Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? Nederland groeit naar 17,5 miljoen inwoners, maar de demografische groei dooft nu toch langzaam uit. Tegelijkertijd is sprake van een aanzienlijke vergrijzing en een sterke toename van het aandeel alleenstaanden. Maar er is bovendien sprake van aanzienlijke regionale en lokale verschillen. Voor een deel zijn die het resultaat van een steeds omvangrijker ‘opleidingsmigratie’ naar de grote steden. Een aantal grensregio’s wordt nu al geconfronteerd met bevolkingsdaling. Dat leidt lokaal tot vraaguitval op de woningmarkt en dus tot leegstand. Omvangrijke leegstand tast de leefbaarheid en de waarde van het vastgoed aan. Krimp leidt bij veel bewoners en bestuurders nog vaak tot traditionele reflexen: het nastreven van groei door nieuwbouw, het aangaan van concurrentie met een naburige gemeente, het versterken van zwakke punten, het verminderen van regelgeving, het versterken van het lokaal voorzieningenniveau, het tegengaan van de uitstroom van jongeren. Het is aan de geografie en planologie om de mythen die op dit terrein leven bloot te leggen en te zoeken naar nieuwe uitgangspunten. Er is voldoende reden om daarbij ook naar andere Europese landen te kijken. Voor een deel is sprake van overeenkomstige achtergronden, maar vergelijking maakt duidelijk hoe belangrijk nationale en regionale verschillen zijn. Tenslotte hebben grensgebieden steeds meer te maken met het aanliggend buitenland: als achtergrond van de krimp en als mogelijke oplossingsrichting. Frans Thissen
Opzet Krimp: het gaat vooral om bevolkingsverandering en verplaatsing Migratie van ouderen Migratie van jongeren Verandering: Leefbaarheid en Sociale Vitaliteit Van autonoom dorp naar woondorp Voorzieningen: voorwaarde of resultaat? Succesvolle en minder succesvolle woondorpen Voorwaarden voor leefbaarheid en vitaliteit Mythes en Perspectieven Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Krimp: Verwoesting en Verlies Japan, tsunami Detroit, verlies van banen GM Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Krimp: Verandering en Verplaatsing Groene Hart, bevolkingsverandering Westhoek, jongerenmigratie Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Krimp Verwoesting, Verlies, Verplaatsing, Verandering Verplaatsing: De migratie van jongeren en ouderen Verandering: Tweede demografische transitie: Vergrijzing en ontgroening Meer alleenstaanden Meer ‘anderen’ Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Bevolkingsdaling in Drenthe: vooral op het platteland en met grote lokale verschillen 0% -10% -15% 7% -28% -22% -24% -23% 25% -17% -18% 20% Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Binnenlandse migratie 50 - 65 jaar (2000-2006) Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Welbevinden ouderen in Drenthe Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Sociale steunnetwerken van ouderen Onderzoek Oostelijk Gelderland UvA Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
De groeiende betekenis van opleidingsmigratie Ontwikkeling aantal inwoners 2008-2025 Aandeel hoger opgeleiden Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Where you belong Where you belong, it's not a song It's not the place where you come from It's up to you to make the choice It is the place you have a voice It is the place you have no fear As you return you know you're near In times of joy and times of strife It is the place you have your life Jim Boyes Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? 11
Bevolkingsverandering in dorpen Wulvergem Serooskerke Loil Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Omgaan met lokale bevolkingsverandering: Begrippen Leefbaarheid: de beleving van de dagelijkse woonomgeving (of ‘wordt de omgeving als passend ervaren’) Sociale vitaliteit: inspanningen en initiatieven van bewoners gericht op hun omgeving (actief, open, betrokken) Voorzieningen (sociale infrastructuur): VVA (Voorzieningen, Verenigingen, Activiteiten), Voorwaarde én Resultaat van menselijk handelen Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? 13
Veranderingen in dorpen Autonoom dorp Bloei van het autonome dorp tijdens de Wederopbouw: 1950-1970 Nieuwe welvaart bleef in het dorp Het autonome dorp als ‘machtig beeld’ Woondorp (Auto)mobiliteit: Verplaatste consumptie, algemene schaalvergroting van het leven Toenemende oriëntatie op de eigen woning en woondomein (schaalverkleining) Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
De sociale staat van het platteland Het gaat goed op het platteland: wonen, mobiliteit, betrokkenheid (maar niet voor iedereen en niet overal) Sociale verbanden worden losser, maar tevredenheid overheerst Platteland is in trek. Stedelingen hebben een idyllisch beeld. Verandering negatief beoordeeld Sociale cohesie op het platteland draagt bij aan leefbaarheid, maar niet aan sociale vitaliteit Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? 15
Verschillen tussen bewoners / dorpen Autonome dorp Oordeel over de voorzieningen in het dorp is belangrijk “We hebben nog een kleine supermarkt en we hebben nog een bakker … Want als je dat niet meer hebt op een dorp … en dat zouden we misschien meer moeten gaan beseffen met z’n allen” Woondorp Oordeel over de eigen woning en de woonomgeving is belangrijk “Eigenlijk hebben we heel doelbewust voor dit dorpje gekozen want het is … de Parel van de Zak. En die Zak sprak ons vreselijk aan … Het landschap trok ons ontzettend” Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Verschillen tussen bewoners / dorpen Autonome dorp Je bent er geboren of opgegroeid, je komt ‘van het dorp’ (leefpaden) Je werkt er en je doet er je boodschappen: je woont ‘op het dorp’ (dagpaden) Traditioneel referentiekader: machtig beeld Woondorp Je bent er gaan wonen om de mooie woning en aangename woonomgeving Voor je sociale contacten en voorzieningen ben je niet afhankelijk van het dorp Opkomend referentiekader Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Leefbaarheid in het autonome dorp: de spiraal omlaag Relatie wordt steeds losser: Schaalvergroting van veel voorzieningen is autonoom Gedrag van bewoners regionaliseert Ontwikkeling aantal inwoners Ontwikkeling aantal voorzieningen Bewoners baseren hun oordeel steeds vaker op kwaliteit woonfunctie Aantal inwoners neemt vooral af door kleinere huishoudens Ontwikkeling Leefbaarheid Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Leefbaarheid in het woondorp: de spiraal omhoog Dorpen gaan verschillen in de aanwezigheid van sociaal kapitaal Regiovorming Ontwikkeling gemeenschaps-initiatieven (voorzieningen) Ontwikkeling woonfunctie binnen de streek Krimp heeft pas effect als woonfunctie wordt aangetast Voorzieningen zijn resultaat van leefbaarheid Ontwikkeling Leefbaarheid Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Gemeenschapsinitiatieven: Loil Gemeenschapsinitiatieven: voorzieningen als resultaat van de leefbaarheid en sociale vitaliteit gecreëerd door de dorpssamenleving: initiatieven van bewoners Voorwaarden leefbaarheid en vitaliteit: Woonsituatie: ruimtelijke kwaliteit als doel Zorg voor ruimten om elkaar te ontmoeten (third places) Sociaal kapitaal: investeer in mensen die binden én bruggen bouwen Betrek bewoners bij het veranderen van de lokale identiteit Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? 20
Sociale vitaliteit van dorpen Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? 21
Mythes en Perspectieven Bevolkingsgroei is doel op zich De uitstroom van jongeren moet worden tegengegaan Leefbaarheid stimuleren door lokale voorzieningen te behouden Leefbare dorpen zijn sociaal vitaal Kwaliteit is het doel Trek menselijk en sociaal kapitaal aan (ook ouderen, deeltijd wonen) Leefbaarheid stimuleren door: Verbeteren woonkwaliteit Ontmoetingsfunctie creëren Voorzieningen bereikbaar houden Belang van sociaal kapitaal en identiteit: investeren in bewoners en lokale cultuur Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering?
Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies Krimp: hoe omgaan met lokale bevolkingsverandering? Nederland groeit naar 17,5 miljoen inwoners, maar de demografische groei dooft nu toch langzaam uit. Tegelijkertijd is sprake van een aanzienlijke vergrijzing en een sterke toename van het aandeel alleenstaanden. Maar er is bovendien sprake van aanzienlijke regionale en lokale verschillen. Voor een deel zijn die het resultaat van een steeds omvangrijker ‘opleidingsmigratie’ naar de grote steden. Een aantal grensregio’s wordt nu al geconfronteerd met bevolkingsdaling. Dat leidt lokaal tot vraaguitval op de woningmarkt en dus tot leegstand. Omvangrijke leegstand tast de leefbaarheid en de waarde van het vastgoed aan. Krimp leidt bij veel bewoners en bestuurders nog vaak tot traditionele reflexen: het nastreven van groei door nieuwbouw, het aangaan van concurrentie met een naburige gemeente, het versterken van zwakke punten, het verminderen van regelgeving, het versterken van het lokaal voorzieningenniveau, het tegengaan van de uitstroom van jongeren. Het is aan de geografie en planologie om de mythen die op dit terrein leven bloot te leggen en te zoeken naar nieuwe uitgangspunten. Er is voldoende reden om daarbij ook naar andere Europese landen te kijken. Voor een deel is sprake van overeenkomstige achtergronden, maar vergelijking maakt duidelijk hoe belangrijk nationale en regionale verschillen zijn. Tenslotte hebben grensgebieden steeds meer te maken met het aanliggend buitenland: als achtergrond van de krimp en als mogelijke oplossingsrichting. Frans Thissen