UITWERKINGEN TOEPASSINGEN DRAADTANG 24cm 1,5cm De draad bij punt B kun je doorknippen met een kracht van 300N. Bereken de kracht die jij in punt A moet uitoefenen om de draad door te knippen A B UITWERKINGEN TOEPASSINGEN 24cm 1,5cm Fspier ML = MR Fdraad Fspier x r = Fdraad x r Fspier x 24 = 300 x 1,5 F spier= 18,75 N KRUIWAGEN 76cm 24cm In punt B ligt een massa van 150 kg. Bereken welke spierkracht je in punt A minstens uitoefenen om de kruiwagen in evenwicht te houden. Bereken ook de reactiekracht in het draaipunt. A B Fspier 100cm 24cm FB ML = MR F spier x r = F B x r FREACTIE= 1140 N (omhoog) F spier x 100 = 1500 x 24 F spier = 360 N

FZ balk x r = FZ contragewicht x r NOTEKRAKER B 3,5 cm 10 cm FNOOT 3,5 cm A 13,5 cm Fspier ML = MR FNOOT x r = FSPIER x r Een walnoot wordt “gekraakt” als je een kracht van 30N bij punt B uitoefent. Welke kracht ontstaat er in punt A, waardoor de noot gekraakt wordt? Bereken ook de reactiekracht in het draaipunt. FREACTIE= 85,7 N (omlaag) FNOOT x 3,5 = 30 x 13,5 F NOOT = 115,7 N slagboom m = 20 kg 0,4 m 4 m Bereken de massa van het “contragewicht”, zodat de slagboom in evenwicht is. 2 m 0,2 m FZ balk Fz contragewicht ML = MR FZ balk x r = FZ contragewicht x r 200 x 2 = FZ contragewicht x 0,2 FZ contragewicht = 2000 N mcontragewicht = 200 kg

MOBIEL (massa touwtjes en stangetjes worden verwaarloosd) BANK OPTILLEN 2,50 m 0,20 m Welke kracht moet de persoon uitoefenen, om bovenstaande bank (m = 30 kg) op te tillen. Fspier 2,70 m 1,25 m ML = MR Fz bank Fspier x r = Fz bank x r Fspier x 2,7 = 300 x 1,25 Fspier = 138,89 N MOBIEL (massa touwtjes en stangetjes worden verwaarloosd) Bij deze opgave werk ik met g in plaats van Newton. Als (F x r ) links = (F x r ) rechts dan is (m x r ) links = (m x r ) rechts 8 5 4 6 mB x 4 = 6 x 10g mB = 15g samen is dit 25g aan het rechteruiteinde A B 10 g Bereken de massa van visje A en B zodat het mobiel in evenwicht is mA x 8 = 5 x 25 mA = 15,625 g

Bereken de massa van visje A,B en C zodat het mobiel in evenwicht is 7 3 mC x 2 = 4 x 10g mC = 20g 2 3 2 4 samen is dit 30g aan het rechteruiteinde mA+B x 7 = 3 x 30 mA+B = 12,86 g A B C 10 g mA en mB verdelen in verhouding 2 staat tot 3 Bereken de massa van visje A,B en C zodat het mobiel in evenwicht is mA = 3/5 x 12,86 = 7,72 g mB = 2/5 x 12,86 = 5,14 g