Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Totaal aan Ppt H1 (Am) 5 Havo.
Advertisements

Stofwisseling.
B5 Fotosynthese en Verbranding
B1 Stoffen worden omgezet
B3 Glucose als grondstof
Examentraining Biologie
Dissimilatie Levert energie.
Uitwisseling van stoffen met de omgeving
Het reguleren van de ademhaling bij het gebruik van adembescherming
Classificeren van dieren
Ademhaling en Verbranding
Overzicht van de stofwisseling
Stofwisseling 15 maart 2011.
Dissimilatie Levert energie Deze energie is voor alle levensprocessen
Thema 3 Ademhaling Nieuwe groepjes.
Glucose als grondstof. Glucose ontstaat d.m.v. fotosynthese
Waarnemen en bijstellen
Verbranding Verbranding is een proces waarbij energie vrijkomt.
Verbranding en Ademhaling
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Hoofdstuk 9 Paragraaf 3. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 3  Filmpje  Maken paragraaf 3.
Verbranding en ademhaling
STOFWISSELING Opbouw en afbraak.
Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1.
Par Bescherming aan de buitenkant: De huid
Thema 5: Evolutie (en ordening) = biodiversiteit B
Thema 1 Stofwisseling Coopertest: Deze test is ontwikkeld door de Amerikaanse arts Dr. Kenneth Cooper. Na een goede warming-up ga je op een atletiekbaan.
Stofwisseling Thema 1.
Leskaart fotosynthese en verbranding Leskaart broeikaseffect
Voortgezette assimilatie 1
Leskaart 2: Spierballen
Stofwisseling. Organische stof is een stof die gemaakt is in een levend wezen Bevat energie Koolhydraten eiwitten vetten Anorganische stof is een stof.
Thema Leven Les 5 Metabolisme.
Biologie.
Hoofdstuk 9 Paragraaf 3.
Voortgezette assimilatie 1
Thema 1 Stofwisseling Coopertest:
Trailer 'dansen op de vulkaan'
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Hoofdstuk 2 Paragraaf
Koolstofkringloop CO2 → ↑ ↓ ←.
Koudbloedige en warmbloedige dieren
Verbranding en ademhaling
Uithoudingsvermogen: Bloed, spieren en voeding
Thema 4 Mens en Milieu.
Bs. 1 stoffen worden omgezet (stofwisseling )
Koolstofkringloop Lucht Planten fotosynthese Plantaardige
Voeding en vertering.
Verbranding en ademhaling
Stofwisseling 4 VMBO KGT.
Thema 1 Stofwisseling Coopertest:
Samenvatting CONCEPT.
Voorbereiding op de biologie toets
Thema 9 : je lichaam werkt
Eiwitten op je bordje Context 2.
dierlijke cel en een plantaardige cel
Ademhaling en Verbranding
Paragraaf 1 Wat is verbranding?.
Voortgezette assimilatie 1
Thema 1: Stofwisseling de werking van enzymen.
Dissimilatie Levert energie Deze energie is voor alle levensprocessen
Transcript van de presentatie:

Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4 B4 Verbranding Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4

Verbranding -In de cellen van organismen vindt voortdurend verbranding plaats. -Dan gebeurt het volgende: Brandstof + zuurstof koolstofdioxide en water

verbranding -In de cellen van organismen is glucose meestal de brandstof. -Bij fotosynthese wordt Energie vastgelegd in glucose. -Als glucose wordt verbrand, komt deze energie weer vrij!

Energie : waarvoor? -Energie kan vrijkomen in: Warmte Beweging Licht -Bij verbranding in je lichaam komt er beweging en warmte vrij. -Deze energie wordt gebruikt voor allerlei processen:

Je gebruikt de energie: -Voor op peil houden van lichaamstemperatuur; zo koelt je lichaam niet af. -Om te kunnen bewegen, heeft je lichaam ook energie nodig.

We kunnen de verbranding van glucose zo samenvatten: ENERGIE (warmte, beweging) Glucose + zuurstof (brandstof) Koolstofdioxide + water (verbrandingsproducten)

-Ook andere koolhydraten, eiwitten en vetten kunnen dienst doen als brandstof. -Brandstof in cellen is altijd enengierijk en organisch. -De verbrandingsproducten zijn altijd anorganische stoffen. -Deze stoffen bevatten geen energie meer!

Grondstofwisseling -Bij lichamelijke inspanning beweeg je veel. -In je spieren wordt energie vrijgemaakt. -Daar wordt glucose verbrand. -Daar heb je zuurstof voor nodig.

-Daardoor gaat je ademhaling snel. -Zo komt er veel zuurstof in je longen. -Deze zuurstof gaat naar je bloed.

-Je hartslag gaat snel. -Zo kan er veel bloed naar je spieren worden gepompt. -De energie meten we in kilojoule (kJ)

-Niet alle energie komt vrij als beweging. -Er komt ook energie vrij als warmte. -Je spieren geven deze warmte aan het bloed. -Bloed brengt de warmte naar de rest van je lichaam. -Bij lichamelijke inspanning krijg je het warm en ga je zweten.

-Ook als je niet beweegt is er verbranding. -Hartslag en amdemhaling gaan altijd door. Grondstofwisseling: De stofwisseling van een lichaam in rust.

De grondstofwisseling is bij iedereen anders. -Het hangt af van: -geslacht -leeftijd -milieutemperatuur

Dieren -Ook bij dieren is de grondstofwisseling afhankelijk van de milieutemperatuur. 2 soorten: -Warmbloedige dieren -Koudbloedige dieren

Warmbloedig -Sommige dieren zijn warmbloedig: Zij hebben een min of meer constante lichaamstemperatuur (vogels, zoogdieren) -Ze moeten in hun lichaam veel glucose verbranden om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.

Warmbloedige dieren

Koudbloedig -Andere dieren zijn koudbloedig: De lichaamstemperatuur is min of meer gelijk aan de temperatuur van de omgeving. (vissen, reptielen, amfibieën) -Als het koud is  lage lich.temp. -Allerlei organen (longen, hart) werken dan heel langzaam. -Ze zijn dan niet actief.

Koudbloedige dieren

Huiswerk -Maak opdr. 14, 17, 18 in werkboek.