Thema 2, Voortplanting en ontwikkeling…

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Basisstof 7: Zwangerschap en Geboorte
Advertisements

De voortplantingsorganen
Biologie Voortplanting en ontwikkeling Havo
Hormonale regeling van de voortplanting
Geboorteregeling Anticonceptie: geen bevruchting -Zonder hulpmiddelen
Hormonen Boodschappers in je lichaam.
Hormonale regeling en voortplanting
Voortplanting en Ontwikkeling
Voortplanting en Ontwikkeling
Nieuwe voortplantingstechnieken
Hormonale regeling van de voortplanting
De voortplanting bij de mens
Evolutie en informatieoverdracht
Voortplanting & Ontwikkeling
Voortplanting en ontwikkeling
Embryonale ontwikkeling
Embryonale ontwikkeling
Embryonale ontwikkeling
Embryonale ontwikkeling
Thema 5. Voortplanting B1. Je verandert....
Zwangerschap & Geboorte. Zwangerschap & Geboorte.
Voortplanting & ontwikkeling
Thema 3 Voortplanting.
Menstruatie.
Basisstof 5: Voortplanting
Thema 2: Voortplanting.
Vorige keer….
Menstruatie.
Thema 2: Voortplanting & Ontwikkeling
Thema 4 Het hormoonstelsel
Thema 2: Voortplanting & ontwikkeling
VOORTPLANTING Thema 2.
Bevruchting Coïtus: lwb.p.64 Orgasme Bevruchting.
Menstruatie cyclus.
Thema 3 Seksualiteit & Voortplanting
Hoofdstuk 9 Voortplanting
Voortplanting les 4 Zwangerschap en geboorte. Vandaag  Embryonale ontwikkeling  Ontwikkelingen van de placenta  Verstoorde embryonale ontwikkeling.
Hoofdstuk 9 Paragraaf 2 Zwanger en bevallen. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken paragraaf 2  Maken paragraaf 2.
Ontstaan van nieuw leven
SEKSUALITEIT SEKSUALITEIT SO 1: dia 3 t/m 14 SO 2: dia 15 t/m 21 SO 3: dia 22 t/m 37 SO 4: dia 38 t/m 43.
ZW3 H3 Voortplanting. Geslachtskenmerken: Hieraan kun je zien van welk geslacht iemand is. Primaire geslachtskenmerken: Zijn er al bij de geboorte, bijvoorbeeld.
Thema 2 Voortplanting en ontwikkeling
Seksualiteit.
B. Stof 7 soa’s VEILIG VRIJEN EN Geslachtsziektes
SEKSUALITEIT SO 1: dia 3 t/m 14 SO 2: dia 15 t/m 21
Geboorte regeling Anticonceptie/voorbehoedsmiddelen
De voortplanting bij de mens
8.3 Relaties + Geslachtsdelen
De voortplanting bij de mens
De voortplanting bij de mens
B. Stof 4 Hormonen Basisstof 5 Zwanger
Hormonen & voortplanting
Geslachtsorganen en -hormonen
Voorplanting Puberteit, geslachtsdelen en bevruchting
Thema 2 Voortplanting en ontwikkeling
Paragraaf 1: Je verandert…
Transcript van de presentatie:

Thema 2, Voortplanting en ontwikkeling… Paragraaf 1 Secundaire geslachtkenmerken testosteron Teelballen (testes) in balzak (scrotum) Spermatogenese (Zaadcellen) opslag Bijballen (zuur) vervoer zaadleiders BINAS 86A en 86D Prostaat (basisch) vocht toevoegen Afsluiten blaas In penis, als stijf door zwellichaam Urinebuis In vagina  prikkels eikel urine Ejaculatie (sperma!)

Paragraaf 2 BINAS 86B en 86D progesteron Vanaf geboorte aanwezig Slijm productie oestrogeen Eierstokken (ovaria) Sec. geslachtkenmerken Kleine en grote schaamlip In pubertijd Clitoris (prikkels) Menstruatie rijping eicellen Seks geboorte Vagina BINAS 86B en 86D Eileiders (vervoer) Als bevruchting  ontwikkeling embryo Baarmoeder (uterus)

Paragraaf 3 Primaire geslachtskenmerken jongens: balzak, penis ‘’ ‘’ meisjes: schaamlippen, vagina secundaire geslachtskenmerken jongens: zwaardere stem, zwaardere spieren, baardgroei en haargroei rond de geslachtsorganen, in de oksels en vaak ook op de borst. door testosteron secundaire geslachtskenmerken meisjes: borstontwikkeling, haargroei rond de geslachtsorganen en in de oksels, een wijder bekken en een dikkere onderhuidse vetlaag. Door oestrogenen Hormoonklieren Maken en afgeven hormonen aan bloed Hypofyse Geslachtshormonen (werking voortplantingsorganen) Vrouwen (bij menstruatie): follikelrijping  na 14 dagen ovulatie  na 14 dagen menstruatie. Zie volgende pagina FSH en LH Mannen: zaadcellen o.i.v. FSH en testosteron vormen LH (in cellen Leydig)  testosteron vormen Testosteron zorgt uiteindelijk voor sec. geslkenmerken

Menstruatie periode tot ovulatie  hypofyse BINAS 86 B1 en 86C FSH LH + Bij en na ovulatie… Rijping follikels Wanden follikel - Door remming progesteron sterft gele lichaam en dus ook progesteron waardoor menstruatie optreed FSH LH oestrogenen - - Dikker, geklierder baarmoederslijmvlies Vochtopname follikel nog Openbarsting (ovulatie) rijpe eicel komt vrij Progesteron oestrogenen Na 12 uur geen bevruchting  dood Ontstaan gele lichaam in eierstok uit follikel weefsel Door remming LH en FSH door aangemaakte progesteron sterft dit af menstruatie Progesteron productie stopt

Bij geslachtsgemeenschap Geslachtsgemeenschap (3 dagen voor tot halve dag na ovulatie) Na 3 maanden neemt placenta functie van gele lichaam In eileider Kernen eicel en zaadcel smelten samen (ontstaat zygote) Ontstaat klompje cellen Door embryo en placenta (tot 3 maanden) wordt HCG gevormd Innesteling na 5 tot 7 dagen Instandhouden na remming LH Remmen LH en FSH progesteron Gele lichaam Hierdoor geen nieuwe ovulatie Baarmoederwand dik en klierrijk BINAS 86D en 86E

Paragraaf 4 Verschil mannen vrouwen voortplanting seksualiteit lust Onderhouden relaties erfelijk cultureel Hetero homo Bi Cultuur verandert! Seksueel geweld dwang Hulp bij vertrouwensartsen Aanranding verkrachting Ongewenste intimiteiten Incest, pedofilie

Paragraaf 5 Seksueel overdraagbare aandoeningen = SOA’s Gonorroe (druiper) - slijm,etter uit gesldeel - urineren kan pijn doen veroorzaakt door bacterie Chlamydia - waterige afscheiding uit gesldeel - bloedverlies hieruit veroorzaakt door bacterie Alle geslachtsziekten kunnen (indien tijdig) behandeld en genezen worden. BEHALVE AIDS… Syfilis - een zweertje aan de geslachtsorganen, mond, tong of anus - verlamming - geestelijke achteruitgang veroorzaakt door bacterie Aids – aantasting afweervermogen Besmettingswijze: door het HIV, via het binnenkrijgen van bloed, sperma, vaginaal vocht, voorvocht of moedermelk van een besmette persoon (vooral door geslachtsgemeenschap of doordat meerdere druggebruikers dezelfde spuiten of naalden gebruiken).

Paragraaf 6 Geboorteregeling: een vrouw bepaalt (meestal samen met een man) of zij een kind wil of niet. Anticonceptie: de bevruchting wordt tegengegaan. Periodieke onthouding met temperatuurmeting Erg onbetrouwbaar Coïtus interruptus Erg onbetrouwbaar De ‘pil’ de slijmprop in de baarmoederhals ondoordringbaar Zeer betrouwbaar want geen ovulatie  De pil bevat hormonen Condoom / vrouwencondoom bescherming tegen het overbrengen van ziekteverwekkers (o.a. het HIV Betrouwbaar Sterilisatie Na sterilisatie gaan alle seksuele functies normaal door soms niet meer ongedaan te maken Zeer betrouwbaar Spiraaltje of ankertje voorkomt gedurende een jaar of vijf zwangerschap Spiraaltjes die langzaam hormonen afgeven zijn zeer betrouwbaar Pessarium Alleen betrouwbaar als het is ingesmeerd met een zaaddodend middel

De trofoblast vormt het chorion (het buitenste vruchtvlies) De trofoblast vormt het chorion (het buitenste vruchtvlies). Via uitstulpingen (vlokken) van het chorion in de holten van het baarmoederslijmvlies neemt het embryo zuurstof en voedingsstoffen op Paragraaf 7 In de placenta blijft het bloed van de moeder gescheiden van het bloed van het embryo. Om de vlokken heen bevinden zich bloedruimten in het baarmoederslijmvlies. Door deze bloedruimten stroomt bloed van de moeder. In de vlokken van het chorion bevinden zich bloedvaten van het embryo zygote Klievingdelingen Klompje cellen Uit de embryoblast ontstaan het embryo, de hechtsteel en het amnion (het binnenste vruchtvlies) In de placenta vindt uitwisseling van stoffen plaats door diffusie en actief transport In het klompje cellen bevindt zich de embryoblastDe trofoblast (de buitenste cellaag) beschermt de embryoblast en zorgt voor de innesteling De hechtsteel ontwikkelt zich tot navelstreng Het amnion geeft aan de binnenkant vruchtwater af. Het amnion komt tegen het chorion aan te liggen Na 5 tot 7 dagen innesteling Rond het klompje cellen ontstaan in het baarmoederslijmvlies holten, waar het bloed van de moeder doorheen stroomt De eerste twee maanden van de zwangerschap worden in het embryo alle organen in aanleg gevormd. Vanaf de derde maand wordt het embryo foetus genoemd BINAS 86E

Verstoorde embryonale ontwikkelingen Miskraam of (spontane) abortus: het embryo of de foetus wordt samen met een deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten. 2 zaadcellen + 2 eicellen 1 zaadcel + 1 eicel onvoldoende progesteronproductie of een erfelijke afwijking waardoor het embryo niet levensvatbaar is Uit zygote Klompje cellen 2 klompjes cellen Na splitsing Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: innesteling vindt plaats in een eileider, in de buikholte of in een eierstok 2 klompjes cellen Twee-eiige tweeling meestal een vernauwing van een eileider, bijv. door een ontsteking Eeneiige tweeling vaak ernstige inwendige bloedingen. Het ingenestelde embryo wordt daarom operatief verwijderd Bepaalde ziekteverwekkers of medicijnen kunnen afwijkingen bij het embryo veroorzaken Het rodehondvirus kan bij het embryo blindheid of doofheid veroorzaken Het medicijn DES heeft bij embryo’s een verstoorde ontwikkeling van de geslachtsorganen veroorzaakt.

Paragraaf 8 Bij mannen neemt zowel de hoeveelheid als de kwaliteit van het sperma af. Mogelijke oorzaken: strakke broeken, een zittende levenswijze Bij vrouwen neemt de vruchtbaarheid af, doordat ze op steeds latere leeftijd hun eerste kind willen Bepaalde stoffen in het milieu verminderen de vruchtbaarheid, doordat ze hormoonverstorend werken De voeding en de gezondheidstoestand kunnen van invloed zijn op de vruchtbaarheid Kunstmatige inseminatie (KI)  als de man onvruchtbaar is Bij een vrouw wordt dit sperma ingebracht Dit sperma is verkregen via een spermabank Preïmplantatiediagnostiek (PID): vóór de implantatie wordt aan de hand van één weggenomen cel bekeken, of het embryo bepaalde ernstige, onbehandelbare erfelijke aandoeningen bezit In-vitrofertilisatie (IVF)  als de vrouw onvruchtbaar Van de vrouw worden operatief rijpe eicellen weggehaald In een voedingsmedium vinden bevruchting en de eerste ontwikkeling plaats De grootste kans op een succesvolle zwangerschap wordt bereikt door twee klompjes cellen in de baarmoeder in te brengen (implanteren).

Paragraaf 9 BINAS 86E BINAS 86B, C, D Na +/- 39 weken  geboorte Indaling door weeën Oxytocine uit hypofyse Weeën Ontsluiting slijmprop uitgestoten + opening groter Ontsluiting Uitdrijving Nageboorte (pers)weeën worden heftiger Vliezen breken (deel) vruchwater vloeit weg Kind wordt geboren Als opening groot genoeg kan hoofdje foetus er doorheen Resten placenta en navelstreng worden uitgedreven = zuigeling en afhankelijk van borst of fles voeding Verandering in het bloedvatenstelsel bij geboorte: in longen moet eert zo weinig mogelijk bloed komen dit d.m.v. het ovale venster en de ductus arteriosis. Later wordt in het hart de harttussenwand gevormd en verdwijnt de poortader BINAS 86B, C, D

Paragraaf 10 Levenscyclus van de mens: - BABY (o tot 1,5) : zitten staan lopen reageren op anderen PEUTER (1,5 tot 4) : traplopen, schoppen, met lepel eten en praten - KLEUTER (4 tot 6) : fietsen, klimmen, tekenen, spelen - SCHOOLKIND (6 tot 12) : lezen, schrijven en rekenen PUBER (12 tot 16) : voortplantingsorganen werken en secundaire geslachtskenmerken - ADOLESCENT (16 tot 21) : leert geheel zelfstandig te worden - VOLWASSENE (21 tot 65) : krijgen kinderen - BEJAARDE : krijgen lichamelijke en geestelijke klachten  hulpbehoevend