bouBIB1dc Vloeren In één richting dragend. Week 4 Docent: M.Roos
Vloeren Randvoorwaarden vloeren De randvoorwaarden hebben betrekking op; 01. de wringstijfheid van de randen tpv de oplegging 02. de veerstijfheid van de randen tpv de oplegging. De mate van inklemming van de vloer tpv de oplegging hangt af van de wringstijfheid van de rand. Vaststelling randvoorwaarden vloeren 01. vrije oplegging 02. volledige oplegging 03. gedeeltelijke oplegging 04. toevallige oplegging. Globale schatting wapening Doorsnede beugels = 1/50 á 1/75h ≥ 6 mm Doorsnede hoofwapening = 1/20 á 1/25h
Vloeren Schatten vloerafmetingen (starre oplegging, in één richting dragend) Schema 01. Bepaal de overspanningschema a. Voor oplegleglengten zie voorgaand b. Bepaal de nuttige hoogte d dmv slankheideisen overspanning c. Bepaal de plaatdikte h De afmetingen van de vloer moeten voldoende zijn om aan de gestelde eisen van sterkte en stijfheid te voldoen. De benodigde vloerdikte blijkt rechtevenredig met de overspanning en is mede afhankelijk van de randvoorwaarden.
Vloeren
Vloeren
Vloeren
Vloeren
Vloeren
Vloeren Wapeningsschema: Vloer aan beide einden vrij opgelegd
Vloeren Wapeningschema tussenveld
Vloeren Wapeningsschema eindveld
Vloeren Detaillering vloerwapening
Vloeren Rekenvoorbeeld 150 150 5850 Een vloer in een kantoorgebouw wordt belast met een veranderlijke belasting. qQ,k = 3 kN/m2, ϕ0 = 0.5; ϕ2 = 0.3. Afwerklaag qG,k = 0,6 kN/m2 Op de vloer worden lichte scheidingswanden. qG.k = 0.5 kN/m2 worden geplaatst. De vloer is opgelegd op een spouwblad met een dikte van 150mm C20/25, B500, XC1, gevolgklasse CC2
Vloeren Opleglengten tlinks=trechts=150mm leff = ln + α1 + α2 = ln + ½ tlinks + 1/2trechts = 5850 + 0.5 x 150 + 0.5 x 150 = 6000mm leff / d = 25 d = 6000 / 25 = 240mm Mileuklasse XC1: cnom = 15mm Bij een geschatte staafdiameter van Ø=10mm wordt h = 240 + 15 + ½ x 10 = 260mm De blijvende belasting: qeigengewicht = qeg = h x ρbeton = 0.26 x 25 = 6,50 kN/m2 qrustende belasting = 0.6 + 0.5 = 1,10 kN/m2 qG.k = 7,60 kN/m2
Vloeren De veranderlijke belasting qQ,k = 3 kN/m2 met ϕ0 =0,5 en ϕ2 = 0.3 De quasi-blijvende veranderlijke belasting is dan 0.3 x 3 = 0.9 kN/m2 De vloer wordt verdeeld gedacht in liggers met een breedte van 1 meter, dan is de belasting per m (lijnbelasting) qG.k = 7,60 kN/m en qQ.k = 3,0 kN/m2 Voor de rekenwaarde van de belasting qd, gevolgklasse CC2, de grootste waarde aanhouden van: 1.2Gk + 1.5Qk = 1.2 x 7,6 + 1.5 x 3 = 13,62 kN/m of 1.35Gk + ϕ0 x 1.5 x Qk = 1.35 x 7,6 + 0.5 x 1.5 x 3 = 12,51 kN/m De controle van de scheurvorming wordt bepaald met de quasi-blijvende veranderelijke belastin: q = qG,k + 0.3qQ,k = 7,6 + 0.3 x 3 = 8,5 kN/m
Vloeren
Vloeren Toevallig inklemmingsmoment: MEd, inkl = 9,2 kNm; d = 240mm Globaal: As = 0.15As,veld = 0.15 x 652 = 98 mm2 Uit ρmin = 0,13% volgt een minimumwapening van 0,0013 x 240 x 1000 = 312mm2/m De hoeveelheid minimumwapening behoeft echter niet meer te bedragen dan de hoeveelheid benodigd volgens de UGT-toetsing, 1,25 x 98 = 123mm2/m De wapening per meter breedte: Veldmoment: As = 652mm2, kies Ø10 – 100 = 790mm2 Verdeelwapening 20% van de berekende hoofdwapening: As,verd = 0,2 x 652 = 130mm2, Kies Ø6 – 200 = 141mm2 Toevallig inklemmingsmoment: As = 123mm2, kies Ø8 – 250 = 201mm2 Verdeelwapening 20% van 98mm2 = 20mm2, kies Ø6 – 250 = 113mm2
Vloeren Controle scheurwijdte: Het betreft een vloer in de milieuklasse XC1, zodat een controle van de scheurwijdte niet nodig is. Toets doorbuiging met slankheidstabel leff/d = 25; een waarde die voldoet aan ρ < 0,31% Voor As is ρ = 0,27% < 0,31. De gekozen vloerdikte van 260mm is dus voldoende groot om aan de doorbuigingseisen te voldoen.
Vloeren Verdeelwapening tbv toevallig inklemmingsmoment Wapeningstekening (bovenaanzicht) Toevallig inklemmingsmoment Hoogte vloer Oplegging Verdeelwapening tbv hoofdwapening Hoofdwapening Ø10-100, helft veldwapening eindigt voor de dag Ø10-200
Vloeren
Vloeren
EINDE