Hart
4 hartkleppen Tussen de rechter voorkamer en de rechter kamer Tussen de linker boezem en de linker kamer Tussen de rechter kamer en de longslagader, de pulmonalisklep Tussen de linker kamer en de aorta, de aortaklep
Mitraalklep Pulmonaalklep Tricusspidaalklep Aortaklep
Pulmonalis- & aortaklep Deze twee worden gezien hun vorm, semi-lunaire kleppen of halfmaanvormige kleppen genoemd.
Sinusknoop AV-knoop Bundel van His Bundeltakken Purkinje vezels
Bloedsomloop
Slagader Ader Voeren het bloed weg van het hart Lichaamsslagaders bevatten zuurstofrijk bloed. Hebben een hogere bloeddruk Hebben een actieve spierwand Hebben geen kleppen. Het bloed loopt er snel en stootsgewijs. Hebben een voelbaar hartritme. Bevatten 15 % van het bloedvolume Voeren het bloed naar het hart aan. Lichaamsaders bevatten zuurstofarm bloed. Hebben een lagere bloeddruk. Hebben geen gladde spieren in hun wand. De meeste aders hebben terugslagkleppen. Het bloed vloeit er traag niet stootsgewijs Hebben geen voelbaar hartritme Bevatten 75 % van het bloedvolume
Vergelijking van de bloedvatenwanden.
de kransslagaders (coronairen)
Naar de hersenen: 15% van het bloed gaat naar de hersenen
De aorta: alle organen en structuren in de romp krijgen direct of indirect bloed vanuit de aorta
Hoe gaat het bloed weer naar het hart terug?
Veneuze terugstroom
Veneuze terugstroom
Veneuze terugstroom
De bloeddruk
systole: als de ventrikels samenknijpen en het bloed wordt de aorta ingeperst ofwel: je duwt op de pomp en de lucht gaat via ventiel de band in diastole: de ventrikels zijn leeg de klep is dicht en het hart ontspant ofwel: je hebt gepompt en haalt de zuiger weer naar boven
Bloeddruk
Wat beïnvloed de bloeddruk