Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinen en hun bestuur.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het oude Rome.
Advertisements

Samenleving en cultuur
Kenmerk 6: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinse klassenmaatschappij.
Vrij en onvrij Grieken en Romeinen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
Hoofdstuk 3 De grieken.
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr- 500 n Chr
2.3 Hispania Romana Kenmerk:
Kenmerk 7: De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 18: De Germaanse cultuur.
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 2: De Germaanse cultuur en opkomst der Franken.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 8: Romeinen en Christenen.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 8: De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten Les 7: ontwikkeling van het jodendom en.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 2: Van.
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 1: Graecia;
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 4: Griekenland,
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 6: De Romeinen en hun bestuur.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 1: De Romeinen en hun imperium.
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 1: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Kenmerk 6: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 4: Octavianus a.k.a. Augustus.
Kenmerk 5: De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur Les 1: Alexander de Grote Haironia.
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Kenmerk 5 (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 14: Van Republiek naar Keizerrijk.
Kenmerk 5: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen.
Hoofdstuk V: Rome Les 8: Opkomst van het Christendom
Hoofdstuk V: Rome Les 7: Neergang van het Westen.
Hoofdstuk 2.
Rome!.
De Romeinse samenleving
Echt klassiek! Tijd van Grieken en Romeinen
Het bestuur van de republiek
De Romeinen en hun staatsvorm
Kenmerk 5 De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 12: Het Bestuur.
Hoofdstuk V: Rome Les 3: Het Bestuur
Kenmerk 6: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 4: Phoeniciërs.
Romeinse stad en platteland
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 7: De Romeinen, Romanisering.
Hoofdstuk 3.
DE KLASSIEKE OUDHEID De groei van het romeinse imperium, waardoor de grieks- romeinse cultuur zich door europa verspreidde.
Hoofdstuk V: Rome Les 3 - par 2 – Romeinse samenleving
Hoofdstuk V: Rome Les 4: Veroveringen en Caesar
Hoofdstuk V: Rome Les 2 - par 1B Het bestuur
Hoofdstuk III: Griekenland Les 3: Par 2, Het bestuur van de polis
Nederland Les 6: De Gouden Eeuw; Sociale aspecten
Hoofdstuk 4 De Nederlanden
De tijd van Grieken en Romeinen
Bestuur in andere landen
Hoofdstuk V: Rome Les 1: Van dorp tot imperium
Mare nostrum ’onze zee’
Van polis tot keizerrijk
POLITIEK BIJ DE GRIEKEN EN ROMEINEN
Tijd van Grieken en Romeinen 4.2 De Romeinse samenleving.
Koning: 3 functies Legerbevelhebber Opperpriester Opperrechter 6.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Les 14 Wat gaan we doen? 1.Bespreking S.O. 2.Nakijken tijdbalk. 3.Uitleg. 4.Opdracht. 5.Opdracht bespreken. 6.Afsluiting.
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
Hoofdstuk 4 De Romeinen.
Hoofdstuk 3: De Grieken Klas 1 KGT Lesweek 6
Kenmerk 5: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 11: De Romeinse klassenmaatschappij.
Kenmerk 5: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 16: Ontwikkelingen in het Imperium.
Kenmerk 5: De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 13: Octavianus a.k.a. Augustus.
Kenmerk 5 De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 12: Het Bestuur.
§2.2 Werken en leven in het Romeinse rijk
§2.1 Van stad tot wereldrijk
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Transcript van de presentatie:

Kenmerk 6: (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 2: De Romeinen en hun bestuur en economie

Maatschappij en sociale verhoudingen H2:§ 8:p29 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 Maatschappij en sociale verhoudingen De patriciërs vormden een gesloten groep (adel) Waren de bestuurders; de officieren; de grootgrondbezitters Het overgrote deel van de Romeinse bevolking werd het plebs (het volk) genoemd Ook zelfs rijk geworden plebejers mochten zich niet met de patriciërs mengen De onderkant van de samenleving werd gevormd door de proletariërs; zij waren arm en hadden geen invloed Vrouwen kenden geen formele macht Slaven waren bezit Motor van de (landbouw-) economie Armen (plebejers & proletariërs) konden tot slaaf vervallen Meestal een ellendig leven

Van Koninkrijk naar Republiek 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 Stichting van het koninkrijk (753 VC) Republiek (510 VC) (S.P.Q.R) Senatus Populusque Romanus. (De Romeinse Senaat en het volk) of (een nuance) Senatus Populusque Romae (De Senaat en het volk van Rome) In de Republiek vormde de senaat, waarin de elite de baas is, het bestuur senatoren waren patriciërs Het volk had enige invloed op het bestuur via de consuls (2) gekozen door de volksvergadering; hebben vetorecht (zie sheet)

Invloed van het Plebs politiek-sociale strijd 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 Invloed van het Plebs politiek-sociale strijd Tussen de patriciërs en het plebs. De economisch en militaire betekenis van het volk wordt steeds groter, naarmate Rome groter wordt (lees: het Imperium) Handel en militairen In 366 VC wordt de eerste niet-patriciër tot consul gekozen

Hoe groter het rijk …. Hoe groter Rome werd 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 Hoe groter het rijk …. Hoe groter Rome werd Hoe minder Romeins Rome werd Immigratie armen van het platteland (proletariers); veelal door verlies van landbouwgrond (lees: land) uit alle windstreken (multiculti) Hoe machtiger de senaat werd advies werd veelal beleid, doordat in de senaat veel oud-bestuurders zaten (zie sheet provincies) Hoe sterker de Griekse cultuur werd Hoe rijker de rijken werden Hoe moeilijker het werd een goed leger op de been te brengen Eerst kende men namelijk dienstplichtigheid Hoe slechter het met de landbouw op het schiereiland ging Door diezelfde dienstplicht

De samenleving

Provincies