Noors Inleiding Taalkunde Björn Klaassen Bos Patrick van Stiphout

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Advertisements

De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Presentatie Website Taalkunde project Zweeds Inleiding Taalkunde 2009 Cursus J. Linthorst, M. van de Burgwal and A.J. Verpalen Cognitive Artificial Intelligence.
Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Geen of niet de negatie.
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Taalkunde Grammatica A
Everything you need to know for your test in the test week!
24 juni 2003Johnson en Morrill in Israel Een studie naar de Johnson Morrill Hypothese in relatie tot de Hebreeuwse taal; implementatie van bewijsnetten.
Bulgaars Български Bălgarski.
Afrikaans Door: Alex Poessé -Milou Pet Richard Bethlehem
Eva Croonen, Koen Klinkers, Gijs Wijnholds, Melchior Langeveld
LATIJN Taalproject – Inleiding Taalkunde Periode 4 Jessica Heeman Jelle Don Erik-Jan van Gelderen Chantal van Dijk.
HOOFDSTUK 12 Repareren van de patronen Therapeutische veranderingen. Creolistiek en Taalverandering Bernadet Gijsbers december 2010.
Interrogative sentences
Bezittelijk voornaamwoord
Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
Nederlands Woordsoorten.
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Los Acentos.
Suomi Taalproject Fins 1 Rick Sen Yfke Dulek Benno Kruit
Stijl Extra uitleg 4 havo.
Taaloefeningen.
Brugklas Werkwoordspelling.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Wat gaan we doen vandaag?
Woordsoorten Maud Hutten.
Taaloefeningen.
Hoe gebruik je een woordenboek?
Bezittelijk voornaamwoord
Woordsoorten benoemen
DAG VAN HET LEREN Hoe komt zo'n taal eigenlijk in je hoofd? door Henk Wolf.
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
NEXT LW 2 Bijv.nw. 3 Zelfst. nw. 4 PV 5 Ond Taal Team 1 Team 2 Team 3 Team 4 Team 5 Team 6.
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
De lidwoorden Kleine woorden met grote gevolgen!! Welke ken je? (ne en fa du)
Welke woorden horen bij deze groep en hoe werkt het?
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
Grammatik C + I Redemittel D + J
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Inleiding Bijbelwetenschappen Online School of Catholic TheologyDr. Archibald L.H.M. van Wieringen pr. W ERKWOORDSTIJDEN (in plaats van ‘werkwoordelijke.
PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten © Noordhoff Uitgevers bv havo/vwo 2E.
 Grammar year 1 Everything you need to know for your test in the test week!
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
De Onvoltooid Verleden Tijd
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
mannelijk en vrouwelijk
Naamvallen met het bepaald lidwoord
Past Continuous (V.T.) allesvoorengels.nl.
De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Bezittelijk voornaamwoord
Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
Woordsoorten: Lidwoorden
Hoe ontstaan naamvallen?
Bijvoeglijk naamwoord
Lat a t l.
Hoe ontstaan naamvallen?
THEME 12 TOPIC 1 Repetitie Theme 12.
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Noors Inleiding Taalkunde Björn Klaassen Bos Patrick van Stiphout Merel Vercammen Annechien Ponstein

Indeling Inleiding Fonemen Morfemen Naamvallen Woordvolgorde Negatie Negatief polaire uitdrukkingen

Inleiding Bokmål Nynorsk

Fonemen [kaʈ] = het Nederlandse 'kaart' (post-alveolar stemloos plosief) [kat] = het Nederlandse 'kat'. (alveolar stemloos plosief) [sønn] = het Nederlandse 'zoon' (close-mid front rounded) [sɔnn] (spelling: sånn) = 'zo' of 'dergelijke'. (open-mid back rounded)

Assimilatie [li:v] (liv), 'leven‘ [sɛt.tə.ti.lifs] (sette til livs), 'eten' [lif.sæ.fa:.ɾiŋ] (livserfaring), 'levenservaring' [fu:t], 'voet' [til.futs], 'te voet'.

Assimilatie [ʋɛg], 'muur' [sɛt.tə.til.ʋɛgs], 'in de hoek gaan' [bly:g], 'verlegen' [blyk.sl], 'verlegenheid'.

Syllabestructuur Zware lettergreep: lange klinker +max. 1 medeklinker -> wordt onset van volgende lettergreep Lichte lettergreep: korte klinker (C)(C)V(C)(C)

Morfemen: zelfstandige naamwoorden problem = het Nederlandse 'probleem' (onbepaald enkelvoud) problemer = het Nederlandse 'problemen' (onbepaald meervoud) problemet = het Nederlandse 'het probleem' (bepaald enkelvoud) problemene = het Nederlandse 'de problemen' (bepaald meervoud)

Morfemen: bijvoeglijke naamwoorden et fint hus een mooi huis (onzijdig) kald koud kaldere kouder kaldest koudst

Morfemen: werkwoorden Ankommer (arriveer/arriveert/arriveren) Mogelijke uitgangen: -er, -e, -et, -te, -de, Soms klinkerverandering

Hulpwerkwoorden Hebben: ha Zijn: være Zullen: ville

Naamvallen Nominatief Genitief Datief Accusatief Locatief

Naamvallen Er is geen verschil in naamval tussen Subject en Object Voorbeeld: De fleste av Prosperos bøker vil komme neste uke De meeste van Prospero’s boeken zullen komen volgende week Han leste ikke noen bøker for sønnen sin Hij leest geen één boek aan zijn zoon

Naamvallen Er is wel verschil in naamval tussen direct object en indirect object Voorbeeld: Han leste ikke noen bøker for sønnen sin Hij leest geen één boek aan zijn zoon Prospero har lovt å gi henne alle bøkene Prospero had beloofd haar alle boeken te geven

Lidwoorden Onbepaalde lidwoorden: en, ei, et Bepaalde lidwoorden: den, det Voorbeeld: Ingen ankom slottet i går Niemand is gisteren in het kasteel gearriveerd

Woordvolgorde SVO-taal Fallstaff drakk et glass øl Fallstaff dronk een glas bier SUB VERB OBJ

Woordvolgorde SVO IO Han leste ikke noen bøker for sønnen sin Hij leest geen enkel boek aan zoon zijn SUB VERB - OBJ IO

Woordvolgorde Uitzondering!! In het Noors komt het bezittelijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord

Woordvolgorde SVO ook in bijzinnen Hamlet sa at moren hans var illojal Hamlet zei dat moeder zijn was deloyaal SUB VERB OBJ

Negatie ikke en ingen

Negatie ikke en ingen ikke: nee, niet ingen: niemand, niets, noch etc.

Negatie He did not read any books to his son. Han leste ingen bøker for sønnen sin.

Negatie He did not read any books to his son. Han leste ingen bøker for sønnen sin. Han leste ikke noen bøker for sønnen sin. ingen (geen) wordt opgesplitst in ikke noen (niet een)

Negatie Niets (ingenting) Nergens (ingensteds) Nooit (aldri)

Negatief polaire uitdrukkingen noen (een, enige) Jeg har ikke sett noen bok

Negatief polaire uitdrukkingen noen (een, enige) Jeg har ikke sett noen bok *Jeg har sett noen bok

Negatief polaire uitdrukkingen noensinne (ooit) Det har jeg ikke gjort. Noensinne.

Negatief polaire uitdrukkingen noensinne (ooit) Det har jeg ikke gjort. Noensinne. *Det har jeg gjort. Noensinne.