Verbindingen Klas 4.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Inleiding in de RedOx chemie
Advertisements

2 Materie in 3 toestanden: vaste stof, vloeistof en gas
H12. Polariteit van stoffen
Stof voor het SE1 H1 t/m 7.
Materialen en moleculen
Bouw van zuivere stoffen
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Natuurkunde V6: M.Prickaerts
Zoutreacties.
verschil in electro-negativiteit (= ΔEN)
Zouten.
Zuivere stoffen en mengsels
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Atoombouw: griekse oudheid
Stoffen en stofeigenschappen
Het gedrag van stoffen in water
Polariteit scheikundeblok.
7 Reacties met elektronenoverdracht
Hoofdstuk 4 Moleculaire stoffen
Hoofdstuk 4 Zouten.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
H4 Zouten.
Elektrolyse.
Periodiek Systeem Klas 4.
Hoofdstuk 2 Samenvatting
Examentraining Havo 5.
Atoombouw: middeleeuwen
Elektrische verschijnselen
Structuur van de stof.
Geleiding in vaste stoffen
mineralen: atoombouw 1 Mineralen
Biologie makkelijk? QF8&NR=1 QF8&NR=1 Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld.
2.Fijnstructuur van moleculen 2.2 Soorten bindingsmodellen
Temperatuur en volume: uitzetten of krimpen
Hfst 1 paragraaf 3 Enkelvoudige ionen.
Stoffen en deeltjes 4T Nask2 1.1 Wat zijn stoffen?
1.5 Naamgeving moleculaire stoffen
Marc Bremer Natuurkunde Marc Bremer
In de notities van iedere dia staan de achtergrondinformatie behorende bij de dia en bronnen van bijvoorbeeld figuren weergegeven. Navigatie: Alchemist.
Inleiding chemie Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen.
Hoofdstuk 1: Stoffen en deeltjes.
Scheikunde Chemie overal Week 1
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Conceptversie.
11 Redoxreacties.
Atoombindingen Covalent: sterk, elektronenpaar gedeeld
Samenvatting Conceptversie.
Energie De lading van een atoom.
Chemie van water Mevrouw Baeten.
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Chemische bindingen Kelly van Helden.
O42 M42 Scheikunde.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
ZOUTEN METALEN MOLECULAIRE STOFFEN HAVO 4 - BRP.
Scheikunde 4 W&L.
Halfgeleiders 1 - Opbouw diode - Werking diode
Bindingstypen en eigenschappen van stoffen
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Hoofdstuk 3 Kelly van Helden.
Lewis structuren VSEPR model
Overzicht lesstof toets 2. Inhoud Hoofdstuk 5: Atoombouw Hoofdstuk 6: Atoom- en Molecuulmassa Hoofdstuk 7: Chemische binding Hoofdstuk 8: Rekenen met.
Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2.
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Hoofdstuk 4 Mengen en scheiden
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
Redeneren bij scheikunde
Doorstroom Scheikunde les 1
Zouten en water Tutor voor de vierde klassen
Transcript van de presentatie:

Verbindingen Klas 4

Roosters Kristalrooster: regelmatig patroon van deeltjes in een vaste stof Metalen – Alleen metalen Zouten – Metaal met een niet metaal Moleculaire stoffen – Alleen niet-metalen

Metalen Metaalbinding: Binding waarbij de positieve metaalionen bij elkaar gehouden worden door de vrije, negatieve, elektronen  behoorlijk sterk Door de vrije elektronen geleiden metalen stroom Metaalrooster: regelmatige rang- schikking van metaalatomen. Kunnen over elkaar schuiven zonder te breken  vervormbaarheid

Ionen Ionrooster: regelmatige rangschikking van positieve (metaal) ionen en negatieve (niet metaal) ionen. Kristalrooster van een zout In vaste vorm geen vrije elektronen  geen geleiding + en – trekt elkaar aan  zeer sterke binding Hoog smeltpunt

Moleculaire stoffen Molecuulbinding (vanderwaals krachten): Binding TUSSEN moleculen. Zeer zwak  laag smeltpunt Ontstaat door aantrekkingskracht Hoe groter het molecuul, hoe hoger de massa, hoe hoger de aantrekkingskracht, hoe hoger het smeltpunt Molecuulrooster: regelmatige rangschikking van niet-metalen. Zeer zwakke bindingen, dus smelten snel.

Atoombinding Binding IN moleculen, dus TUSSEN atomen Bestaat uit een gemeenschappelijk elektronenpaar Covalentie  hoeveel elektronenparen een stof heeft

Delta min en Delta plus δ- en δ+ Als de ene stof harder aan de elektronen trekt dan de andere stof Verschillende elektronegativiteit  Binas 40 A Polaire binding = binding waarbij er een verschil is in elektronegativiteit  sterkere binding  hoger smeltpunt Dipoolmolecuul: Molecuul met een δ- en δ+ kant

Polair en A-polair Dipoolmolecuul: Molecuul met een δ- en δ+ kant Afhankelijk van de ruimtelijke structuur! Polaire stof  moleculen zijn dipolen Apolaire stof  moleculen zijn geen dipolen

Polaire bindingen Dipool-dipoolbinding: extra kracht tussen dipoolmoleculen Extra binding  hoger smeltpunt Dipool-ionbinding: binding tussen een ion en een dipoolmolecuul Oplossen van een zout in water hydratatie

Invloed op het kook/smeltpunt Ionbinding = zeer sterk, hoogste smeltpunt Metaalbinding = redelijk sterk, hoog smeltpunt Vanderwaalsbinding = zwak, laag smeltpunt Grotere massa  hoger smeltpunt Dipool  extra binding  hoger smeltpunt Atoombinding = redelijk sterk Polarie atoombinding= sterker  hoger smeltpunt