Reactiesnelheid 1 4 Havo/VWO.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2HV.
Advertisements

Stof voor het SE1 H1 t/m 7.
Energie Reactiesnelheid Chemisch evenwicht
CHEMISCH EVENWICHT.
Soorten evenwichten 5 Havo.
Materialen en moleculen
Bouw van atomen & ionen Klas 4.
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Reactiesnelheid (191) Snelle en trage reacties Stofexplosies
Elektrische en magnetische velden H16 Newton 5HAVO Na2
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Diffusie, osmose en plasmolyse.
Verdampen.
Chemische reacties: algemeen kenmerk
a. Wat is de activeringsenergie van deze reactie?
Stoffen en stofeigenschappen
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
B1 Stoffen worden omgezet

Waarom enzymen? Hun werking
3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
Stoffen, moleculen en atomen
Zuren en Basen Introductie Klas 5.
Zuren en basen Zure stoffen kennen we allemaal: azijn of citroen
Samenvatting Hoofdstuk 3
Elektrolyse.
Verbindingen Klas 4.
Opstellen van zuur-base reacties
Evenwichtsvoorwaarde
De Mol 2 4 Havo-VWO.
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Hoofdstuk 2 Paragraaf 2 Ontleden Klas 3.
Rekenen met atomen De mol.
enzymen: katalysator Enzymen
ASSIMILATIE Basisstof 3 en 4.
V5 Chemische evenwicht H11.
Berekeningen aan redoxtitraties
Biochemie: werking van enzymen
Samenvatting H 8 Materie
Faseovergang van stoffen Gemaakt door: Jeffrey & Guido H2C.
3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken
Reactievergelijkingen Klas 3
Evenwichtsvoorwaarde = Kev
Chemische reacties: algemeen kenmerk
pijl rechts volgende; pijl links vorige
1.5 De snelheid van een reactie
1.4 Chemische reacties.
Waar haal je de energie vandaan?
Reactiemechanismen.
Conceptversie.
Samenvatting Conceptversie.
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
De temperatuurschaal Celsius Kelvin Farenheid.
Fase overgang: DEFINITIE: Een verandering van toestand (fase) Er zijn
HO13 Chemisch evenwicht College 5a, ACH21 (HO13a) Eddy van der Linden.
Synthesegas CH 4 (g) + H 2 O (g) ⇄ CO (g) + 3H 2 (g) Doel : snelle en hoge opbrengst Welke zaken beïnvloeden opbrengst?
Quiz De isochore gaswet. 1) Wat zijn de 4 toestandsgrootheden van een gas? Druk Temperatuur Volume Aantal deeltjes Druk Tijd Snelheid Grootte Pascal Kelvin.
Basisstof 2 Enzymen Chemische reacties verlopen traag Bij een hogere temperatuur - bewegen de moleculen sneller - daardoor botsen ze harder op elkaar -
Quiz Het ideaal gas en de toestandsgrootheden van een gas.
en temperatuurverandering
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
8.3 Soorten stoffen, soorten reacties
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Reactiemechanismen Reactie verloop via een aantal stappen
Basisstof 2 Enzymen Chemische reacties verlopen traag
Zouten 6.4.
Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid.
3.2 Kenmerken van een chemische reactie
Transcript van de presentatie:

Reactiesnelheid 1 4 Havo/VWO

Energie effecten Endotherm – Energie voor nodig Constante energietoevoer, bv koken van water Exotherm – Komt energie bij vrij Geen constante energietoevoer, bv een kampvuur Vaak wel activeringsenergie nodig, bv hogere temperatuur http://www.youtube.com/watch?v=x9n2j8WvDfE

Botsingen Voor een reactie moeten moleculen worden afgebroken in zogenaamde “brokstukken”, kleine groepjes of losse atomen Effectieve botsing = botsing tussen twee of meer deeltjes waarbij een reactie optreedt. Meer botsingen  meer “brokstukken”  snellere reactie

Reactiesnelheid Afhankelijk van: Soort stof Verdelingsgraad (hoe hoger, hoe sneller) Meer contactoppervlak, dus grotere kans op een effectieve botsing http://www.youtube.com/watch?v=0euu3mI0JBw http://www.youtube.com/watch?v=sg17GX9-EpY&

Reactiesnelheid 2 Concentratie (hoe hoger hoe sneller) Meer deeltjes aanwezig, dus grotere kans op een effectieve botsing Temperatuur (hoe hoger hoe sneller) Deeltjes bewegen sneller, het aantal botsingen verandert niet, maar het aantal botsingen per seconde wel.

VWO: Orde van de reactie Mate waarin de reactiesnelheid afhangt van de concentratie van de stoffen Alleen experimenteel te bepalen 0e orde  niet afhankelijk van de concentratie 1e orde  recht evenredig afhankelijk van de concentratie van een stof 2e orde  kwadratisch evenredig afhankelijk van een stof, of recht evenredig afhankelijk van twee stoffen.

VWO: reactiesnelheid Het aantal mol/L dat per seconde reageert v = ∆[A]/∆t Van de reactie H2O2 + 2I-  2OH- + I2 zijn de reactiesnelheden bepaald: Snelheid is rechtevenredig met [H2O2} 1e orde Rechtevenredig in [I-] 1+1 = 2e orde reactie

VWO: Reactiesnelheidsvergelijking Zie BINAS 37 A Bij een 1e orde reactie: s = k x [A] Bij een 2e orde reactie: s = k x [A] x [B] of s = k x [A]2 k wordt bepaald door de overige gegevens experimenteel te bepalen.