De meeste bacteriën zijn zo'n 1–5 µm (0,001-0,005 mm) lang

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Wat zijn microben?.
Advertisements

de cel als bouwsteen van levende wezens
Materialen en middelen Water en detergens.
Medische Microbiologie
Diffusie, osmose en plasmolyse.
Ordening en evolutie Thema 5.
BLOEDBANKAVOND Bacteriologische surveillance van trombocytenconcentraten; zinvol of niet? Dr. M.M.W. Koopman.
Microbiologie.
MICROBIOLOGIE - DEEL I - Prof. Dr. ir. J. Swings LES 6 « Biology of Microorganisms », 9de ed. (2000)
BS4 Schimmels.
5 Plantaardige en dierlijke cellen
Relaties in de natuur Planten produceren zuurstofgas
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Systematiek De eerste die probeerde een systematische indeling te maken was Aristoteles ( voor Christus). Bijna alle wetenschappers uit zijn tijd.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
De wondere wereld van de cel
Het rijk van de Bacteriën
Een beetje suf….
Vijfrijkensysteem volgens Whittaker.
Voorkennistoets.
Vermenigvuldiging en levensvoorwaarden
Bacteriën Heil en onheil.
Bacteriën Bouw en indeling.
STOF-EN ENERGIE-OMZETTINGEN BIJ AUTOTROFE ORGANISMEN
Basisstof 9: Autotroof en Heterotroof
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Boek: Biologie voor jou VWO b2 deel 1
13 Eten of gegeten worden!.
Thema groeiomstandigheden
THEMA 2 CELLEN Basisstof 1: Weefselonderzoek
Les: 1 Organen en Weefsels
Bacteriën Micro organismen.
B. Stof 5 De celorganellen Plantencellen en hun organellen 1
Groei Micro organismen.
Med.hro.nl/kamse/EASMHS01K/
Med.hro.nl/kamse/EASMHS01K/
Hoofdstuk 2 De cel.
Voedings-typen Dieren en sommige schimmels
Hoofdstuk 4 Transport in cellen
Thema 3 Organen en cellen
Hoofdstuk 43: Biodiversiteit: ordening en evolutie Nieuw: F2 in het CE, mag in SE; ook F3, dat moet in het SE. Lieveheersbeestjes: Aaibaar zijn ze zeker,
Reader microbiologie voor zoötechniek
Leskaart indelen van organismen
12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces:
Afweer.
Leskaart GFT Uitleg Bacteriën
Bacteriën NW 2015 Hygiene en Gezondheid.
Basiskennis bacteriologisch onderzoek
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Basisstof 4 Koolstofassimilatie
12.4 Dissimilatie Dissimilatie is het afbreken van grotere moleculen in kleinere, waarbij energie vrijkomt en wordt vastgelegd in de vorm van ATP. Deze.
Micro - organismen zijn overal … ook als je ze niet ziet.
Basiskennis bacteriologisch onderzoek
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Thema 5: : Evolutie (en ordening) ook wel biodiversiteit genoemd B
Thema 4. Ordening Blz 80.
Thema 3 ecologie.
Groei Micro organismen.
12.2 Stofwisselingsprocessen
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Organen en cellen.
Voedselketen Consument 1e orde Consument 2e orde Consument 3e orde
Transcript van de presentatie:

De meeste bacteriën zijn zo'n 1–5 µm (0,001-0,005 mm) lang De meeste bacteriën zijn zo'n 1–5 µm (0,001-0,005 mm) lang. De grootte kan per soort echter nogal variëren. De parasitaire bacterie Rickettsia kan 0,1 μm (0,0001 mm) meten, terwijl de "zwavel-etende" reuzebacterie Thiomargarita namibiensis afmetingen tot 750 micrometer (0,75 mm) kan bereiken.

Onderscheid naar vorm coccen (bolvormige bacteriën), rond van vorm, bijvoorbeeld Streptococcus, Sarcina. bacillen: (staafvormig), bijvoorbeeld nitraatbacterie, pestbacterie. vibrionen (kommabacillen), gebogen staafjes in de vorm van een deel van een spiraal, bijvoorbeeld Vibrio cholerae. spirillen (spiraalbacteriën), spiraalvormige gewonden staafjes. Straalzwammen, (Actinomyceten), schimmelachtige vormen bestaande uit staafvormige onbeweeglijke cellen. Meestal met straalvormige vertakkingen van zeer dunne lange draden.

Onderscheid naar voedsel Autotroof; Cyanobacterien Fotosynthese Chemo-autotroof; vb. zwavelbacteriën, nitrificerende bacteriën Heterotroof

Onderscheid naar celwand De celwand van bacteriën is gemaakt van peptidoglycaan. Door middel van een Gram-kleuring kan zichtbaar worden gemaakt of deze laag dik of dun is. De celwand ligt naast het binnenin gelegen celmembraan. Bacteriën met een dikke wand van peptidoglycaan. Dit zijn de gram-positieve bacteriën. Gram-positieve bacteriën hebben meestal geen extra membraan aan de buitenkant van het omhulsel, maar een aantal soorten heeft wel een extra omhullend laagje.

Bacteriën met een dunne wand van peptidoglycaan Bacteriën met een dunne wand van peptidoglycaan. Dit zijn de gram-negatieve bacteriën, die gewoonlijk een extra membraan aan de buitenkant van het omhulsel hebben. Het buitenmembraan maakt deze bacteriën vaak ziekteverwekkend.

Onderscheid naar leefomgeving Temperatuur pH Osmotische waarde Zuurstofspanning Naar hun gevoeligheid voor zuurstofspanning worden bacteriën in vier groepen onderverdeeld: aeroob, facultatief anaeroob micro-aerofiel anaeroob