H 15: Samengestelde interest

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H20:Voorraadwaardering
Advertisements

Procenten Als je deze uitleg stap voor stap volgt, kun je na afloop prima rekenen met procenten Elke keer als je klaar bent met lezen, klik je op een toets.
H5 Financiële Rekenkunde
H3 Wat doe je met je geld Onderscheid tussen verschillende soorten uitgaven, om een goede begroting te kunnen maken Verschillende vormen van sparen en.
Welkom Klik linksonder op de xx knop om te beginnen.
WELKOM BIJ DIT SPEL VOOR HET EERSTE!!! DIT GAAT OVER: + en – tot 20 KLIK OP DE MUIS OM DE SPELREGELS TE LEZEN!!!
Rekenen met procenten Rekenen met procenten.
M3F-MATEN - Tijd en Snelheid
Standaard-bewerkingen
Paulus' eerste brief aan Korinthe (20) 23 januari 2013 Bodegraven.
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
Een volledig voorbeeld
H1 Basis Rekenvaardigheden
H 44: Investeringsselectie
H 14: Enkelvoudige interest
Hoofdstuk 3: Wat doe je met je geld?
H 12: Vreemd vermogen lang
M3F-MATEN - Tijd en Snelheid
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Boxenstelsel.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
Voorbereiding Clubbridge
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
Economie H3b 26 maart  Bespreken SO  Vragen over stof?  Laatste kans op vakhulp.
Hoofdstuk 2: § 2.1: Procenten
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
WISKUNDIGE FORMULES.
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
REKENEN.
Elke 7 seconden een nieuw getal
Lineaire functies Lineaire functie
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Herhaling Examenstof M&O
Woningfinanciering een inleiding
2000 X (1,06) 3 = 2.382; = 1.882; X (1,06) 2 = 2.114,65; 2.114, = 3.114,65 (PER 1/1 2006); 3.114,65 X (1,05) 3 = € 3.605,60.
H 36 (Havo)/H 43 (Vwo): Rentabiliteit
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Pietje heeft op 1 januari 2008 een bedrag van € 400 op een spaarrekening gezet. De rente is 3,5%. Hij laat de rente op de rekening staan. Op 1 januari.
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lezersbijeenkomst Brabants Dagblad 3 juni 2009 Pensioen Akkermans & Partners / Gommer & Partners mr. Theo Gommer MPLA (42)
Samengestelde interest
Gebruik grafische rekenmachine bij M&O via de TVM-solver
Samenvatting hoofdstuk 1
Investeringsselectie
Algemene Ondernemersvaardigheden
Algemene Ondernemersvaardigheden
Voorraadbeheer en bestellen
Goederenverwerking H1 Voorraadadministratie bijhouden Manager Handel.
Voorraadbeheer en bestellen
Voorraadbeheer en bestellen
SPAREN EN LENEN. SPAREN  Enkelvoudige interest ( rente)  Samengestelde interest ( rente)
Domein Verhoudingen 11 Rente van spaartegoeden 2 Rente van spaartegoeden Als je geld op een spaarbankrekening stort en voor langere tijd laat staan,
Interest berekeningen
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
H9: ENKELVOUDIGE INTEREST INTEREST
Transcript van de presentatie:

H 15: Samengestelde interest De berekeningen met samengestelde interest (SI) kennen eigenlijk 2 vormen: • De eindwaarde berekening (En) • De contante waarde berekening (Cw) • Het zijn elkaars tegenovergestelde bewerkingen. • Bij de eindwaarde (En) heb je een bekend beginkapitaal en je wilt weten wat dat kapitaal (in de toekomst) waard is nadat je het een aantal periode heb laten staan op een (spaar)rekening tegen een bepaald percentage SI. Dus vooruit in de tijd. • Formule: En = K x ((1+i)^n) • i = p/100 • K = kapitaal • n = aantal perioden K = bekend En = onbekend

• Voorbeeld: ik zet € 4.000 4 jaar lang op de bank tegen 4% SI/jaar; bereken En • i = p/100………….. in bovenstaand voorbeeld is i dus 4/100 = 0,04 • (1 + i) is dus in bovenstaand voorbeeld 1 + 0,04 = 1,04 • € 4.000 x( (1,04)^4) = € 4.679,43 • Voorbeeld: ik zet € 18.000 38 jaar lang op de bank tegen 5,3% SI/jaar; bereken En • i = p/100………….. in bovenstaand voorbeeld is i dus 5,3/100 = 0,053 • (1 + i) is dus in bovenstaand voorbeeld 1 + 0,053 = 1,053 • € 18.000 x( (1,053)^38) = € 128.100,44 • Voorbeeld: De En moet € 136.000 bedragen. Welk bedrag zet ik 17 jaar lang op de bank tegen 4,7% SI/jaar om dat te bereiken? • i = p/100………….. in bovenstaand voorbeeld is i dus 4,7/100 = 0,047 • (1 + i) is dus in bovenstaand voorbeeld 1 + 0,047 = 1,047 • K x ( (1,047)^17) = € 136.000 • K x 2,18320 = € 136.000 • K = 136.000/2,18320 • K = € 62.293,88

§ 15.3: Contante waarde • Bij de contante waarde (Cw) wil je in de toekomst over een bekend eindbedrag beschikken en wil je weten welk kapitaal je nu op een (spaar)rekening moet zetten, waarbij je dat kapitaal een aantal perioden laat staan tegen een bepaald percentage SI. Dus terug in de tijd. • Formule: Cw = En x 1/((1+i)^n) K = onbekend Cw = bekend • Voorbeeld: Ik wil over 30 jaar een bedrag hebben van € 280.000. Welk bedrag moet ik nu op de bank zetten tegen 2,5% SI/jaar? • 280.000 x 1/((1,025)^30) = € 133.487,95

Het wordt lastiger als het percentage SI niet per jaar geldt maar in een andere tijdseenheid is gegeven. Regel: je past altijd n aan; je komt niet aan p! Voorbeeld: Iemand zet € 14.000 op een spaarrekening tegen 2,8% SI per halfjaar. Bereken de eindwaarde na 1 jaar. Niet doen: 2,8% x 2 = 5,6% per jaar. Wel doen: in 1 jaar zitten 2 halve jaren, dus n krijgt hier de grootte 2. Antwoord is dus: 14.000 x ((1,028)^2) = € 14.794,98

§ 15.4: Gelijkwaardige interestpercentages. Inmiddels weten we dat 2,8% SI per half jaar niet gelijk is aan 5,6% S.I. (2 x 2,8%) Immers: (1,028)^2 = 1,056784. M.a.w. het jaarpercentage waar 2,8% SI per halfjaar mee overeenkomt is 5,6784%. Zo kun je allerlei percentages interest aan elkaar gelijkstellen. Hoe gaat dat in zijn werk? Voorbeeld 1: 1,1% SI per kwartaal = ………….% SI per jaar? P = 1,1%..... i = 0,011 (1+i) = 1 + 0,011 = 1,011 1,011^4 = 1,044731 (^4?... Er zitten immers 4 kwartalen in 1 jaar) 1,044731 – 1 = 0,044731 0,044371 x 100% = 4,4731% Voorbeeld 2: 0,7% SI per maand = ………….% SI per kwartaal P = 0,7%..... i = 0,007 (1+i) = 1 + 0,007 = 1,007 1,007^3 = 1,021147 (^3?... Er zitten immers 3 maanden in 1 kwartaal) 1,021147 – 1 = 0,021147 0,02147144371 x 100% = 2,11473%

Voorbeeld 3: 2,9% SI per halfjaar = ………….% SI per maand? P = 2,9%..... i = 0,029 (1+i) = 1 + 0,029 = 1,029 1,029^(1/6) = 1,0047759 (^(1/6))?... Er zitten immers 6 maanden in een halfjaar) 1,0047769 – 1 = 0,0047759 0,0047759 x 100% = 0,47759% Voorbeeld 4: 2,9% SI per jaar = ………….% SI per week? P = 2,9%..... i = 0,029 (1+i) = 1 + 0,029 = 1,029 1,029^(1/52) = 1,00054991 (^(1/52))?... Er zitten immers 52 weken in een jaar) 1,00054991 – 1 = 0,00054991 0,00054991 x 100% = 0,054991%

Voorbeeld 1: Ik wens een eindkapitaal van € 65.000 over 12 jaar. Daartoe stort ik nu een kapitaal tegen 4,8% SI/jaar. Bereken de grootte van het te storten kapitaal. Voorbeeld 2: Over 24 jaar is een eindkapitaal gewenst van € 184.000; het interestpercentage is 0,9% SI/kwartaal. Bereken de grootte van het beginkapitaal. Voorbeeld 3: Bereken de eindwaarde van een kapitaal, groot € 17.800, dat 13 jaar uitstaat tegen 3,8% SI per jaar. Voorbeeld 4: Op 31-12-2013 wenst iemand een bedrag van € 38.600. Hij stort daarom op 1-1-1990 een kapitaal op de bank. Van 1-1-90 t/m 31-12-2005 geldt er een interestpercentage van 3,6 SI/jaar. Van 1-1-2006 t/m 31-12-2013 geldt een interestpercentage van 1,9% SI/half jaar. Bereken de grootte van het kapitaal. Voorbeeld 5: Iemand stort € 5.900 op een spaarrekening. De eerste 5 jaar ontvangt hij 5,7% SI/jaar. Daarna ontvangt hij de volgende 5,5 jaar 2,3 SI/halfjaar. Tenslotte ontvangt hij over de laatste 3 jaar 0,45% SI/kwartaal. Hoeveel interest heeft hij tijdens de gehele looptijd ontvangen?

Voorbeeld 1: Antwoord: 65.000 x 1/((1,048)^12) = € 37.032,07 Voorbeeld 2: Antwoord: - En = K x (((1 + i) ^n) - 184.000 = K x ((1,009) ^ 96) - 96?... 24 jaar = 24 x 4 kwartalen - K = 184.000/ (1,009 ^96) - K = € 77.851,30 Voorbeeld 3: Antwoord: 17.800 x (1,038)^13) = € 28.905,84 (Dus heb je 29.905,84 – 17.800 = € 11.105,84 interest ontvangen in 13 jaar) Voorbeeld 4: Antwoord: 38.600 x 1/((1,019)^16) = € 28.562,77 x 1/((1,036)^16) = € 16.219,75 Voorbeeld 5: Antwoord: 5.900 x ((1,057) ^5) = 7.784,43 x ((1,023) ^11) = 9.996,75 x ((1,0045) ^12) = 10.550,14. Ontvangen interest dus 10.550,14 – 5.900 = € 4.650,14

Het maken van een tijdlijn is een handig hulpmiddel Het maken van een tijdlijn is een handig hulpmiddel. Het maken van een tijdlijn vraagt niet veel tijd en levert veel op. Doen dus! Hoe maak je een goede tijdlijn? Klik hier.