Boventoonzang
samenwerkende formanten
Samenwerkende formanten: Boventoonzang Amplitude 0 1000 2000 3000 4000 5000 Frequentie (Hz)
Boventoonzang (techniek 2) F2+F3 Amplitude 0 1000 2000 3000 4000 5000 Frequentie (Hz)
F2 en F3 bij elkaar
Toevoeging van nasaliteit Bij nasaal zingen doet de neusholte mee. Dat heeft akoestisch een dempend effect, een anti-resonantie. Nasale antiformant F1 Amplitude 0 1000 2000 3000 4000 5000 Frequentie (Hz)
Boventoonzang (techniek 1) Nasale antiformant F1 Amplitude 0 1000 2000 3000 4000 5000 Frequentie (Hz)
Gemodelleerde omhullende met antiresonantie (ARMA analyse met 1 nulpunt)
Boventoonzang bij F0 = 138 Hz (Diem Groeneveld)
Boventoonzang bij F0 = 220 Hz (Diem Groeneveld)
Gemodelleerde omhullende spectra (akoestische theorie van spraakproductie voldoet)
Boventoonzang en articulatie Boventoon ~ 4 tot 10 Articulatie van ‘o’ naar ‘aa’ (mondopening) Boventoon ~ 8 tot 20 Articulatie van ‘o’ naar ‘ie’ (tongpositie) Plus zeer krachtige stembandsluiting
Boventonen in formantvlak (articulatietechnieken)
Boventonen in formantvlak
Boventoontechnieken en toonhoogte 12e boventoon 8e boventoon 4e boventoon Westers
Hoe springt de boventoon eruit Zwak Sterk
Waarneming van boventoonzang
Boventonenreeks en muzieknoten Specifieke intervallen
Klinkers en boventonen in één luisterexperiment Luisterproef Klinkers en boventonen in één luisterexperiment Luisteraars beoordelen klanken op semantische 5-punts schalen scherp – dof donker – licht etc. Uit resultaten kan een perceptieve klankenruimte gecontrueerd worden
Klankruimte met klinkers en boventonen klinkerdriehoek
Klankkleurrichtingen in de klankruimte