Karel en grote problemen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 2 - Investituurstrijd.
Advertisements

Feodalisme en het hofstelsel
Hofstelsel en leenstelsel
Karel en grote problemen
Seculiere en Reguliere Geestelijken
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Tijdvak: Steden en Staten
Feodale stelsel.
H3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Tijd van monniken en ridders
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kerstening van Noordwest-Europa - werkwijze
Christendom in Europa.
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
De middeleeuwen 1 De Germanen.
5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
Verdediger van het Christendom
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 2: De Germaanse cultuur en opkomst der Franken.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland,
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 1: Clovis, de Kloosters en Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders en.
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 11: Het Christendom in Europa Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders.
Strijd tussen De Kerk en De Staat Les 8 - Investituurstrijd
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 13 - Investituurstrijd.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Een anachronisme? Welk beeld heb jij bij/van ridders?
Kenmerk 5: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 1: Germanen
Hofstelsel en horigheid
Machtige heren, halfvrije boeren
Paragraaf 3.3 Deze les: Feodale stelsel
Hoofdstuk 3: De Middeleeuwse standensamenleving
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 7: De Romeinen, Romanisering.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Het leenstelsel Van orde naar wanorde (8e -15e eeuw)
Tijd van monniken en ridders
De vroege middeleeuwen, 500 – 1000
Goed voorbereid naar de Pabo!
Pabo instroom geschiedenis
4.5 De Nederlanden onder de Bourgondiërs - de Gewesten
Paragraaf 3, trouw aan de heer
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Tijd van Monniken en Ridders
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Tijd van Monniken en Ridders
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders ( ) Middeleeuwen ( )
Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel
Leven op een domein KA 10 hofstelsel.
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Hoofdstuk 3.3 Het bestuur wordt feodaal
Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
De vroege middeleeuwen
De vroege middeleeuwen
Ontdekkers en Hervormers
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 28 - Investituurstrijd.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Transcript van de presentatie:

Kenmerk 12 Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur Les 10: Karel de Grote en Ridders

Karel en grote problemen H3:§ 2:p68-70 (en oriëntatie) Karel en grote problemen In 768 werd Karel Koning der Franken Hij zou de grootste worden Maar hij erfde grote problemen Invasies van alle kanten (zie dia) Verdeeldheid in het rijk edelen deden zelf wat zij wilden Grote armoede in het rijk Weinig ontwikkelde onderdanen Een slecht bestuur analfabetisme Karel trachtte deze problemen tegelijk op te lossen!

Noormannen Friezen Saksen Avaren Arabieren

Karels oplossingen Een pact met de Kerk (daar de volgende les meer over § 3.3) Trachtte kennis uit de Grieks-Romeinse tijd te redden Door geestelijken geschriften uit die tijd te laten overschrijven Mn. over (land-) bouwkunde

Karels oplossingen III. Hij stichtte een reizend hof (§ 3.1) De pleisterplaatsen werden paltsen genoemd Noodzaak Om zijn gezag te doen gelden Recht te spreken Disputen te beslechten Beloonde goed gedrag Om voldoende voedsel voor zijn hof te hebben In zijn gevolg reisden Schrijvers, geleerden, rechters, geestelijken en een van zijn edelen

Karels oplossingen 3 ▼ IV. Bouwde een ruiterleger Zo ontstond ....? Gaf als leenheer mannen gebied in leen in ruil voor bescherming van het land Deze leenmannen moesten paarden fokken en altijd paraat staan kregen door hun leen een deel van de opbrengst van de oogst van de boeren die in het gebied leefden (pacht) hadden dezelfde n/w als de Germanen voor hen! ▼ Zo ontstond ....? de middeleeuwse adel!

Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1300 1400 Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel Zij bezaten een of enkele domeinen Op het domein stond een versterkte boerderij of een klein kasteel Weinig meer te eten dan de horige Wat zij verdienden (pacht) ging veelal op aan een of meerdere paarden en een wapenuitrusting

Wat kost een ridderuitrusting in de tijd der Karolingen Wat kost een ridderuitrusting in de tijd der Karolingen? - uitgedrukt in koeien helm, 6 koeien maliënkolder, 12 koeien zwaard, 3 koeien schede, 4 koeien beenplaten, 6 koeien schild en lans, 2 koeien paard, 12 koeien Een totaal van 45 koeien!

500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1300 1400 Leenheer & leenman De leenman (of vazal) kreeg het land in leen van hoge adel; de leenheer In de 9e eeuw werd dit zelfs erfelijk Had je veel land in leen, dan kon je het verder verlenen!! (achter-leenman) De leenheer moest de leenman bescherming bieden in ruil voor o.a. trouw, leveren van gewapende mannen als er geknokt moest worden, helpen bij het besturen (rechtspreken en adviseren van de heer) van het land van de leenheer

Wat zie je hier? Een vazal zweert trouw

Eigenwijze leenmannen 500 600 700 800 900 1000 1100 1200 1300 1400 Eigenwijze leenmannen Veel leenmannen stellen zich in de loop der tijd steeds onafhankelijker op; zeker toen vanaf de 9e eeuw het lenen een erfelijk karakter kreeg Hiervoor kon de heer niet meer gemakkelijk een leenman bij onbehoorlijk gedrag uit zijn leen zetten en bij overlijden een nieuwe leenman aanwijzen

Karel wordt keizer Zijn rijk werd door de goede bestuur en leger steeds groter. Echter, na Karel viel het rijk weer (denk aan Clovis) uiteen door Verdeling van het land onder zoons bij vererving; interne oorlogen; oorlogen met vijanden van buiten. Karel net keizer

Impact vertrek Romeinen ECONOMIE Handel/nijverheid nabij (limes, Romeinse dorpen, steden) en lange afstand valt weg Infrastructuur gaat kapot geldeconomie verdwijnt Zelfvoorzienend/autarkie/hofstelsel/domein ↑ SOCIALE VERHOUDINGEN Achterblijvers zijn op zichzelf aangewezen Een nieuwe hiërarchie moet ontstaan; horigheid ontstaat CULTUUR - Religie blijft daar waar mensen zijn Normen/waarden van de Romeinen verdwijnen grotendeels Germaanse cultuur wordt steeds belangrijker BESTUUR Romeins bestuur verdwijnt Feodaal bestuur komt op Adel (Ridderstand)

Huiswerk Lezen Maken/meenemen blz. 68 t/m 70 Opdracht 2, p. 70 Maakwerk in de klas Nakijken klassikaal: -- Van vorige les: Tijdvak II afronden; start Tijdvak III Deze les: Opdracht 5 maken; waar? Tijdvak III, op de plaats van vraag+bron Huiswerk Lezen blz. 68 t/m 70 Maken/meenemen Opdracht 2, p. 70 Een afbeelding meenemen of tekening maken van een leenheer die een leenman inzweert/beëdigd/zijn leen geeft (op voorblad Tijdvak III)