De leerkrachten die deze PowerPoint gebruiken Meneer Maton Meneer soenens Meneer durnez Mevrouw Gamme Mevrouw LagrouMevrouw verfallie Mevrouw vanderheiden
Nederlands ZINNEN Zinnen maken ; zinnen schrijven
1. Hoe begint men met een zin a. Je bedenkt een thema. b. Moet het een gewone zin of een vraagzin zijn | over wat moet mijn zin gaan ? Jan gaat naar zee Gaat jan naar zee ?
Maak enkele zinnen Jan is verkouden. Mieke vraagt aan haar oma : “mag ik €10’’ “Neem allemaal je werkmap van Frans” : roept de leraar boos Over verkouden zijn €10 vragen aan oma Een boze leraar van Frans die boos word omdat ze de map niet uithalen
Zoek het onderwerp en de pv in de zinnen. De wolf eet koekjes en is nu opzoek naar drinken De buur van Jens is met vakantie naar de Noordpool. Hoe vind je het onderwerp ? Wie of wat doet iets ? Hoe vind je de pv ( persoonsvorm ) Je maakt een vraagzin en je neemt Het 1 ste woord van die vraagzin onderwerp pv Pv
Voor de leerkracht SB ? huistaak ?