Het interbellum
Verzuiling Nederland in het interbellum een verzuilde natie Zuilen -open aan de top -gesloten aan de basis Pacificatiedemocratie→overlegcultuur tussen elites gebaseerd op grote greep leiders op hun volgelingen -regentenmentaliteit -achterkamertjespolitiek -geen echte democratie (kiezer = stemvee)
vervolg Voordelen verzuiling -rust -duidelijkheid Nadelen verzuiling -verstarring -verdeeldheid In het interbellum regeert een coalitie van confessionelen (RKSP,ARP,CHU) Geen samenwerking van harte In 1925 vindt de Nacht van Kersten plaats
vervolg Kabinet valt Poging tot vorming kabinet RKSP-SDAP mislukt→ Confessionelen regeren door met extra parlementaire kabinetten Welke andere soorten kabinetten zijn er? -minderheidskabinet ev met gedoogsteun -zakenkabinet -nationaal kabinet Hoe komt een kabinet tot stand?
Sociaal -economische toestand -Moeizaam economisch herstel na WO I -Korte economische bloeiperiode tussen 1923 en 1929 (Plan Dawes) -Economische crisis van 1929-1939 Er wordt weinig aan sociale wetgeving gedaan -daar is geen geld voor -confessionelen aan de macht (beperkt overheidsingrijpen) -werkgevers tegen (kost hun geld→slecht voor hun concurrentiepositie)
Jaren ‘30 Crisisaanpak regering -aanpassingspolitiek (bezuinigen)→ verlaging van de steun (gunst,geen recht) -steunpolitiek o.a. werkverschaffing (druppel op gloeiende plaat) Alternatieve aanpak van NVV en SDAP (Plan van de Arbeid) gaat niet door
vervolg Tijdens de crisis groeit de aanhang van ondemocratische partijen van links en rechts -democratische partijen schuld van niet oplossen crisis -democratie is te veel praten en slappe compromissen sluiten Aanhang blijft klein ( CPH 4 %,NSB 8 %) -men blijft de verzuilde partijen trouw -Colijn (ARP) sterke man
verzuiling
verzuiling
Aanpassingspolitiek
steunpolitiek
vervolg
Plan van de Arbeid
NSB
NSB Mussert
CPH Paul de Groot
Colijn