Budgetlijn de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een bepaald budget.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Tweedegraads Verbanden
Advertisements

Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal.
niets is zeker, dát is zeker!
Standaard-bewerkingen
havo B Samenvatting Hoofdstuk 6
2/3 betekent; je deelt iets in 3 stukken en jij krijgt er 2 van.
Vandaag.
Hoe sterk reageert de vraag op een prijsverandering
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
Coaching inleiding en consument
Rekenen Cito M5 oefenen.
Rekenen Cito M6 oefenen.
Deze presentatie gaat over:A.D.H.D
Overheidsinterventie 2
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
Vraag 1 Het oude record van Wadoebi op de 100 meter was seconden. Hij verbetert zijn record met 4/100ste seconde. Wat is zijn nieuwe record?
Hoe komen producten tot stand?
komen tot een weloverwogen keuze
Kosten produceren - vervolg
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Regels voor het vermenigvuldigen
Les 9 : MODULE 1 Vakwerken (vervolg)
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Presentatie over tijgers
Naam:linda Mijn hobby:Grad Damen Klik op “Naam”. Vul je naam in .
Naam: lieneke Mijn hobby : scouting Klik op “Naam”. Vul je naam in. Doe hetzelfde met “hobby” Hier kun je een foto / tekening Invoegen.
PLAYBOY Kalender 2006 Dit is wat mannen boeit!.
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
Overheidsinterventie 1
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Overheidsinterventie 3
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Hoofdstuk 6 Grafieken en formules
Vergelijkingen oplossen
ZijActief Koningslust 10 jaar Truusje Trap
Lineaire formules Voorbeelden “non”-voorbeelden.
H2 Lineaire Verbanden.
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
Wat kost 1 hamer?.
Hoeveel ritjes in de botsauto’s
Indifferentiecurve versus budgetlijn

Hoeveelheidsaanpassing II
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Inkoopprijs, verkoopprijs,winst, verlies
1 Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV)
Centrummaten en Boxplot
Algemene Ondernemersvaardigheden
Vandaag.
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Herhaling Hoofdstuk 1.
Regels voor het vermenigvuldigen
1.2 Binnenkomst Nakijken herhaling 1.1 Uitleg 1.2 Lezen 1.2
§1.2 Waar blijft je geld? In deze PowerPoint-presentatie leer je over:
ZijActief Koningslust
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl)
Micro-economie (week 4)
Hoofdstuk 1 Budgetlijn A3b.
Kostprijs & verkoopprijs
Kiezen waar je je geld aan uitgeeft.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Kiezen waar je je geld aan uitgeeft.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Budgetlijn.
Transcript van de presentatie:

Budgetlijn de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een bepaald budget

Een budgetlijn sms’jes belminuten 10 20 30 40 50 60 80 100 Deze budgetlijn laat zien hoeveel belminuten en sms’jes je met je belbundel kunt gebruiken.

Een budgetlijn opstellen Een snoepliefhebber heeft € 25 per maand te besteden aan snoep. Hij houdt van dropjes, die € 1,25 per zakje kosten en van chocolade, die € 2,50 per reep kost. 5 10 15 20 25 2 4 6 8 Wanneer hij zijn hele budget uitgeeft aan drop, kan hij 20 zakjes kopen Wanneer hij zijn hele budget aan chocolade uitgeeft, kan hij 10 repen kopen We kunnen nu de assen verdelen De punten intekenen De budgetlijn tekenen chocolade zakjes drop

De budgetlijn in formule Een snoepliefhebber heeft € 25 per maand te besteden aan snoep. Hij houdt van dropjes, die € 1,25 per zakje kosten en van chocolade, die € 2,50 per reep kost. Budget = (bedrag drop) + (bedrag choco) chocolade (C) zakjes drop (D) 5 10 15 20 25 2 4 6 8 Budget = (prijs x aantal) + (prijs x aantal) € 25 = (€1,25 x D) + (€2,50 x C) 25 = 1,25D + 2,5C -1,25D = 2,5C - 25 D = -2C + 20

Prijsveranderingen Onze snoepliefhebber heeft nog steeds € 25 per maand te besteden. De dropjes kosten nog steeds € 1,25 per zakje, maar chocolade wordt duurder, die kost voortaan € 3,13 per reep. Wanneer hij zijn hele budget uitgeeft aan drop, kan hij nog steeds 20 zakjes kopen Wanneer hij zijn hele budget aan chocolade uitgeeft, kan hij nog maar 8 repen kopen We kunnen nu de budgetlijn tekenen De HELLING van de budgetlijn verandert bij een prijsverandering. chocolade (C) zakjes drop (D) 5 10 15 20 25 2 4 6 8

Budgetverandering Onze snoepliefhebber heeft voortaan € 30 per maand te besteden. De dropjes kosten nog steeds € 1,25 per zakje, de chocolade blijft € 3,13 per reep kosten. chocolade (C) zakjes drop (D) 5 10 15 20 25 2 4 6 8 Wanneer hij zijn hele budget uitgeeft aan drop, kan hij 24 zakjes kopen Wanneer hij zijn hele budget aan chocolade uitgeeft, kan hij 9,5 repen kopen We kunnen nu de budgetlijn tekenen De budgetlijn verschuift EVENWIJDIG bij een budgetverandering (t.o.v. 2) 2 1

Opdracht Teken de budgetlijn (boeken op de y-as) Je krijgt een budget van € 180,- CD’s kosten € 15,- Boeken kosten € 11,25 Je geeft je hele budget uit aan boeken en cd’s. cd’s boeken Teken de budgetlijn (boeken op de y-as) Stel de budgetfunctie op

Uitwerking opdracht Budget = (bedrag boeken) +(bedrag cd) Je krijgt een budget van € 180,- CD’s kosten € 15,- Boeken kosten € 11,25 Je geeft je hele budget uit aan boeken en cd’s. 4 8 12 16 20 cd’s boeken Budget = (bedrag boeken) +(bedrag cd) 180 = 11,25B + 15C -11,25B = 15C – 180 B = -1,33C + 16 Hele budget aan boeken: 16 stuks Hele budget aan CD’s: 12 stuks We kunnen nu de budgetlijn tekenen