Kansen berekenen Paaseitjes • We hebben 60 paaseitjes – 30 melk – 20 puur – 10 wit • Dat zijn dus: 10 wit en 50 anders • Marjan pakt 5 paaseitjes. Zonder terugleggen • Wat is de kans dat zij precies twee witte paaseitjes pakt?
• In het rijtje van vijf (de eitjes die zij pakt) moet 2× een W(it) en 3× een A(nder) staan. • Hoeveel van die rijtjes zijn er te maken? – 5 nCr 2 = 10 rijtjes. • WWAAA • WAWAA • WAAWA • WAAAW • AWWAA • AWAWA • AWAAW • AAWWA • AAWAW • AAAWW
• Met een boomdiagram kun je van elk van die rijtjes de kans uitrekenen. • Bijvoorbeeld: het rijtje WWAAA • Kans = • Als je van een van de andere rijtjes de kans uitrekent zie je, dat daar hetzelfde antwoord uit komt! • De kans op twee witte eitjes is dus:
• 10 × = • Om een KANSVERDELING op te stellen moet je ditzelfde doen voor alle mogelijke uitkomsten: – Kans op W=0 (de kans op 0 witte eitjes) – Kans op W=1 – Kans op W=2 – Kans op W=3 – Kans op W=4 – Kans op W=5 • Dat is veel werk…
De Grafische Rekenmachine… • Gelukkig kan dat met de GR een stuk sneller! • Y= • Y1=5 nCr X * 10 nPr X * 50 nPr (5-X) / 60 nPr 5 • TBLSET, TblStart=0, Tbl=1 • TABLE – Hier vind je nu de complete kansverdeling bij deze ‘trekking zonder terugleggen’
• Ga zelf na dat de formule klopt… (en waarom!) • Huiswerk voor volgende les: – Maak de twee opgaven op het stencil