Het onderdeel grammatica begint op blz. 206

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Het werkwoordelijk gezegde
De samengestelde zin.
Herhaling van hoofdstuk
Zinsontleden Gemaakt door: B & G.
Grammatica hoofdstuk 2 blz 68-69
Uitleg meewerkend voorwerp (mv)
naamwoordelijk gezegde
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
TAALPROBLEMEN ODD ONE OUT.
Taalkunde Grammatica A
Grammar Chapter 6 G 1 De Passive.
Het meewerkend voorwerp (lastige gevallen)
H2 Grammatica zinsdelen
Taalkunde Grammatica A
Taalkunde Grammatica A
Thema 1 Het landje is van ons.
Zinsdelen zijn net puzzelstukken!
Stappenplan ontleden Enkelvoudige zinnen.
het werkwoordelijk gezegde
Het onderwerp ????????????????????.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Grammatica Nederlands
HERHALING ZINSLEER.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
2 VWO Werkwoorden.
Grammatica Blok 1 opdr. 9 De antwoorden.
Uitleg persoonsvorm (pv)
2. Grammatica en spelling
Aan de vis wordt gevraagd waar hij op vakantie geweest is.
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Hoofdstuk 3 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 4 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Woordsoorten Maud Hutten.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
Werkwoorden en tijden van het werkwoord. Spoorboekje Oefening werkwoorden Uitleg werkwoorden Uitleg tijden Oefening tijden Wat gaan we leren? Jullie kunnen.
Werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde en de werkwoorden
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Lijdend Voorwerp Juni 2014.
Werkwoordsvormen, voorzetsels en voegwoorden
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Wat is de infinitief? Van Dale: de onverbogen vorm van het werkwoord
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
persoonsvorm de De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Hoofdstuk 5 Grammatica zinsdelen Meewerkend voorwerp.
lopen, vallen, gamen, nadenken
Werkwoordelijk gezegde en werkwoordelijke uitdrukking
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
De samengestelde zin.
Wedekerend ww en vnw Wederkerig vnw
Het werkwoord (ww) Kenmerken van een werkwoord: Activiteit Sprake van
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
De apen aan de andere kant van het hek kregen vandaag heel wat grappige mensen te zien
lopen, vallen, gamen, nadenken
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
Het gezegde (vraagzin van maken, pv komt vooraan)
BINGO! Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling en voorzetselvoorwerp.
Stappenplan werkwoordspelling
Grammatica: werkwoorden
ZINSDELEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Het onderdeel grammatica begint op blz. 206 1 havo grammatica Het onderdeel grammatica begint op blz. 206

Wij slapen Een werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen: 1K: Nu: Blz. 206 t/m 208: opdr. 1 t/m 3 Een werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen: Als persoonsvorm: Ik slaap Wij slapen

Een werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen: 1K: Nu: Blz. 206 t/m 208: opdr. 1 t/m 3 Een werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen: Als infinitief (heel werkwoord) Ik ga slapen Wij gaan slapen

Een werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen: 1K: Nu: Blz. 206 t/m 208: opdr. 1 t/m 3 Een werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen: Als voltooid deelwoord Ik heb goed geslapen Hij heeft zich verslapen

PV: ben Volt. deelw.: geweest 1K: Nu: Blz. 206 t/m 208: opdr. 1 t/m 3 Ik ben op vakantie naar Texel geweest. PV: ben Volt. deelw.: geweest

Wij zullen die bloemen plukken. PV: zullen Infinitief: plukken 1K: Nu: Blz. 206 t/m 208: opdr. 1 t/m 3 Wij zullen die bloemen plukken. PV: zullen Infinitief: plukken

1K: Nu: Blz. 206 t/m 208: opdr. 1 t/m 3 Werkwoord als PV: Ik bedank hem Werkwoord als volt. deelw.: Ik heb hem bedankt Werkwoord als infinitief: Ik ga hem bedanken

1K: Pak nu voor je: Blz. 208 en 209 Hoe vind je een persoonsvorm? Je kunt de tijdproef en de getalproef toepassen

1K: De PV verandert als het ?? verandert onderwerp Ik repareer de auto Wij repareren de auto

1K: Een werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle ??? in een zin. WERKWOORDEN Ik ga mijn huiswerk vanmiddag maken. WG: ga maken

Zou jij nieuwe schriften voor mij willen kopen? WG: zou willen kopen

1K: pak blz. 210 voor je Het onderwerp: Hoe vind je een ond. in de zin? Stel de vraag: Wie/Wat + gezegde Wat is een gezegde? (blz. 211 bovenaan): Het deel dat zegt wat de handeling is Het deel dat zegt wat er gebeurt

Onderwerp + werkwoordelijk gezegde 1K luistert goed naar mevrouw Hakkert Ond.: Wie/wat + WG Wie luistert? Ond.: 1K

Ond. en WWG 1K luistert goed naar mevrouw Hakkert WWG: welk deel geeft de handeling aan? WWG: luistert

Ond. en WWG 1K gaat nu goed naar de docente luisteren. Wat is het Ond.? 1K Wat is het WWG? gaat luisteren

Ond., PV en WWG 1K gaat nu goed naar de docente luisteren. Als een WWG uit meerdere woorden bestaat (gaat luisteren) is een woord de PV. PV: ??? GAAT

ZINSDELEN Een zin bestaat altijd uit verschillende zinsdelen In elk zinsdeel zit nieuwe informatie 1K geeft de docente iedere dag prachtige bloemen

1K geeft de docente iedere dag prachtige bloemen Wie geeft? 1K Wat geeft (het ond.)? prachtige bloemen Aan wie geeft (het ond. iets)? de docente

1K geeft de docente iedere dag prachtige bloemen Wanneer geeft ‘het ond.’ ‘iets’ ‘aan iemand’? iedere dag De zinsdelen zijn: 1K geeft de docente prachtige bloemen