CLASSIFICEREN VAN DIEREN

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
5. dieren onderverdeling.
Advertisements

Indeling van het dierenrijk.
CLASSIFICEREN VAN DIEREN
HET RIJK VAN DE DIEREN.
Dieren Door ELIAS EN CASPER.
Ordening samenvatting.
Kennis maken met biologie
Gewervelde.
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
ORDENING THEMA 2.
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
CLASSIFICEREN VAN PLANTEN
Indeling van het dierenrijk
T4. Ordening B1. Het ordenen van organismen
Allemaal beestjes Wereldoriëntatie les 1.
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
Examentraining Biologie
Evolutie van ééncelligen tot zoogdieren
Ordening.
Classificeren van dieren
Classificeren van dieren
Classificeren van dieren
Dieren met een wervelkolom
Indeling van het dierenrijk
Orde scheppen in een verscheidenheid aan soorten
CLASSIFICEREN VAN PLANTEN
Kenmerken Naar de vragen
De chordadieren Michelle borghers.
Het dierenrijk Michelle Borghers.
Thema 1. Vier rijken vergelijken
Thema 5: Evolutie (en ordening) = biodiversiteit B
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
Thema 1: Ordening Boek: biologie voor jou Vwo B2 deel 1
Leskaart indelen van organismen
1B thema 4: ordening.
Geleedpotigen en gewervelden
ORDENING. celwand rijk van bacteriën rijk van de schimmels rijk van de planten rijk van de dieren celwand celkern bladgroen celwand celkern Celkern.
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
PP Thema 2 ZW klas 3. §1 Organismen ordenen Een organisme is een levend wezen. Ordenen is organismen in groepen indelen. Je doet dit door naar de kenmerken.
Gewervelde dieren Tweezijdig symmetrisch. Gewervelde dieren Inwendig skelet.
Thema 4. Ordening B1. Het ordenen van organismen
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 1.
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Planten Dieren Bacteriën Schimmels
Thema 4: Ordening Het dierenrijk (1).
Thema 4 Ordening.
Classificeren van dieren
1HA2 Ordening.
CLASSIFICEREN VAN PLANTEN
Geleedpotige Dieren (insectenachtigen)
Gewervelde dieren.
Blokboek - Natuur 7 Les 1 - Zoogdieren.
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Thema 4 ordening vmbo-kgt.
Ordening Hoofdstuk 4.
Ordening Hoofdstuk 4.
Indeling van het dierenrijk
Bouw van gewervelde dieren
Voeren en verzorgen Periode 1 – Taxonomie, rasgroepen en rassen
2.5 skelet en leefwijze 1 H/V.
Ordening Hoofdstuk 4.
Introductie Terrariumdieren
Vandaag Les 6: Dieren Wat Tijd Start 5 Schimmelbrood : opdracht
Thema 5, evolutie.
Transcript van de presentatie:

CLASSIFICEREN VAN DIEREN Thema 5 CLASSIFICEREN VAN DIEREN

1 Basiskenmerken van dieren Dieren zijn meercellig Eukaryote cellen Nooit celwand Nooit bladgroenkorrels Heterotroof Ingewikkelde lichaamsbouw hazelmuis kwalpoliep

2 Vergelijkend onderzoek van dierenstammen Vergelijkend onderzoek van 9 representatieve diersoorten. O.b.v. classificatiecriteria groeperen we dieren in 9 stammen. Welke lichaamssymmetrie? Darmzak of darmkanaal? Is er segmentatie? Zijn er gelede aanhangsels? Welk skelet? Is er een chorda?

2.1 Welke lichaamssymmetrie vertoont het dier? niet-symmetrisch veelzijdig symmetrisch tweezijdig symmetrisch

2.2 Darmzak of doorlopend darmkanaal? Geen spijsverteringsstelsel  sponzen  kraagcellen Darmzak  neteldieren en platwormen Darmkanaal  meeste andere dieren

2.3 Vertoont het dier segmentatie? Inwendige en uitwendige segmentatie  ringwormen  bv. regenworm Alleen uitwendige segmentatie  geleedpotigen Inwendige segmentatie  chordadieren  wervelkolom

2.4 Draagt het dier gelede aanhangsels? Geleedpotigen plaats van de aanhangsels functie van de aanhangsels aan de kop voedselopname en zintuiglijke waarneming aan het borststuk voortbeweging aan het achterlijf voortbeweging (zwempoten) of voortplanting

2.5 Welk skelet is er aanwezig? Skelet verleent stevigheid en bescherming exoskelet endoskelet hydroskelet

2.6 Is er een chorda aanwezig? chorda: elastisch steunweefsel aan de rugzijde wordt bij de vertebrata vervangen door de wervelkolom (tijdens embryonale fase) Stam: chordadieren onderstam: vertebrata

2. 7. Argumenten voor de classificatie van de 2.7 Argumenten voor de classificatie van de representatieve diersoorten in hun respectievelijke stam  9 stammen broodspons oorkwal trilworm Sponzen Niet symmetrisch Geen spijsverteringsstelsel Neteldieren Veelzijdig symmetrisch Hydroskelet Darmzak Platwormen Tweezijdig symmetrisch Darmzak

Ronde wormen Gelede wormen Geleedpotigen wortelknobbelaaltje regenworm groene sabelsprinkhaan Ronde wormen Tweezijdig symmetrisch Niet geleed Doorlopende darm Gelede wormen Tweezijdig symmetrisch Doorlopende darm Geen gelede aanhangsels Geleedpotigen Tweezijdig symmetrisch Segmenten met gelede aanhangsels Exoskelet

Weekdieren Stekelhuidigen Chordadieren tuinslak zeester buizerd Tweezijdig symmetrisch Exoskelet Doorlopende darm Week lichaam Stekelhuidigen Tweezijdig symmetrisch  Veelzijdig symmetrisch Endoskelet (kalkplaatjes) Chordadieren Tweezijdig symmetrisch Hebben als embryo een chorda Endoskelet

Cladogram dierenrijk 9 stammen Op basis van verwantschap en afstamming (via moleculaire gegevens zoals DNA en bouw van eiwitten)

3 Vergelijkend onderzoek binnen de stam van geleedpotigen Arthropoda Taxonomische niveaus stam  klasse  orde  familie  geslacht  soort Morfologische kenmerken om in te delen in klassen: segmentatie aantal en soorten aanhangsels

3.1 Segmentatie

3.2 Aantal en soorten aanhangsels 3.2.1 Aanhangsels bij de klasse van insecten 1 paar antennes 3 paar looppoten monddelen soms 2 paar vleugels woestijnsprinkhaan koninginnenpage wesp

3.2.2 Aanhangsels bij de klasse van de spinachtigen geen antennes 4 paar looppoten 1 paar kaakpoten met gifklier 1 paar tastpoten schorpioenen: scharen i.p.v. tastpoten wolfsspin kaakpoten tastpoten

3.2.3 Aanhangsels bij de klasse van de schaaldieren Ieder segment kan aanhangsels hebben Noorse kreeft 2 grote antennes (tast + chemische prikkels) 2 kleine antennes (chemische prikkels) 3 paar kaakpoten 5 paar looppoten (voorste: grote scharen) 5 paar achterlijfspoten 1 paar zwempoten

3. 2. 4. Aanhangsels bij de klasse van de duizendpoten en de klasse 3.2.4 Aanhangsels bij de klasse van de duizendpoten en de klasse van de miljoenpoten kleine kop met gesegmenteerd achterlijf 1 paar antennes duizendpoten: 1 paar poten per segment miljoenpoten: 2 paar poten pet segment

3. 4. Situering van de kruisspin binnen de 3.4 Situering van de kruisspin binnen de hiërarchische classificatieniveaus

kopborstuk achterlijf kop borststuk achterlijf kopborstuk achterlijf antennes lichaams- segmenten poten ademhaling   klasse kopborstuk achterlijf 4 10 + kieuwen schaaldieren kop borststuk achterlijf 2 6 tracheeën insecten tracheeën boeklongen kopborstuk achterlijf 8 spinachtigen kop + vele segmenten 1 paar/ segment 2 tracheeën duizendpoot kop + vele segmenten 2 paar/ segment 2 tracheeën miljoenpoot

4 Chordadieren 4.1 Kenmerken van chordadieren In het embryonale stadium: chorda zenuwstreng aan rugzijde kieuwzakjes aanleg staart In foetaal stadium: chorda meestal vervangen door wervelkolom rond ruggenmerg  vertebrata (gewervelden)

STAM CHORDATA Onderstam Cephalochordata ( ‘schedellozen’ ) Klasse Lancetvisjes Onderstam Vertebrata ( gewervelden )

4.2 Criteria om gewervelden dieren van elkaar te onderscheiden Criteria om de verschillende klassen te onderscheiden Transport en ademhaling Lichaamstemperatuur Voortplanting huidbedekking

Cladogram met recentere indeling

4.2.1 Transport en ademhaling

Koudbloedigen: afhankelijk van omgevingstemperatuur 4.2.2 Lichaamstemperatuur Koudbloedigen: afhankelijk van omgevingstemperatuur Warmbloedigen: constante lichaamstemperatuur kameleon zeeleguaan koningspinguïn lepelhaas

Uitwendige bevruchting: vissen en amfibieën 4.2.3 Voortplanting Uitwendige bevruchting: vissen en amfibieën Inwendige bevruchting: reptielen, vogels en zoogdieren Inwendige ontwikkeling nakomelingen: zoogdieren Uitwendige ontwikkeling nakomelingen: vissen: eieren zonder schaal amfibieën: eieren zonder schaal reptielen: eieren met lederschaal Vogels: eieren met kalkschaal

Kraakbeenvissen: schubben = kleine tandjes 4.2.4 Huidbedekking Kraakbeenvissen: schubben = kleine tandjes Beenvissen: benige schubben met slijmlaag Amfibieën: naakte huid met slijmlaag (+ soms gifklieren) Reptielen: schubben met hoornstof (keratine) Vogels: veren + schubben op de poten Zoogdieren: haren

KLASSEN Algemene kenmerken VISSEN AMFIBÏEN REPTIELEN VOGELS ZOOG-   KLASSEN Algemene kenmerken VISSEN AMFIBÏEN REPTIELEN VOGELS ZOOG- DIEREN Vertegenwoordigers Baars Snoek Kikker salamander Krokodil hagedis Meeuw huismus Mens Hond Ledematen Vinnen poten Poten vleugels Huidbedekking beenschubben met slijmlaag naakte huid slijmklieren hoorn- schubben veren schubben Haren + hoornnagels Lichaams- temperatuur wisselend Constant constant Wervelkolom rugzijde Ruggenmerg In wervelkolom Ademhaling kieuwen Huid, longen kieuwen(larve) longen Longen met luchtzakken longblaasjes Hart 1 boezem 1 kamer 2 boezems 2 (1) kamer 2 kamers Voortplanting Eieren zonder schaal Eieren met lederschaal Eieren met kalkschaal Levend-barend Bevruchting uitwendig Inwendig

4.3 Classificeren van zoogdieren Klasse zoogdieren wordt onderverdeeld in orden knaagdieren slurfdieren opperdieren cloacadieren buistandigen vleermuizen buideldieren onevenhoevigen walvisachtigen evenhoevigen haasachtigen roofdieren

4.4 Situering van de mens binnen de hiërarchische classificatieniveaus

Gemeenschappelijke voorouder van alle dieren: leek op huidige ééncellige choanoflagellaten

CLASSIFICEREN VAN DIEREN Einde Thema 5 CLASSIFICEREN VAN DIEREN