Gisteren was ik aan het ……. ………………….
Gisteren was ik aan het ………………….
Gisteren was ik aan het ………. ………………….
Gisteren was jij aan het …… ………………….
Gisteren waren de jongens aan het ……
Gisteren waren de kinderen aan het ……
Gisteren waren wij aan het ………
Gisteren waren de jongens aan het ………
Gisteren waren de kinderen aan het ………
Wij zijn aan het ………………….
Ik ben aan het ………………….
hoesten
niezen
snuiten