De 5 gevallen opdracht 1 a) b) Reëel , Omgekeerd , Vergroting c) + B F1 F2 L B’ b) Reëel , Omgekeerd , Vergroting c) Fototoestel
De 5 gevallen opdracht 2 a) b) Reëel , Omgekeerd , Vergroting + L’ B F1 F2 L B’ b) Reëel , Omgekeerd , Vergroting
De 5 gevallen opdracht 3 a) b) Reëel , Omgekeerd , Vergroting c) + L’ B L F1 F2 B’ b) Reëel , Omgekeerd , Vergroting c) Diaprojector (die vergroot veel meer dan 2,0x)
De 5 gevallen opdracht 4 a) b) + L’ L F1 F2 b) Geen beeld, want de uitgaande stralen snijden niet
De 5 gevallen opdracht 5 a) b) Virtueel , Rechtopstaand , Vergroting + L’ F1 F2 L B b) Virtueel , Rechtopstaand , Vergroting c) Vergrootglas
De 5 gevallen opdracht 6 Geval Afstand van het voorwerp tot de lens Reëel of Virtueel Rechtop of Omgekeerd Vergroot of Verkleind 1 Meer dan 2x de brandpuntsafstand 2 2x de brandpuntsafstand 3 Tussen 2x en 1x de brandpuntsafstand 4 De brandpuntsafstand 5 Minder dan de brandpuntsafstand Reëel Omgekeerd Verkleind Reëel Omgekeerd Even groot Reëel Omgekeerd Vergroot Geen Virtueel Rechtop- staand Vergroot