warmte Warmte is een energievorm en is niet hetzelfde als temperatuur. Je moet warmte toevoeren aan een voorwerp, om het in temperatuur te laten stijgen. Als je aan een stof warmte toevoert gaan de moleculen harder trillen. Door dit harder trillen wordt de onderlinge afstand wordt iets groter de stoffen zetten dan uit (het volume wordt groter). Warmte kan zich verplaatsen door: een vaste stof een vloeistof een gas het luchtledige Verplaatsing van warmte is altijd van hoge naar lage temperatuur.
Transport door vaste stoffen Geleiding Het doorgeven van warmte heet bij vaste stoffen Bij bepaalde vaste stoffen wordt de warmte (beweging/trilling) goed doorgegeven. Geleiders Deze heten v.b. Metalen zoals: koper ijzer zink zilver Bij bepaalde vaste stoffen wordt de warmte (beweging/trilling) slecht doorgegeven. Isolatoren Deze heten v.b. hout plastic glaswol Tempex (piepschuim)
Transport door vloeistoffen en gassen stroming Het doorgeven van warmte heet bij vloeistoffen en gassen Als de vloeistof/gas moleculen sneller gaan trillen wordt hun onderlinge afstand groter. “WARM” “KOUD” Hierdoor zit er in 1 cm3 minder moleculen en dus is warm gas en/of warme vloeistof “lichter”. Hierdoor ontstaat stroming
Stilstaande lucht/gas Om stroming tegen te gaan maakt men zeer vaak gebruik van stilstaande lucht: Thermopane beglazing Beharing mens/dier Glaswol Noppenfolie Tempex (piepschuim) Donzen dekbed
Transport door (warmte) straling In bepaalde gevallen is er geen tussenstof nodig om de warmte te transporteren straling Dit is het geval bij v.b. De zon die de aarde verwarmt De warmte die je zijwaarts voelt van een radiator Deze straling wordt in warmte omgezet zodra het door een vlak opgenomen wordt. Witte glimmende vlakken weerkaatsen de straling en worden dus niet zo snel warm Zwarte doffe vlakken nemen de straling goed op en worden dus snel warm