2.4 Oorzaken van klimaatverandering

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De aardse atmosfeer.
Advertisements

Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2HV.
Gat in de ozonlaag Kristof Van Hauwermeiren Steven Heyse Bert Sedeyn
KLIMAATVERANDERING Na deze les moet je weten:
4.3 De mens verandert het klimaat
Warmte Hoofdstuk 4 Nova Klas 2V.
Global Warming Global Warming
Superijstijd 750 miljoen jaar geleden
Hoofdstuk 3 Klimaat en landschapszones
Weer of geen weer Leefwereld 7 les 8.
Globale planning Les 1: namen en eigenschappen van de planeten (1 t/m 6) Les 2: eigenschappen van de planeten (7 t/m 10) Les 3: maten in ons zonnestelsel.
2.3 systeem aarde.
21 Weer en klimaat: beïnvloedende factoren
Kenmerken van de aardse atmosfeer
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Geologische tijdschaal
wiskunde als gereedschap voor fysica: in en rond onze atmosfeer
Mastercourse klimaatverandering en verwoestijning
Een beschermende mantel
Hst 1: Het klimaatsysteem
Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 1
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 12 en 13
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen, par. 12 en 13
H1, par. 2 (aangevuld) Instraling: deel van de zonnestraling (zichtbaar licht en ultraviolette straling) bereikt de aarde. Uitstraling: aarde geeft straling.
Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 11 t/m 14
4.2 De natuur verandert het klimaat
3 havo H1 aarde §2.
De mens als factor van verandering
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 12 en 13
Paleo-klimaten Hoe zijn de afwisselende omstandigheden gedurende het Kwartair te verklaren?
Ruimte voor de Rivier 3 Klimaatverandering.
2.4: veranderend klimaat.
Oh, grote wereldbol !.
1 Inleiding.
Theorie Circulatie.
Module 2 Biosfeer Door: Camiel Koopmans, Max van Mulken, Martijn Hendrickx en Bram Thomassen.
De zon.
Meteorietinslagen en massaextincties
Klimaat herkennen.
3 havo 2 aarde §2, 3 en 4.
Väder- och Klimatförändringar
Uitleg paragraaf 3 H2.
3 havo Hoofdstuk 2 Aarde § 2-3
Hoofdstuk 8 Klimaatverschillen tussen Spanje en Nederland.
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 2-5
Invloed op Klimaat Lotte van der Zee - Rebecca Wintels - Julianne Hoekstra.
Invloed van klimaat door:
Invloed van klimaat door factoren Door: Bjarne, Bob, Janessa en Floris.
Hoofdstuk 2 Aarde § 2 Planeet Aarde.
De drie toestanden van water Water is enorm belangrijk voor al het leven op Aarde. Al het leven op Aarde bestaat grotendeels uit water en is afhankelijk.
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
Leskaart fotosynthese en verbranding Leskaart broeikaseffect
1.Wat kenmerkt de aardse atmosfeer?. A. Hoe is onze atmosfeer opgebouwd?
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
Deel 2 Atmosfeer Deze Powerpoints wordt gebruikt als didactisch materiaal voor de navorming “Wegwijzers voor aardrijkskunde” – Eekhoutcentrum - Kulak en.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 2-4. Het weer Weer Atmosfeer Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats Luchtlaag die om.
Thema Biosfeer Paragraaf 2 HET BROEIKASEFFECT.
Klimaatverandering en de broeikasgassen waterdamp en ozon
Havo 2 De aarde.
Waarom ballonpeilingen aan het KMI?
Discussie IPCC - Klimaatsceptici
Geschiedenis van de aarde
Hoofdstuk 1 VWO5 klimaten & landschapszones
Transcript van de presentatie:

2.4 Oorzaken van klimaatverandering

Plaattektoniek lithosfeerplaten bewegen ten opzichte van elkaar een paar centimeter per jaar, langs elkaar, tegen elkaar en uit elkaar geschoven door stroming in de aardmantel.  zeestromingen Zeeklimaat- landklimaat

Positie continenten

vulkanisme    wolken van fijn stof en gas die tot zeer grote hoogte (soms > dan 15 km) in de atmosfeer komen.  aantal jaren handhaven minder zonlicht bereikt het aardoppervlak bereikt  afkoeling Zonder vulkanisme geen atmosfeer In magma zit ongeveer 0,2 procent (gewichtspercentage) CO2 opgelost. grote of langdurige uitbarstingen vloeit veel magma uit.  in verschillende perioden in de aardgeschiedenis zorgde vulkanisme voor enorme hoeveelheden CO2 in de dampkring  broeikaseffect versterkt. overgang van Perm naar Trias :basaltuitvloeiingen in Siberië ( 251 miljoen jaar geleden ) begin van Tertiair (65 - 55 miljoen jaar geleden) CO2 –gehalte ver boven de 3000 ppm! deze vorm van vulkanisme zou een samenhang vertonen met grote meteorietinslagen.

Inslag meteorieten ook gezorgd voor de schuine stand van de aardas  seizoenen. inslagkrater noordwesten van Australië  inslag van asteroïde ,de overgang Perm naar Trias, 251 miljoen jaar geleden. Op Mexicaanse schiereiland Yucatan hebben inslagkrater, ontstaan op overgang Krijt naar Tertiair, 65 miljoen jaar geleden. zeer plotse en zeer sterke klimaatverandering. De eerste uren na de inslag ging een enorme hittepuls rond de aarde. Enorme tsunami’s  overstromingen hittepuls zo groot, dat al het landleven direct is gedood. organismen onder de grond, onder rotsen of in water, of met zaden, wortels of ‘begraven’ eieren overleefden. Wereldwijd ontstonden enorme branden,  tekort aan zuurstof het zonlicht maanden verduisterd door alle stof en roet in de lucht.  temperatuur daalde sterk  geen fotosynthese

Chicxulub krater 300 kilometer breed, de 180 kilometer-ring is enkel een binnenste ring.

albedo De albedo =maat voor het weerkaatsend vermogen van een oppervlak, 80% voor de poolkappen, terwijl voor aarde als geheel 40% veel landijs  veel zonlicht gereflecteerd. als eenmaal het ijs gemiddeld over een aantal jaren minder  meer zonnestraling geabsorbeerd. Als de oppervlakte aan drijfijs in het noordpoolgebied kleiner wordt  meer zonnewarmte door donkere zeewater opgenomen. Het zeewater wordt warmer,  nog meer drijfijs verdwijnt. tijd komt dat noordpoolgebied geheel ijsvrij is in zomer?

Samenstelling van de dampkring de atmosfeer =heel dunne laag in vergelijking met aarde zelf. Toen aarde net gevormd was, bevatte de oeratmosfeer : methaan, ammonia, koolstofdioxide, stikstof en waterdamp. Geen Zuurstof Ozonlaag afwezig  aardoppervlak stond bloot aan intensieve ultraviolette straling. 3,5 miljard jaar geleden ontstonden eerste planten  zuurstof meer dan een miljard jaar voordat zuurstof in grote hoeveelheden in de atmosfeer terechtkwam. oorzaak : losse zuurstofatomen bonden zich aan gesteenten door deze te oxideren (chemische verwering). ‘banded-iron’ gesteentes, toen gesteenten ‘verzadigd’ waren, steeg het zuurstofgehalte in de aardse dampkring. Ongeveer 1,5 miljard jaar geleden ongeveer 20% zuurstof, Geleidelijk ontstond de ozonlaag,  leven buiten de oceanen beschermd tegen Uv-straling.

atmosfeer De aardatmosfeer bestaat op zeeniveau nu uit: stikstof (N2): 78,1% zuurstof (O2): 20,9% argon (Ar): 0.9% water (H2O): wisselende hoeveelheden koolstofdioxide (CO2) 0,03% sporengassen, waaronder methaan (CH4) 0,0002 %.   waterdamp en CO2, houden warmte in de dampkring vast  verhogen daarmee de evenwichtstemperatuur van de atmosfeer. =natuurlijke broeikaseffect. Zonder natuurlijke broeikaseffect zou temperatuur op aarde gemiddeld −17°C zijn, in plaats van de +15°C van nu.

IPCC en Nederlandse Nobelprijswinnaars Het IPCC of het Intergovernmental Panel on Climate Change honderden experts uit de hele wereld (onder wie heel wat Nederlandse aardwetenschappers), vanuit universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en organisaties.  Overeenkomst tussen temperatuurstijging en de CO2 stijging Nobelprijs voor de Vrede 2007 Al Gore en IPCC Voor:  "het vergroten en verspreiden van de kennis over de door de mens veroorzaakte klimaatverandering en voor het bevorderen van maatregelen om deze tegen te gaan." Het IPCC waarschuwt voor een temperatuurstijging van enkele graden en een hogere zeespiegelstand van meerdere meters.

Versterkt broeikaseffect CO2: Koolstofdioxide CH4: methaan (23 x CO2) N2O: lachgas (296 x CO2) H2O: waterdamp O3 : ozon Ook de hoeveelheden neerslag, wind en en bewolking kunnen dan van plek tot plek veranderen

CO2-gehalte in de dampkring. reconstructie van het CO2-gehalte in de dampkring. Bron: Aardwetenschappen Univ. Utrecht nu

CO2: Koolstofdioxide CH4: methaan (23 x CO2) N2O: lachgas (296 x CO2) De concentratie aan CO2 in de atmosfeer daalde in koude tijden van het Kwartair tot 180 ppm, in warme perioden liep dat weer op tot ongeveer 280 ppm. Vanaf 1957, van ongeveer 315 naar 385 ppm

Zonnevlekken Sunspot 720, 14-21 januari 2005 • zon  kernfusieproces waterstof naar helium. enorme hoeveelheid energie vrij. •Deze stralingsenergie neemt toe met ongeveer 0,006% per miljoen jaar zeer stabiel. • schommelingen in de intensiteit van de zon : hoe meer zonnevlekken, hoe actiever de zon. • actieve zon produceert korte explosies van energie waarbij geladen deeltjes vrijkomen. Sunspot 720, 14-21 januari 2005 11-jarige cyclus

Afhankelijk van de zonneactiviteit grotere schommelingen in zonneactiviteit beïnvloed door de route en positie van de zon binnen ons melkwegstelsel

Excentriciteit aardbaan: van rond naar ellips Figuur 1.5 Excentriciteit van de aardbaan Verandering in de excentriciteit van de aardbaan, periode circa 100.000 jaar. De excentriciteit is de duidelijkst te herkennen variabele in de diepzee-sedimenten van de laatste 700.000 jaar.

besluit Veel gevolgen van klimaatverandering zijn ook meteen weer oorzaak voor klimaatverandering. = terugkoppeling – of + Minder zeeijs  meer donker water  minder albedo  meer opwarming Minder bomen  meer CO2  meer opwarming