Hoorcollege 5 Populatiegenetica.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Erfelijkheid Thema 3.
Advertisements

Genetica Dhr. Haanstra.
Genenparen.
Populatiegenetica.
Veredeling, inteelt, recombinant-technieken, biotechnologie, ethiek
Hoorcollege 3+4 Populatiegenetica.
Basisstof 5 t/m 7 Genenparen Kruisingen Stambomen
Thema 3 Genetica Paragraaf 1
Tussentijdse evaluatie
Hardy-Weinberg evenwicht
De omvang van genetische verarming in bedreigde plantensoorten in Nederland: een praktijkvoorbeeld Cursus Populatiegenetica en Evolutiebiologie 2002.
POPULATIE GENETICA EN MICRO-EVOLUTIE
Caput Biodiversiteit 2004 Philippine Vergeer Jan van Groenendael.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
ERFELIJKKHEID – THEMA 3 drs. J.D. Huizinga
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Monohybride kruisingen
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Allelen in evenwicht
Monohybride kruisingen
POPULATIE GENETICA WAT IS EEN POPULATIE?.
Hardy-Weinberg evenwicht
Schrijfregels bij genetica
Hoe populaties evolueren En Hoe rekenen we hieraan
Dihybride kruisingen Twee soorten; Niet-gekoppelde overerving,
Hardy-Weinberg animatie
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Adaptaties = kenmerken die geëvolueerd zijn omdat ze één of andere
Hoofdstuk 19 Populatiegenetica Handboek p
1. Individuen vertonen variatie in eigenschappen
Genetica.
Quiz.
Vorige keer…. Genotype/Fenotype
EVOLUTION IN PAPILIO BUTTERFLIES Linkage disequilibrium Haplotypefrequentie A1B1 p1q1 + D A1B2 p1q2 - D A2B1 p2q1 - D A2B2 p2q2 + D.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
Het ontstaan van soorten
Erfelijkheid 4 havo.
Nectar Hoofdstuk 20: Evolutie
Kruising waarbij 2 genenparen betrokken zijn
ERFELIJKHEID.
Er wordt gekeken naar de overerving van één eigenschap.
Dihybride kruising Kruising waarbij 2 genenparen betrokken zijn.
LES 1:Basis van Genetica
Extra oefenopgaven kruisingen 3 VWO. Belangrijke begrippen Genotype / fenotype (AA of aa) Homozygoot / Heterozygoot (Aa) Dominant (A) Recessief (a) Intermediaire.
Hoofdstuk 8: Evolutie Evolutietheorie, Darwin, Selectie, biodiversiteit, Hardy-Weinberg, fossielen, Chemische evolutie & ontstaan leven (abiogenese), endosymbiose,
B1: Genotype en fenotype
ERFELIJKHEID.
6.1 Wat is genetische diversiteit?
Puzzelen met genen.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
Basisgenetica Les 2.
ERFELIJKHEIDSLEER.
X-chromosomale erfelijkheid
4 Erfelijkheid ©JasperOut.nl.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Hoe organiseer ik de fokkerij
Voortplanting Genetica Blok 7
Hoe organiseer ik de fokkerij
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
ERFELIJKHEID.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
4.1 Wat zijn selectiepaden?
Chromosomale mechanismen van overerving
Monogene kenmerken.
6.1 Wat is genetische diversiteit?
Inteelt (Bokkencirkel)
GENETIC COUNSELLING SERVICES
Inteelt en genomische informatie
Transcript van de presentatie:

Hoorcollege 5 Populatiegenetica

Voorwaarden Hardy-Weinberg evenwicht: De soort is diploïd De voortplanting is sexueel Er is random paring in de populatie Generaties zijn niet overlappend De populatie is oneindig groot Er vindt geen selectie plaats Er is geen mutatie Er is geen migratie

Voorwaarden Hardy-Weinberg genotype frequenties ouderpop. MIGRATIE, MUTATIE SELECTIE (gameet selectie) SELECTIE (overleving) SELECTIE (zygoot selectie) allel frequenties ouderpop. NON-RANDOM PARING DRIFT parings frequenties genotype frequenties bij geboorte genotype frequenties nakomelingen

fitness POPULATIE GENETISCHE MODELLEN: Verandering van allel frequenties v.b. directionele selectie tegen recessieve homozygoot q2(1-s) 2pq p2 genotype frequenties na selectie q2 genotype frequenties 1-s 1 fitness aa Aa AA genotype gemiddelde fitness: p2 + 2pq + q2(1-s) = p2 + 2pq + q2 – sq2 = 1 –sq2

frequentie genotypen na selectie: q2(1-s)/(1-sq2) aa 2pq/(1-sq2) Aa p2/(1-sq2) AA frequentie A na selectie: p’ = f(AA) + f(Aa)/2 = p2/(1-sq2) + (2pq/(1-sq2))/2 = (p2 + pq)/(1-sq2) p = p – p’ = spq2/(1-sq2)

Inteelt = random paring = Hardy-Weinberg evenwicht Inteelt verhoogt de frequentie aan homozygoten (AA, aa) en verlaagt de frequentie aan heterozygoten (Aa, aA) vergeleken bij de verhoudingen onder Hardy-Weinberg evenwicht AA x AA AA, AA, AA, AA aa x aa aa, aa, aa, aa

De kans op inteelt is groter in kleine populaties Frequentie heterozygoten in overblijvende populaties met verschillende populatiegrootte na meerdere generaties na random kruisingen

Drift kan allel- en genotype frequenties veranderen

How to reveal differences between individuals; among each other, within groups, between groups.

3 organisatie niveaus: individu populatie metapopulatie HI = waargenomen heterozygositeit, gemiddeld over alle populaties van de metapopulatie HS = de verwachte heterozygositeit per populatie (2pq), gemiddeld over alle populaties HT = de verwachte heterozygositeit over de hele metapopulatie

F – statistieken: Inteelt coefficient FIS = (HS - HI)/ HS FST = (HT - HS)/ HT Fixatie - index FIT = (HT - HI)/ HT (1 - FIS) (1 - FST) = (1 - FIT)