Werking van het oog

Regeling van de lichttoevoer Fel licht Zwak licht Kringspieren in iris trekken samen Straalspieren in iris trekken samen

Beeldvorming op het netvlies Lichtstralen worden gebroken wanneer ze overgaan van het ene medium in het andere In ons oog: overgang van de ene doorzichtige middenstof naar de andere 4 brekingen: Lucht – hoornvlies Hoornvlies – Kamervocht Kamervocht – Lens Lens – Glasachtig lichaam

Beeldvorming op het netvlies Lichtbreking bolle lens

Beeldvorming op het netvlies

Accommodatie bij beeldvorming Oog moet zich aanpassen aan de voorwerpsafstand Lens boller, minder bol maken

Accommodatie bij beeldvorming Het accommoderen van de lens gebeurt door de werking van de accommodatiespier in het straallichaam en de lensbandjes. Door samentrekken of ontspannen van de accommodatiespier wordt de elastische lens boller of minder bol.

Accommodatie bij beeldvorming Kijken naar voorwerp veraf Kijken naar een voorwerp dichtbij

Accommodatie bij beeldvorming Kijken naar een voorwerp veraf Kijken naar een voorwerp dichtbij Accommodatiespier ontspannen Lensbandjes trekken aan lens Lens wordt minder bol Accommodatiespier opgespannen Lensbandjes trekken niet aan lens Lens wordt boller

Accommodatie bij beeldvorming Lens kan niet onbeperkt boller worden Voorwerp dichterbij brengen Punt waarop beeld niet meer scherp blijft = Nabijheidspunt Afhankelijk van elasticiteit lens

Afwijkingen bij accommodatie Verziendheid Hypermetropie Bijziendheid Myopie

Verziendheid of Hypermetropie Alleen veraf gelegen voorwerpen scherp zichtbaar Oorzaak: Oogbol korter dan normaal Lens te plat

Verziendheid of Hypermetropie Corrigeren met: Lenzen of bril met bolle lenzen

Bijziendheid of Myopie Alleen dichtbij gelegen voorwerpen scherp zichtbaar Oorzaak: Oogbol langer dan normaal Lens te bol

Bijziendheid of Myopie Corrigeren met: Lenzen of bril met holle lenzen

Ouderdomsverziendheid = Presbyopie Niet door afwijking bouw wel door veroudering Elasticiteit lens neemt af Accommodatiespier verslapt

Bouw van het netvlies

Bouw van het netvlies Tegen vaatvlies gelegen Cellen met donkere pigmentkorrels

Bouw van het netvlies Bevat fotoreceptoren 2soorten: Staafjes Kegeltjes

Bouw van het netvlies Doorzichtige bipolaire cellen = zenuwcellen die als schakel functioneren tussen fotoreceptoren en ganglioncellen

Bouw van het netvlies Doorzichtige ganglioncellen Tegen glasachtig lichaam gelegen = zenuwcellen die via zenuwvezels impulsen afvoeren uit het oog.

Fotoreceptoren Staafjes Kegeltjes 120 miljoen Lichtgevoelige cellen die rhodopsine aanmaken ( vitamine A nodig voor aanmaak rhodopsine) Lage prikkeldrempel Adapteren traag 5 miljoen Kleurgevoelige fotoreceptoren (3 typen: Blauw-, groen- en roodgevoelige kegeltjes) Hoge prikkeldrempel Adapteren sneller Staafjes Kegeltjes

Omzetting van licht in een zenuwimpuls Elektrische overdracht Chemische overdracht

Kleurenblindheid of gestoord kleurenzicht Normaal zicht Geen rood-groen zicht Geen blauw-geel zicht

‘Zien’ met je hersenen HB p 30 - 31 Beeld op netvlies: Omgekeerd en verkleind Hersenen draaien beeld terug om! Kijken met 2 ogen  Binoculair kijken  Zo ontstaat dieptezicht Optische illusies Nawerking