Kleuren . . . 1. van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
Kleuren . . . 1. van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
1. Een witte lichtstraal . . . valt op een glazen prisma. 2. De lichtstraal knikt twee keer . . . en op het scherm zie je het spectrum.
Kleuren . . . 1. van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
1. Bij wit licht is het hart rood. 2. De rode kleur wordt weerkaatst. 3. De andere kleuren van het . . . spectrum worden geabsorbeerd.
1. Bij wit licht is het hart rood. 2. Een blauw filter in de bundel . . . en het hart wordt zwart want . . . het absorbeert het blauwe licht.
1. Bij wit licht is het hart rood. 2. Een rood filter in de bundel . . . en het hart wordt rood want . . . het weerkaatst het rode licht.
1. Bij wit licht is het ‘onze’ vlag. 2. Een blauw filter in de bundel . . . en rood wordt zwart . . . en wit en blauw worden blauw.
1. Bij wit licht is het ‘onze’ vlag. 2. Een rood filter in de bundel . . . en rood en wit worden rood . . . en blauw wordt zwart.
Kleuren . . . 1. van het spectrum. 2. van voorwerpen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
De vlakke spiegel 1. De spiegelwet. 2. Het spiegelbeeld. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
De vlakke spiegel 1. De spiegelwet: i = t. 2. Het spiegelbeeld. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
1. Teken de loodlijn op de spiegel. 2. Meet hoek van inval . . . . . . . . : 3. Teken hoek van terugkaatsing : t = 29° 4. Teken de teruggekaatste straal. i t
1. Spiegelende weerkaatsing . . . is terugkaatsing . . . i t in één richting: i = t 2. Diffuse weerkaatsing . . . is terugkaatsing . . . in alle richtingen. i
De vlakke spiegel 1. De spiegelwet. 2. Het spiegelbeeld. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
1. Teken het spiegelbeeld B. De afstand LS = SB. 2. De straal kaatst terug alsof hij. . . uit het spiegelbeeld B komt. L B S
1. Teken het spiegelbeeld B. De afstand LS = SB. 2. Elke straal kaatst terug alsof hij. . . uit het spiegelbeeld B komt. S L B
Elke straal kaatst terug . . . alsof hij uit het spiegelbeeld B komt. L B
Het voorwerp dat dicht bij . . . de spiegel staat . . . Heeft een spiegelbeeld . . . dat dicht bij de spiegel staat. F F
De vlakke spiegel 1. De spiegelwet. 2. Het spiegelbeeld. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
2. Zomaar een straal tekenen. 3. Einde. De Bolle lens 1. Het beeld tekenen. 2. Zomaar een straal tekenen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
2. Zomaar een straal tekenen. 3. Einde. De Bolle lens 1. Het beeld tekenen. 2. Zomaar een straal tekenen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
Een straal door het midden van de lens . . . . gaat gewoon rechtdoor.
2. Zomaar een straal tekenen. 3. Einde. De Bolle lens 1. Het beeld tekenen. 2. Zomaar een straal tekenen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
Zomaar een straal, afkomstig van een voorwerpspunt . . . . gaat naar het beeldpunt.
1. Scherm 1 is zo gezet dat . . . er een scherp beeld te zien is. 2. Scherm 2 staat te dichtbij . . . 2 1 het beeld is niet scherp.
2. Zomaar een straal tekenen. 3. Einde. De Bolle lens 1. Het beeld tekenen. 2. Zomaar een straal tekenen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
Het oog 1. De bouw. 2. Scherpstellen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
Het oog 1. De bouw. 2. Scherpstellen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
blinde vlek netvlies hoornvlies lens pupil iris zenuw
Een schematische tekening. lens netvlies
Het oog 1. De bouw. 2. Scherpstellen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
De ooglens maakt een scherp beeld. 1. Elke straal door het midden . . . van de lens gaat rechtdoor. 2. a. Het beeld is omgedraaid. b. Het beeld is verkleind. c. Van het beeld is ook . . . links en rechts verwisseld.
Als het voorwerp dichterbij staat . . . moet de ooglens boller worden.
Het oog 1. De bouw. 2. Scherpstellen. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
De camera 1. De camera obscura 2. Het fototoestel. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
De camera 1. De camera obscura 2. Het fototoestel. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
De camera obscura, een groot gat . . . Onscherp De camera obscura, een klein gat . . . Scherper
De camera 1. De camera obscura 2. Het fototoestel. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden
De camera obscura, geen lens . . . Onscherp De camera, met lens . . . Scherp
De camera 1. De camera obscura 2. Het fototoestel. 3. Einde. © Het Vlietland College Leiden