De sociale vitaliteit van ‘topdorpen’ Frans Thissen Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies
‘Topdorpen’ Gerda Verburg (LNV): “ waar sprake is van bereikbare of beschikbare voorzieningen, van voldoende werkgelegenheid en een goede leefomgeving… een energiek dorp met veel natuur er in en er omheen … waar betrokken en enthousiaste mensen wonen die trots zijn op hun gemeenschap en er zelf ook verantwoordelijkheid voor willen en kunnen nemen” De sociale vitaliteit van 'topdorpen'2
‘Topdorpen’ Wulvergem Serooskerke Loil 3De sociale vitaliteit van 'topdorpen'
‘Van Metropool naar Loil’ De sociale vitaliteit van 'topdorpen'4
5
Begrippen Voorzieningen: Voorwaarde én Resultaat van menselijk handelen Leefbaarheid: Beleving van de omgeving door de bewoners Sociale Vitaliteit: inspanningen en initiatieven van bewoners gericht op de omgeving (actief, open, betrokken) : Deelnemend Verantwoordelijkheid nemend Vernieuwend De sociale vitaliteit van 'topdorpen'6
Verschillen tussen bewoners / dorpen Autonome dorp Je bent er geboren of opgegroeid, je komt ‘van het dorp’ Je werkt er en je doet er je boodschappen: je woont ‘op het dorp’ Woondorp Je bent er gaan wonen om de mooie woning en aangename woonomgeving Voor je sociale contacten en voorzieningen ben je niet afhankelijk van het dorp 7De sociale vitaliteit van 'topdorpen'
Leefbaarheid in het autonome dorp: de spiraal omlaag Ontwikkeling aantal inwoners Ontwikkeling aantal voorzieningen Ontwikkeling Leefbaarheid De sociale vitaliteit van 'topdorpen' Relatie wordt steeds losser: 1.Schaalvergroting van veel voorzieningen is autonoom 2.Gedrag van bewoners regionaliseert Relatie wordt steeds losser: 1.Schaalvergroting van veel voorzieningen is autonoom 2.Gedrag van bewoners regionaliseert Bewoners baseren hun oordeel steeds vaker op kwaliteit woonfunctie Aantal inwonersneemt vooral af doorkleinerehuishoudens 8
Leefbaarheid in het woondorp: de spiraal omhoog Ontwikkeling Leefbaarheid Ontwikkeling gemeenschaps- initiatieven (voorzieningen) Ontwikkeling woonfunctie binnen de streek Regiovorming De sociale vitaliteit van 'topdorpen'9 Voorzieningen zijnresultaat van leefbaarheid Krimp heeft pas effect als woonfunctie wordt aangetast Dorpen gaan verschillen in de aanwezigheid van sociaal kapitaal
Verschillen tussen dorpen 10De sociale vitaliteit van 'topdorpen'
Vernieuwende Sociale Vitaliteit Gemeenschapsinitiatieven: Leveren voorzieningen op die als resultaat van de leefbaarheid zijn te beschouwen Voorzieningen gecreëerd door de dorpssamenleving: Teken van vernieuwende sociale vitaliteit Voorwaarden voor een topdorp: Goed wonen: ruimtelijke kwaliteit woningen en woonomgeving Ontmoetingsfunctie: zowel binnen als buiten ruimte voor ontmoeting (third places) Sociaal kapitaal: bewoners met grote netwerken De sociale vitaliteit van 'topdorpen'11
De sociale vitaliteit van 'topdorpen'12 Een topdorp