieren: haren
KLASSEN Algemene kenmerken VISSEN AMFIBÏEN REPTIELEN VOGELS ZOOG- KLASSEN Algemene kenmerken VISSEN AMFIBÏEN REPTIELEN VOGELS ZOOG- DIEREN Vertegenwoordigers Baars Snoek Kikker salamander Krokodil hagedis Meeuw huismus Mens Hond Ledematen Vinnen poten Poten vleugels Huidbedekking beenschubben met slijmlaag naakte huid slijmklieren hoorn- schubben veren schubben Haren + hoornnagels Lichaams- temperatuur wisselend Constant constant Wervelkolom rugzijde Ruggenmerg In wervelkolom Ademhaling kieuwen Huid, longen kieuwen(larve) longen Longen met luchtzakken longblaasjes Hart 1 boezem 1 kamer 2 boezems 2 (1) kamer 2 kamers Voortplanting Eieren zonder schaal Eieren met lederschaal Eieren met kalkschaal Levend-barend Bevruchting uitwendig Inwendig
4.3 Classificeren van zoogdieren Klasse zoogdieren wordt onderverdeeld in orden knaagdieren slurfdieren opperdieren cloacadieren buistandigen vleermuizen buideldieren onevenhoevigen walvisachtigen evenhoevigen haasachtigen roofdieren
4.4 Situering van de mens binnen de hiërarchische classificatieniveaus
Gemeenschappelijke voorouder van alle dieren: leek op huidige ééncellige choanoflagellaten
CLASSIFICEREN VAN DIEREN Einde Thema 5 CLASSIFICEREN VAN DIEREN