Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 11: Het Christendom in Europa Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders en monniken 500-1000
H3:§ 3:p 72-4 1 400 500 600 700 900 1000 1100 1200 1300 Clovis als christen In 481 werd Clovis (Chlodovech) koning van de Salische Franken. Met geweld onderwerpt hij De talrijke Frankische gouwkoningen (481-482) Daarna richtte hij zich op de onderwerpen van de geromaniseerde volken in het huidige Frankrijk. In 507 is hij de baas over bijna heel het huidige Frankrijk (zie sheet)
Clovis als christen Zijn bekering vindt plaats in 496 of 497 in Reims H3:§ 1:p 42-3 1 400 500 600 700 900 1000 1100 1200 1300 Clovis als christen Zijn bekering vindt plaats in 496 of 497 in Reims 3000 van zijn krijgers volgen zijn voorbeeld Hierdoor kreeg hij de steun alle christenen in zijn rijk Daarna werden alle inwoners van zijn rijk gekerstend
Het Rijk van Clovis In 511 na zijn dood viel het Rijk uiteen Reims
Kerstening van Noordwest-Europa - werkwijze 1 400 500 600 700 900 1000 1100 1200 1300 Kerstening van Noordwest-Europa - werkwijze Na het verval van het Romeinse Rijk had de paus geen greep meer op Noordwest-Europa Voor kerstening moest hij zich verlaten op Frankische vorsten Deze vorsten konden hun inwoners dwingen christen te worden en/of monniken het werk laten doen De monniken werkten als volgt Stichtten een klooster Trachtten gewone mensen in de buurt te bekeren Trachtten de machthebbers te bekeren Wierven nieuwe monniken Stichtten een eindje verderop weer een klooster Regionale machthebbers Schonken vaak land voor kloosters Beschermden de kloosterlingen Zowel de Kerk als de meeste lokale vorsten hadden dus belang bij de kerstening
Hoe werd men christelijk? - praktijk 1 400 500 600 700 900 1000 1100 1200 1300 Hoe werd men christelijk? - praktijk Onder leiding van monniken uit Engeland, Ierland en Schotland werd een groot deel van Noordwest-Europa gekerstend. Wij noemen hen missionarissen. De bewoners van het noorden van “Nederland” waren te koppig om zich te laten bekeren, maar in het zuidelijk gebied ging het voorspoedig Zo stichtte Willibrord – na een mislukte kerstening bij de Friezen – in Utrecht een klooster en werd zelfs tot bisschop benoemd (695) Minder goed verging het Bonifatius een aantal decennia later. In 754 werd hij bij Dokkum vermoord. Friezen zagen in hem een handlanger van de Franken (!).
Hoe christelijk werd men? - praktijk 1 400 500 600 700 900 1000 1100 1200 1300 Hoe christelijk werd men? - praktijk Een verstandshuwelijk tussen de wereldlijke macht – de Franken – en de Kerk Beide profiteerden Zieltjes winnen/redden voor de Kerk (Kerk: cultuur) Eenheid en rust in het vorstelijk gebied (bestuur & economie) De geestelijken brachten geletterdheid mee (bestuur) Maar heidense gebruiken en tradities waren hardnekkig! [kan jij er een paar verzinnen?] Of er vond vermenging plaats tussen Christelijke en heidense gebruiken/denkbeelden Vb. feestdagen; namen van dagen der week; heiligen
Karels oplossingen I Een pact met de Kerk Was in alle gebieden goed vertegenwoordigd Latijn werd de taal van het bestuur Voor wetgeving en communicatie Voerde een lettertype in Hij benoemde clerici tot ambtenaren en iedere bestuurder moest er een aantal aan zijn zijde hebben Deze konden lezen/schrijven en onderhielden contact met het hof Karolingisch minuskel
Frankische Koninkrijk tot 814 Vervelende Friezen
Impact vertrek Romeinen ECONOMIE Handel/nijverheid nabij (limes, Romeinse dorpen, steden) en lange afstand valt weg Infrastructuur gaat kapot geldeconomie verdwijnt Zelfvoorzienend/autarkie/hofstelsel/domein ↑ SOCIALE VERHOUDINGEN Achterblijvers zijn op zichzelf aangewezen Een nieuwe hiërarchie moet ontstaan; horigheid ontstaat CULTUUR - Religie blijft daar waar mensen zijn Normen/waarden van de Romeinen verdwijnen grotendeels Germaanse cultuur wordt steeds belangrijker BESTUUR Romeins bestuur verdwijnt Feodaal bestuur komt op Adel (Ridderstand)
Huiswerk Lezen Maken/meenemen blz. 72 t/m 75 Maakwerk in de klas Nakijken klassikaal: -- Van vorige les: Tijdvak II afronden; start Tijdvak III Deze les: Opdracht 5 maken; waar? Tijdvak III, op de plaats van vraag+bron Huiswerk Lezen blz. 72 t/m 75 Maken/meenemen Een afbeelding meenemen of tekening maken van een leenheer die een leenman inzweert/beëdigd/zijn leen geeft (op voorblad Tijdvak III)