“Waar werkt een lokaalanestheticum?” Lokaalanesthetica, neurohistologie en “De weg van het lokaalanestheticum” Han van Reekum
Opbouw lokaalanestheticum Deze groepen vormen de binding met de wand van het kaliumkanaal
“Vreemde eend in de bijt” Articaïne Geen benzeenring Ester-koppeling Amide-koppeling (kan 2 bindingen aangaan) Zwavelatoom
Onverwachte eigenschap… Capsaïcine Nou ja, onverwacht… Benzeenring, 3 staarten, 1 amide-koppeling, “sambàl pedìs”
Neuron
Prikkelgeleiding Depolarisatiesprong over twee of drie insnoeringen Na+ Ka+ Na+ Ka+ Na Ka Na Ka Na Ka Na Ka Na Ka Na Ka Na Ka Na Ka Na Ka Na Ka
Moleculaire opbouw neuriet
Fosfolipide 1 Fosfatidylcholine
Fosfolipide 2 Sfingomyeline
Fosfolipide en Lidocaïne
Kaliumkanaal Fosfaatgroepen met elektrische lading, 4 pijlers, Buitenzijde: rigide ring, “Voltage gating”, Binnenzijde: sluiting door “wring” beweging
Andere koppeling Oxidatieve metabolieten van Prilocaïne “passen” in de haemgroep! Metabolieten van Articaïne “passen” ook! (niet gebruiken bij wondinfusie!)
Werking lokaalanestheticum pKa: oplosbaarheid in water door ionisatie lipofiel: passage door dubbele fosfolipide laag Eiwitbinding: binding aan kanaaleiwit aan de binnenzijde
“LokaalanestheticumDo”