Marjolein Willemse l.m.willemse@maartens.nl Postvakje in oost Dinsdag, woensdag en donderdag.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Natuur- weten-schappen
Advertisements

Van cel tot DNA Interactieve quiz.
Diffusie, osmose en plasmolyse.
Examentraining Biologie
5 Plantaardige en dierlijke cellen
Stoffentransport tussen cellen en hun omgeving
Osmose bij planten Turgor en plasmolyse.
Cellen en weefsels.
Animatie Turgor en plasmolyse.
De wondere wereld van de cel
Passief en actief transport
Basisstof 5: Groei bij de mens
Thema 1. Inleiding in de biologie.
STOFUITWISSELING TUSSEN CELLEN EN HUN OMGEVING
Bloedvatenstelsel 5Havo.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Thema 2 Cellen § 2.4 Opname en afgifte van stoffen tussen cellen en het uit- of inwendig milieu.
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Eisen werkstuk: Kaft met titel Inhoudsopgave Inleiding Bronnenlijst
Verbranding en Ademhaling
THEMA 2 CELLEN BIOLOGIE DIGITAAL
THEMA 2 CELLEN Basisstof 1: Weefselonderzoek
B. Stof 2 Zelf cellen bekijken B
Hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Alles werkt.
Les: 1 Organen en Weefsels
Bouwstenen van het leven
Inleiding in de biologie
Thema 2 PLANTEN Basisstof 1 -De levenscyclus van een plant
Thema cellen Processen
HAVO 4 Thema 1: Inleiding in de biologie Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO A.
Hoofdstuk 2 De cel.
Hoofdstuk 4 Transport in cellen
Mw. Sloot (SLT) en Margo Franssen (MF1)
Thema 1 Basisstof 2 tekenen
Thema 3 Organen en cellen
Basisstof 1: Organen en weefsels
Osmose, turgor en plasmolyse bij planten
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Basisstof 6: Niveaus in de biologie
Verschillen tussen plantencellen en dierlijke cellen
Weefsels. Levenscyclus van een kikker spijsverteringsstelsel ademhalingsstelsel bloedvatenstelsel.
Biologie.
Biolgie voor Jou. VMBO-BK.
BIOLOGIE Thema 3 in beeld.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Organellen in de cel Submicroscopische bouw van de cel.
Biologie.
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Welkom.
Welkom.
Organen en cellen Thema 1.
Thema 1 Cellen en Organen
Cellen Bouwstenen van het leven
Thema 1 Cellen en Organen
Wat is Biologie? Basisstof 5: Groei
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Dierlijke cel 1=lysosoom; 2=celmembraan; 3=mitochondrium; 4=endoplasmatisc reticulum (ER); 5=cytoplasma; 6=kernmembraan; 7=kernporie; 8=kern; 9=kernlichaampje;
Cellen zijn zo klein dat je ze alleen met de microscoop kunt zien
Rond je cellen (BS 9.5).
dierlijke cel en een plantaardige cel
Eerste eigenschap van de microscoop:
Organen en cellen.
Plastiden Thema 3 BS 7.
Thema 1. Inleiding in de biologie.
Transcript van de presentatie:

Marjolein Willemse l.m.willemse@maartens.nl Postvakje in oost Dinsdag, woensdag en donderdag

Wat heb je nodig Biologie voor jou havo 4 Werkboek havo 4 Antwoordenboek havo 4 Schrift of map Agenda

PTA

Opdracht Blader het boek door en schrijf op Welke onderdelen zijn herhaling? Welke onderdelen zijn nieuw? Welk onderdeel/ welke onderdelen lijken je moeilijk

Inleiding in de biologie Thema 1

Wat is biologie? Biologie is overal Studie naar organismen

Levensverschijnselen Stofwisseling Groei en ontwikkeling Voortplanting …

Levensverschijnselen Stofwisseling Groei en ontwikkeling Voortplanting Ademhalen Voeden Uitscheiden Bewegen Waarnemen

Levend Dood Levenloos Vertoond alle levensverschijnselen Vertoond geen levensverschijnselen meer Levenloos Heeft nooit levensverschijnselen vertoond

Maken opdracht 1

Natuurwetenschappelijk onderzoek Observatie Probleemstelling Hypothesevorming Experimentele fase Resultaten Conclusie/discussie

Observatie Waarneming/ verwondering Wat zie je? Wat neem je waar? Hoe kan dat?

Probleemstelling Vraagstelling Algemene vraag waarmee je de waarneming wilt verklaren

Hypothesevorming Een voorlopig antwoord op je vraag Onderbouwing Is niet goed of fout

Experimentele fase Onderzoeksvraag Verwachting Experiment Nauwkeuriger Mbv hypothese Als …, dan … Experiment Een factor (variabele) is anders Experimenteer groep en controle groep

Resultaten Meetgegevens Beschrijving van de gegevens Tabel, grafiek etc.

Conclusie en discussie Vergelijking resultaten met verwachting Komt overeen: hypothese is juist Komt niet overeen: hypothese is onjuist Kritisch kijken naar resultaten Onverwachte resultaten verklaarbaar Proefopzet Andere invloed

(1) Niko heeft een aquarium met een salamander en kikkervisjes (1) Niko heeft een aquarium met een salamander en kikkervisjes. (2) Hij ziet hoe de salamander een kikkervisje vangt en opeet. (3) Hij ziet ook hoe de salamander tussen de kikkervisjes door kruipt zonder er een te pakken. (4) Waardoor kruipt de salamander het ene kikkervisje voorbij en eet hij het andere op? (5) Niko denkt dat de salamander alleen de bewegende kikkervisjes opeet. (6) Om dat te testen doet hij een levendig kikkervisje in een reageerbuis met water en doet hij een verdoofd kikkervisje in een andere reageerbuis met water. (7) Beide buizen houdt hij om de beurt voor de salamander. (8) De salamander hapt alleen naar het bewegende kikkervisje. (9) De salamander eet dus inderdaad alleen de bewegende kikkervisjes. (10) Niko vraagt zich nu wel af hoeveel een salamander onder water kan zien en of een salamander kan ruiken.

Opdracht Schrijf de verschillende stappen van het wetenschappelijk onderzoek.

Observatie Probleemstelling Hypothesevorming Experimentele fase Hij ziet hoe de salamander een kikkervisje vangt en opeet. Hij ziet ook hoe de salamander tussen de kikkervisjes door kruipt zonder er een te pakken. Probleemstelling 4 Waardoor kruipt de salamander het ene kikkervisje voorbij en eet hij het andere op? Hypothesevorming 5 Niko denkt dat de salamander alleen de bewegende kikkervisjes opeet. Experimentele fase 6 en 7 Om dat te testen doet hij een levendig kikkervisje in een reageerbuis met water en doet hij een verdoofd kikkervisje in een andere reageerbuis met water. Beide buizen houdt hij om de beurt voor de salamander. Resultaten 8 De salamander hapt alleen naar het bewegende kikkervisje. Conclusie/discussie 9 De salamander eet dus inderdaad alleen de bewegende kikkervisjes.

Huiswerk Opdracht 3 en 4 Een simpel wetenschappelijk onderzoek

Organen, cellen en weefsels Wat is een orgaan? Een combinatie van weefsels die samen één functie uitvoeren. Uit boek: een deel van een organisme met een of meer functies Wat is een orgaanstelsel? Een groep van samenwerkende organen

Orgaanstelsel Functie Hart- en bloedvatenstelsel Opnemen en afgeven van zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen en koolstofdioxide (Spijs)verterings- stelsel Vertering van voedingsstoffen en opname van voedingsstoffen Ademhalings-stelsel Opnemen van zuurstof uit de lucht en afgeven van CO2 aan de lucht Zenuwstelsel Doorgeven van signalen van binnen en buiten, geven van opdrachten aan spieren en interpreteren van binnengekomen signalen Hormoonstelsel Uitscheiden van hormonen Beenderstelsel Stevigheid en beweging Spierstelsel Beweging Urinestelsel (uitscheidings-) Uitscheiding van vloeistof, met daarin afvalstoffen Lymfevatenstelsel Afweersysteem, vervoeren van witte bloedcellen en antistoffen Voortplantings-stelsel Voortplanten

Plantaardige en dierlijke cellen Organel: een deel van een cel met een eigen functie

Plantaardige cel Plastide: korrels in plantencel Ontstaat uit proplastide Chloroplast Bladgroenkorrel: fotosynthese Chromoplast Kleurstofkorrel: gele en of rode kleur (pigment) Amyloplast Zetmeelkorrel: opslag zetmeel Leukoplast Kan elke plastide worden

Microscopie

Werken met de microscoop De belangrijkste dingen (zie verder blz 14) Wees voorzichtig! Gebruik de grote schroef/ grove stelknop alleen bij de kleinste objectief Bij grotere objectieven alleen de kleine schroef/ fijne stelknop Gebruik diafragma voor beter beeld

Tekeningen maken Maakt grote tekeningen Gebruik een HB-potlood Teken strakke lijnen Niet schetsen of arceren

Teken wat je ziet, niet wat je moet zien Benoem de onderdelen Ontbreekt er iets, maak hiervan een notitie Benoem de onderdelen Gebruik rechte lijnen Noteer de juiste gegevens Rechts: naam, klas, datum Links: titel, schematisch/ natuurgetrouw, dwars-/lengtedoorsnede/ buitenaanzicht

Opdracht Maak een schematische tekening Maak een natuurgetrouwe tekening Benoem de volgende onderdelen (wanneer aanwezig) Top (apex) Naad (sutuur) Groeilijn Spil (columella) Mondopening Mondrand Sifokanaal

Preparaat Preparaat maken

Stoffentransport tussen cellen en hun omgeving Concentratie (bij vloeistoffen) Hoeveelheid opgeloste stof per volume-eenheid Gram per liter (g/L) Milligram per kubieke meter (mg/m3) Volumeprocent Massaprocent Parts per million (ppm) Druk (bij gassen) Hoeveelheid gasmoleculen die per tijdseenheid tegen de wand botsen Kilopascal/ pascal (kPa/ Pa)

Oefenen Pekel heeft een zoutconcentratie van 5 %. Bereken hoeveel keukenzout er in 300 g van deze pekel zit. 15 gram In 600 g zeewater zit 15 g opgelost keukenzout. Bereken de zoutconcentratie in dat water in procenten. 2,5%

Diffusie Verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie Gas Vloeistof Diffusiesnelheid De diffusie van een stof per tijdseenheid

Osmose Verplaatsing van een hoge concentratie water door een semi-permeabel membraan naar een lage concentratie water Osmotische waarde Aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid Semi-permeabel Halfdoorlatend Alleen water

Osmose

Filmpjes Diffusie en osmose Osmose in de cel DeBiologieLeraar NGbiologie

Osmose bij planten Belangrijk bij stevigheid planten Dus … Celwand: permeabel Celmembraan: semi-permeabel Vacuolemembraan: semi-permeabel Dus … Celwand laat ‘alles’ door Cel- en vacuolemembraan alleen water

Osmotische waarde Turgor Celwand lager dan cel Dus .. Water stroom door osmose de cel in Volume in cel groter  cel drukt tegen celwand Turgor

Osmotische waarde Plasmolyse Celwand hoger dan cel Dus .. Water stroom door osmose de cel uit Volume in cel kleiner  cel laat los van de celwand Plasmolyse

Isotone Hypertone oplossing Osmotische waarde omgevingsvloeistof < osmotische waarde cel Isotone Hypertone oplossing Osmotische waarde omgevingsvloeistof = osmotische waarde cel Hypotone oplossing Osmotische waarde omgevingsvloeistof > osmotische waarde cel

Noteer in welke oplossing de verschillende cellen hebben gelegen Een bepaalde cel wordt achtereenvolgens in drie verschillende keukenzoutoplossingen gelegd en bij dezelfde vergroting getekend (zie de afbeelding). Hierbij blijft de cel levend. In welke figuur heeft de getekende cel de grootste stevigheid? Cel 2 Noteer in welke oplossing de verschillende cellen hebben gelegen 1: hypertoon 2: isotoon 3:hypotoon