'Om mijn oud woonhuis peppels staan' is een dichtregel van J.H. Leopold.
Grammatica A. Bijeenkomst 1 Programma Introductie cursus 8.30 Wat weet je nog? Onderwerp en persoonsvorm: aan het werk in groepen Bespreking 5 Bespreken theorie hoofdstuk 1 en 2 10.20 6 Huiswerk: Bestudeer hoofdstuk 1 en 2 Werken aan opdrachten tot en met opdracht 5 11.35
Introductie cursus Wat is grammatica A?
Introductie cursus Waarom grammatica A?
De plaats in de leerlijn Introductie cursus De plaats in de leerlijn Een constituent: wat is dat? Referentieel, proces en attributief. De bevallige vrouw slaat de man met de tas.
Introductie cursus Materiaal Luif J., 2005: In verband met de zin. Amsterdam, Amsterdam University Press. 4e druk. ISBN: 9053563245. (derde herziene druk van 2002 kan ook) Cursushandleiding: Opdrachten bij In verband met de zin Programma in Cursushandleiding
Waar vinden? N@tschool
Introductie cursus Hoe gaan we werken?
Introductie cursus Toets Aanwijzingen voor voorbereiding
Wat weten jullie? Vraag 1 De fietsenstalling van de Hogeschool Rotterdam is: een adjectivische constituent een nominale constituent
Wat weten jullie? Vraag 3 Lees de volgende zin: "Het leven is vurrukkulluk,' zei Panda.” Het onderwerp is: Het leven Panda
Wat weten jullie? Opdracht 4: Bekijk de volgende zinnen: - Zij kent Tommy Wieringa - Mijn buren kennen Tommy Wieringa. ‘kent’ en ‘ kennen’ noem je: 1: persoonsvormen 2: werkwoorden persoonsvormen werkwoorden
Wat weten jullie? Opdracht 5: Bekijk de volgende zinnen: Zij heeft zich verslapen Drie collega’s hebben zich verslapen. Je vindt de persoonsvorm door: Door het getal van het onderwerp te veranderen en te kijken wat er nog meer verandert. Door het werkwoord in de verleden tijd te zetten
Wat weten jullie? Vraag 2 Lees de zin: De student heeft Het leven is vurrukkulluk gelezen. Het onderwerp is: De student Het leven
Aan het werk in groepen van 3 Nodig: Opdrachten - Wijs een woordvoerder aan Maak de opdrachten 1 t/m 5 Je hebt 20 minuten
Bouwstenen: woorden, constituenten, zinsdelen | Rachid | en | Roel | droogden | het | kletsnatte | hondje | met | dat | sjaaltje | | Rachid en Roel | droogden | het kletsnatte hondje | met dat sjaaltje | | Rachid en Roel | droogden het kletsnatte hondje met dat sjaaltje | | Rachid en Roel droogden het kletsnatte hondje met dat sjaaltje |
Bouwstenen 2 Het schema van de meester |Rachid | en | Roel | droogden | het | kletsnatte | hondje | met | dat | sjaaltje | | Rachid en Roel | droogden | het kletsnatte hondje | met dat sjaaltje | | Rachid en Roel | droogden het kletsnatte hondje met dat sjaaltje | | Rachid en Roel droogden het kletsnatte hondje met dat sjaaltje
Doel van een cursus grammatica?
Constituenten De blozende jongen In de bovenste lade Zij kocht drie broden en vijf geurende krentenbollen. Wanneer spreek je over een constituent?
Zinsdelen Wanneer spreek je over een zinsdeel? Welke proef?
Stappen bij ontleden 1. Zet zinsdeelstreepjes 2. Zoek het onderwerp (O) 3. Zoek het gezegde (WG of NG) 4 Zoek het lijdend voorwerp (LV) 5. Zoek het meewerkend voorwerp (MV) 6. Zoek het voorzetselvoorwerp (VZVW)
Traditionele zinsontleding Vorm Betekenis Hoe in dit boek? Enkele termen: Lexicale homonymie Syntactische homonymie Synoniemen Parafrase
Wat is een zin? 1. Niet goed, geld terug. 2. Handen omhoog! Wat doet de docent en wat doen de leerlingen? Leren met taalsteun Terugkijken op de les. Belangrijke punten samenvatten Leerlingen resultaten van opdrachten met elkaar door laten spreken. Zelfobservatielijst laten gebruiken Criterialijst afvinken. . . 1. Niet goed, geld terug. 2. Handen omhoog! 3. Moeilijker dan je dacht, hè? 4. Blijf met je vingers van de cd-speler af! 5. Geen probleem, zo te zien. 6. Maar daarover meer in de aflevering die volgende week verschijnt.
Persoonsvorm en onderwerp De zin: Jan heeft er lang over gesproken met zijn moeder en uiteindelijk zijn ze tot de conclusie gekomen dat hij het huis uit gaat.
Complementen Waarom kernzinnen maken? Maak een zin Geef hem aan je buurman/vrouw Je krijgt zelf ook een zin Zoek de kernzin in die zin. Welke typen zinsdelen vallen af?
Typen complementen Welke? Hoe herkennen?