Inlijsten van figuren Kees Vleeming [bew gk].

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Televisies: de beeldverhouding
Advertisements

Gelijkmatige toename en afname
havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
Stelling van Pythagoras
Omrekenen van oppervlakte- , en inhoudsmaten
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
Aflezen van analoge en digitale meetinstrumenten
Z, F en X hoeken Kees Vleeming.
Vergroting.
Tangens In een rechthoekige driehoek kun je met tangens werken.
Figuur maken met coördinaten in vier kwadranten
Tabellen Metingen schrijf je meestal op in een tabel
Les voor groep 7 Pak je stoel en kom aan de instructietafel
Wat is omtrek? Omtrek is:
Omtrek is er omheen. lengte breedte breedte lengte

Rekenregels voor wortels
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
JWO eerste ronde 2003 –probleem 13
Projectie en stelling van thales
Hoofdstuk 11 Homothetie.
Antwoorden oefening krachten A1
Tweedegraadsfuncties
Vlakke figuren Hoeken meten
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Hoofdstuk 5 De stelling van Pythagoras
Statistiekbegrippen en hoe je ze berekent!!
Klik ergens op het witte deel van deze pagina om verder te gaan
Klas 2 m en herhaling voor klas 3 m
Versnelde beweging Antwoorden op vragen
Pythagoras Wie??? Pythagoras: 24-jan-2003, RW.
De stelling van Pythagoras
Oppervlaktes K v Dorssen.
Les 65 De omtrek en de oppervlakte van regelmatige en onregelmatige veelhoeken en vlakke figuren.
17/08/2014 | pag. 1 Fractale en Wavelet Beeldcompressie Les 3.
Wiskunde kan helpen begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Oppervlakte Rechthoek.
Oppervlakte en inhoud.
Gecijferdheid les 1.3 Kwadraten en machten
Workshop C verhouding van inhoud, lengte en oppervlakte &
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 5
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Omtrek. 2 cm 8 cm2 cm + + += of 4 x 2 cm8 cm= Omtrek van een vierkant = 4 x z Omtrek van een veelhoek
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 5
Warming-up & herhaling Eigenschapsrekenen middels coöperatief leren Mix en Ruil.
Projectie en stelling van thales
Meetkunde 5L week 15: Driehoeken tekenen vierhoeken vlakke figuren
Meetkunde 5L herhalingsweek: 5L : ‘herhalingsweek’
Vormleer: vlakke figuren omstructureren – oppervlakte grillige figuren
Inlijsten van figuren Kees Vleeming [bew gk].
8.4 Oppervlakte bij vergroten Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
Omtrek, oppervlakte en inhoud
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 9
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
Vormen digibordpeuters
En oppervlakte van ruimtefiguren
Blok 4L9.
Hoofdstuk 13 Omtrek en oppervlakte. Hoofdstuk 13 Omtrek en oppervlakte.
oppervlakte en inhoudsmaten
Transcript van de presentatie:

Inlijsten van figuren Kees Vleeming [bew gk]

Hoe lijst je in ? De oppervlakte van veel figuren is niet zo makkelijk te berekenen. Een figuur ‘inlijsten’ kan daarbij handig zijn. Bij het inlijsten moet je je houden aan deze regels: De lijst moet de vorm hebben van een rechthoek. De lijst moet zo strak mogelijk om het figuur heen De lijst mag alleen over roosterlijnen lopen.

Voorbeeld van inlijsten driehoek Teken eerst een lijst om de driehoek. Er vallen nu een aantal witte driehoekjes die níet bij de driehoek horen wél binnen de lijst. Nummer deze witte driehoekjes. Al die witte driehoekjes zijn precies de helft van een rechthoek. Hiervan kun je dus de oppervlakte berekenen Driehoekje 1: 2 x 2 = 4 cm² (oppervlakte van hele rechthoek) 4 : 2 = 2 cm² (oppervlakte van het witte deel) Driehoekje 2: 3 x 4 = 12 cm² 12 : 2 = 6 cm² Driehoekje 3: 2 x 5 = 10 cm² 10 : 2 = 5 cm² Witte deel is dus: 2 + 6 + 5 = 13 cm² Oppervlakte hele lijst: 4 x 5 = 20 cm² Oppervlakte driehoek: 20 – 13 = 7 cm² 1 2 3

Oefenen: inlijsten van figuren Bepaal de oppervlakte van deze figuren door middel van inlijsten. Figuur 1 Figuur 2

Uitwerking figuur 1 1 2 4 3 10 cm² Lijst de figuur in Nummer de witte stukjes in de lijst Bereken de oppervlaktes van die stukjes: (1) 3 × 2 : 2 = 3 (2) 3 × 3 : 2 = 4½ (3) 1 × 2 : 2 = 1 (4) 1 × 3 : 2 = 1½ Tel de antwoorden bij elkaar op: 3 + 4½ + 1 + 1½ = 10 Bereken de oppervlakte van de lijst 5 × 4 = 20 Trek de oppervlakte van de witte stukjes af van de oppervlakte van de hele lijst: 20 – 10 = 10 cm² Conclusie: oppervlakte driehoek is 10 cm² Figuur 1 1 2 10 cm² 4 3

Uitwerking figuur 2 2 1 3 11½ cm² Lijst de figuur in Nummer de witte stukjes in de lijst Bereken de oppervlaktes van die stukjes: (1) 4 × 3 : 2 = 6 (2) 2 × 5 : 2 = 5 (3) 1 × 5 : 2 = 2½ Tel de antwoorden bij elkaar op: 6 + 5+ 2½ = 13½ Bereken de oppervlakte van de lijst 5 × 5 = 25 Trek de oppervlakte van de witte stukjes af van de oppervlakte van de hele lijst: 25– 13½= 11½ cm² Conclusie: oppervlakte driehoek is 11½ cm² Figuur 2 2 1 11½ cm² 3