Humusprofielen en humusvormen 05/04/2017 Humusprofielen en humusvormen Bas van Delft, Rein de Waal
Humusvormtypologie Humusprofiel: Humusvorm: Het deel van de bodem waar organische stof voor komt Organische horizonten (L, F, H, O en M) Minerale horizonten (A, E en B) Humusvorm: Specifieke vorm waarin een humusprofiel voor komt Voorkomen en dikte van horizonten tot 40 cm - mv. Bepaald door classificatie (net als bodemeenheid)
Humusprofielen Organische stof afgebroken door bodemleven Megafauna: regenwormen, potwormen, insecten Mesofauna: mijten, springstaarten Microorganismen: schimmels en bacteriën Elke groep organismen heeft eigen invloed op organische stof Activiteit bodemleven bepaald door omgevingsfactoren: vocht, zuurgraad, voedselrijkdom, temperatuur, toxische stoffen Activiteit bodemleven bepaalt evenwicht homogenisatie-accumulatie
Vorming humusprofiel
Humushorizonten: L (litter) Versgevallen strooisel
Humushorizonten: F (fermented) Gedeeltelijk verteerd Fm - schimmel Fz - dierlijke activiteit Fa - schimmels en dieren
Humushorizonten: H (humified) Volledig gehumificeerd Hr - herkenbare residuen Hh - geen residuen Hw - houtresten
Humushorizonten: M (mat) Wortelmatten Mf - onverteerd Mm - gedeelteijk Mh - gehumificeerd
Humushorizonten: O (organic) Veen Of - onverweerd Om - verweerd Oh - eutroof veraard Og - anaeroob veraard mesotroof Od - aeroob oligotroof veraard
Humushorizonten: A Gehomogeniseerd Ah - bioturbatie Ap - ploegen Aa - opgehoogd (eerdlaag) A(h)e - uitgeloogd A(h)g - gley
Humushorizonten: E (eluvial) Ontijzerd en uitgeloogd
Humushorizonten: B Inspoelingshorizonten Bh - humusinspoeling Bhs - humus + Fe/Al sesquioxiden Bw - moderhumus
(Humus)horizonten: C Moedermateriaal geen bodemvorming als humushorizonten < 40 cm
Van humusprofiel naar humusvorm - 40 cm 120 80 Hh BC Ah Bh E Cg Fz L Humusvorm Bodemprofiel Humusprofiel
Humusvormtypologie Functioneel gebaseerd op onderliggende processen Voorkomen, dikte en verhouding van horizonten Flexibel Aansluiten bij internationale indelingen Toepasbaar bij breed scala aan ecosystemen
Humusvorm typologie Eenheden en criteria ‘ecologisch relevant’ 05/04/2017 Eenheden en criteria ‘ecologisch relevant’ milieuveranderingen weergeven natuurlijke successie weergeven Aansluiten bij bestaande systemen Toepasbaar in het veld Bos en korte vegetaties Terrestrisch en semi-terrestrisch With the examples I showed before, we hope to have illustrated to you the close relationship between humus forms and site factors. This is essential to our ecological soil classification The humus form classification, must reflect this relationship. We have formulated the following requierments for such a classification KLIK The classes and criteria must reflect environmental changes and natural succession If possible the system must connect to exiting systems like Klinka The system must be appliccable in a field situation It must describe both forest and non-forest systems And also terrestrial and semi-terrestrial systems
Humusvormtypologie Eerste niveau: Orde (N=5) Mull accumulatie 05/04/2017 Eerste niveau: Orde (N=5) accumulatie Mull Mullmoder Moder Mormoder At the highest level we recognise 5 orders, with increasing accumulation of organic matter KLIK Mor
Humusvormtypologie Tweede niveau: Suborde (N=9) Terrestrische Mull 05/04/2017 Tweede niveau: Suborde (N=9) Terrestrische Mull Semi-Terrestrische Mull Terrestrische Mullmoder Semi-Terrestrische Mullmoder Terrestrische Moder Semi-Terrestrische Moder Terrestrische Mormoder Terrestrische Mor Semi-Terrestrische Mor Mull Mullmoder Moder Mormoder The second level is based on dicrimination between terrestrial and semi-terrestrial sites Mor
Onderverdeeld in 90 subgroepen Humusvormtypologie 05/04/2017 Hydromull Vaagmull Krijtmull Akkermull Zandmull Wormmull Hydromullmoder Xeromullmoder Hydromoder Eerdmoder Xeromoder Xeromormoder Veenmosmor Mesimor Derde niveau: Groep (N=15) Mull Mullmoder Moder Mormoder Mor T S Onderverdeeld in 90 subgroepen On the third level we distinguish 15 groups, on mostly on parent material, like sand, clay, peat or lime content of the soil. KLIK These groups are divided again in 90 subgroups