Over het arbeidersklasse in Nederland 8.5 DE SOCIALE KWESTIE Over het arbeidersklasse in Nederland
Opkomst socialisme in Nederland 1880: economische crisis treft voornamelijk de arbeidersklasse Sociale kwestie: slechte leef- en werkomstandigheden + achtergestelde positie van de arbeiders Liberalen: overheid mag de economische vrijheid niet beperken (laissez-faire) / dient zelfredzaamheid te bevorderen (“sociale wetgeving werkt afhankelijkheid en luiheid in de hand”) Socialisme komt op voor belangen van de arbeidersklasse
De sociale kwestie Rond 1870 ontstond grootschalige arbeidsonrust: Arbeiders hebben niet kunnen profiteren van economische groei in de de 19e eeuw Ambachtelijke werklieden kwamen in moeilijkheden als gevolg van de industrialisatie en richtten vakbonden op Industrialisatie leidde tot verharding / verscherpen van sociale tegenstellingen
Albert Hahn over de sociale kwestie Het Volk, 15-11- 1903 Titel: Een versje Onderschrift: Wij zitten vreselijk in den nood, Mijn jongste zusje is bijna dood. Dat geeft een mondje minder weer Hoe goed toch is onze lieve Heer!
De industrie gaat voor Albert Hahn in de Notenkraker, 24-5-1908 De fabrikant: 'De vorige maand heb je vijf volle dagen vrij gehad om te bevallen, nou moet je al weer een dag weg om het jong onder den grond te stoppen, waar gaat het op die manier met mijn zaken heen?'
Albert Hahn, De Notenkraker, 15 december 1907. Onderschrift: ‘Een fabriekseigenaar in Krommenie staat arbeiders niet toe lid te worden van een vakbond’
Albert Hahn in Het Volk, 25-2-1906 Onderschrift: ‘Tweeërlei nachtarbeid in Limburg’
De burgerij en de sociale kwestie De burgerij probeerde de sociale kwestie onder andere op te lossen met een ‘beschavingsoffensief’ Er ontstonden liefdadigheidsverenigingen die de armen steunden Er kwamen discussies over het economisch liberalisme en met name over kinderarbeid In 1874 kwam de eerste sociale wet tot stand: het kinderwetje van Van Houten (= verbod op het in dienst nemen van kinderen onder de twaalf jaar in fabrieken).
Vergadering van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen Het ‘Nut’ was een burgerlijke organisatie die zich in de negentiende eeuw vooral inzette voor opvoedkundige kwesties en onderwijs voor de volksklasse.
Sociale wetgeving Parlementaire enquête naar arbeidsomstandigheden in fabrieken brengt misstanden aan het licht (Regout) Gevolgen: Arbeidswet (1889): werkdag voor vrouwen en jongeren max. 11 uur + verbod op nachtwerk Ongevallenwet (1901): uitkering bij arbeidsongeschiktheid Woningwet (1901): bevorderen van de bouw van volkswoningen
Volkshuisvesting Volkshuisvesting in Zuilen De Lessepsstraat Zicht op de Lessepsstraat