Hoofdreekssterren (H kern fusie) Protosterren Hoofdreekssterren (H kern fusie) Rode Reuzen (H schil fusie) 0.01- 0.08 Mzon 0.08- 0.25 Mzon 0.25-8 à 10 Mzon 8 à 10-12 Mzon >12 Mzon Horizontale tak (He kern fusie) Asymptote tak Superreuzen (H en He schil fusie) Superreuzen Planetaire nevels Supernovae >40 Mzon Helium Witte dwerg C-O Witte dwerg O-Ne-Mg Witte dwerg 1,4-3 Mzon Bruine dwerg Via Rode dwerg Zwarte dwerg Neutronen ster Zwart Gat
Basis Cursus Sterrenkunde Hoofdstuk 10 Volkssterrenwacht Amsterdam
Sterrenstelsels De Zon is één van de 200 – 400 109 sterren in het melkweg spiraalstelsel En draait op 25000 Lj van het Centrum Rond de afgeplatte schijf is een Halo van Bolvormige sterrenhopen
De melkweg is een Balkspiraalstelsel zoals M83
Onze locatie
Pop I Schijf Jong Pop II Halo Oud Bolv. hopen
Melkweg in de Zwaan NoordAmerika nevel Sluiernevel
Interstellaire Materie Atomaire wolken H Geïoniseerde wolken H Moleculaire wolken H2 (dichte, koude en rustige gebieden) Emissienevels in Moleculaire wolken (orionnevel) H2 wolken van 2e en ne generatie
Interstellaire Materie 90% H, 10% He, 0:01% C, O, N, ... < 0:001% Si, Fe, P, S, ... En stof (C) En veel verbindingen: H2O, CO, alcoholen (CH3OH, CH3CH2OH), ethers (CH3OCH3), cyaniden (CH3CN, ...) azijnzuur CH3COOH of glycolaldehyde CH2OHCHO)
Interstellaire Materie Aminozuren kunnen voorkomen (Leiden 2002) R is zijtak R=H Glycine
Interstellaire Materie Het stof belemmert ons zicht op de melkweg (zwarte plekken in nevels) en Is de bron voor planetesimalen H2 gebieden zijn de bron van stervorming
Orion nevel 10.000 sterren 1 106 jaar Veel bruine dwergen en jonge sterren Trapezium Schokgolf
Merope nevel 600 sterren 100 106 jaar Allemaal B sterren Stralingsdruk tijdens passage op gaswolken
Pleiaden HR
Paardekop nevel Emissienevel door zèta Orionis De “kop” is verdichte materie op de voorgrond
Paardekop nevel Hubble opname
Bolhopen M13
Bolhopen HR M13
Conclusie Bolhopen (populatie II) zijn oud (12-14 109 jaar) Geen stervorming meer. Bolhopen bewegen onafhankelijk in de halo en zijn ontstaan VOOR de afplatting Populatie I associaties zijn gevarieerd, veel stervorming en oude en nieuwe groepen
Open sterrenhopen Pleiaden of Subaru > 700 sterren 410 Lichtjaar
Open sterrenhopen Dubbele sterrenhopen in Perseus
Stelsels Hubble classificatie
Spiraalarmen Armen (stof en gas) zijn dichtheidsgolven door gravitatie in stand gehouden Sterren bewegen zich door de armen heen in Kepleriaanse omlooptijden dus: Een ster op 50.000 LJ één omwenteling Een ster op 10.000 LJ maakt in dezelfde tijd 5 omwentelingen
M51
Spiraalarmen? Hoag’s ring
Seyfert Actief stelsel Zwart gat in centrum
Actieve stelsels jets M87
Jets, Radiolobben De Jets banen zich een weg door de Interstellaire materie en botsen op dichte materie die om het stelsel aanwezig is Gevolg is nieuwe stervorming en misschien stelselvorming In Radiostraling is een stelsel VEEL groter dan in zichtbaar licht
M87 radiolobben M87 de Kern van de VIRGO cluster
Cygnus A Cygnus A wat we visueel zien en in cm golflengte
NGC 4676
Botsende stelsels
Hubble Deepfield
Gravitatielenzen
Abell 2218
Powers Einde les 10