Het hormoonstelsel 4 havo.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Thema 5 Homeostase Paragraaf 1
Advertisements

Hormonale regeling van de voortplanting
H11 Regeling door Hormonen
Kerndoel 11 Thema 6, 7 en 9 3 vmbo(t).
Het hormoonstelsel Thema 6 Basisstof 8 blz
Je lichaam in balans suikerbalans waterbalans.
Hormoontest.
Hormonale regulatie.
Hormonale regeling Bron:
AFI1 Regulatie Hormoonstelsel 1
Hormoonstelsel Overzichten van hormoonwerkingen.
4. Het autonome zenuwstelsel
Hormonale regeling van de voortplanting
Samenwerking tussen zenuwstelsel en hormonaal stelsel
Geleidelijke regeling van lichaamsfuncties
Thema 6: Regeling Basisstof 4.
Thema 6: Regeling Basisstof 6.
Hormonen (Vetachtige of eiwitachtige) Signaalstoffen die door bloed vervoert worden Hebben specifieke werking  reageren op receptoreiwitten van doelwitorgaan.
Hormonale regeling van de voortplanting
Hormonen 4A.
T7. Regeling en gedrag B1. Het zenuwstelsel B2. Zenuwcellen en zenuwen
Thema 16 Hormoonregulatie
Klierwerking als reactie op prikkels
Eilandjes van langerhans en bijnieren
Thema 10: Bouw en functie van het hormonaal stelsel
Thema 6 Regeling.
Hormoonstelsel.
Hersenen Hypothalamus hypofyse Interne en extrene invloeden A C T H
Thema 5: Regeling Basisstof 2 Hormonen.
Thema 4: Waarneming en Regeling
Thema 38 Hormonen Algemeen zenuw- en hormoonstelsel.
Les 4 het hormoonstelsel
Regeling door Hormonen
Niet zenuwachtig worden, he?
Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1.
Regeling.
Het hormoonstelsel.
Hormonen 3 VWO.
Het hormoonstelsel 4 havo.
Hormoonklieren = endocriene klieren
Johan Bugel Campus Winschoten HORMOONSTELSEL. Johan Bugel Campus Winschoten Wat doen hormonen?  Het zenuwstelsel en het hormoonstelsel spelen een erg.
Zoeken naar het evenwicht
Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7.
De eilandjes van Langerhans en de bijnieren
Regeling.
Regeling door hormonen
Hst. 3 Endocrinologie Struma Stress.
Inwendig milieu – zit in bloed en cellen
Hormoontest.
Endocrinologie.
Zenuwstelsel =organenstelsel
Thema 6: Regeling.
Het hormoonstelsel Thema 6 Basisstof 8 blz
zenuwstelsel prikkel Impuls impuls Hersenen CZ Zintuig zenuw zenuw
Regeling 3 VMBO - BB.
LF3 Periode 1 Hormoonstelsel
Endocrinologie Paula begint.
B. Stof 4 Hormonen Basisstof 5 Zwanger
Hormonen & voortplanting
Hormoonstelsel
Hormoonstelsel: DM en schildklier
Endocriene Stelsel Hormoonstelsel.
Thema 6: Regeling Basisstof 2 Hormonen.
Transcript van de presentatie:

Het hormoonstelsel 4 havo

Hormoonklieren

Hormonen Worden door hormoonklieren afgegeven aan het bloed Werken alleen op doelwitorganen Hormoonspiegel bepaalt mate van reactie Een hormoon kan meerder processen regelen in het doelwit orgaan Hormonen worden afgebroken door de lever Trage werking, maar wel langdurig

Hypofyse Wordt aangestuurd door de hypothalamus FSH: beïnvloedt de testes en ovaria LH: beïnvloedt de testes en ovaria TSH: beïnvloedt de schildklier Oxytocine: weeën ontstaan bij geboorte en melksecretie wordt opgang geholpen Antidiuretisch hormoon (ADH): urine productie in de nieren Groeihormoon (GH): groei en ontwikkeling

Schildklier Produceert thyroxine Thyroxine beïnvloedt stofwisseling, groei en ontwikkeling Weinig thyroxine: verlaagde stofwisseling, koud en snel moe Vanaf de geboorte: dwerggroei Op latere leeftijd: struma Oorzaak: te weinig jood

Schildklier TSH stimuleert: Thyroxine remt secretie TSH Vorming schildklierweefsel Secretie thyroxine Thyroxine remt secretie TSH Negatieve terugkoppeling

Eilandjes van Langerhans Liggen tussen de alvleesklier cellen Productie van insuline en glucagon Regelen bloedsuikerspiegel

Eilandjes van Langerhans Meer glucose: meer insuline: minder glucagon Insuline zet glucose om in glycogeen (in lever en spieren) Glucosegehalte onder 0,1%: minder insuline productie en meer glucagon Omzetting glycogeen in glucose (lever en spieren) door glucagon

Suikerziekte Weinig insuline: glucose gehalte in het bloed stijgt tot maximaal 0,16% (nierdrempel) Daarboven: glucose verlaat lichaam via urine Insulinetekort aangevuld met insuline inspuiten Bloedsuikerspiegel moet tussen 4 en 6 mmol/liter liggen (nuchter)

Bijnieren Bijniermerg (binnenste van de bijnieren) produceert adrenaline Komt vrij bij woede, angst of schrik onder invloed van het autonome zenuwstelsel Snelle, kortdurige werking

Adrenaline In de lever en spieren: glycogeen omgezet in glucose Hartslag en ademfrequentie gaan omhoog Bloedvaten naar skeletspieren en hersenen verwijden zich Stelt het lichaam in staat onder spanning snel te handelen