Onderzoek naar bewegingen Als een voorwerp zich beweegt, dan wil dit zeggen dat dit voorwerp zich verplaatst. Om de beweging te bestuderen gaat men kijken waar het voorwerp zich op welk tijdstip bevindt. Voor langzame bewegingen zijn een liniaal/rolmaat en een stopwatch voldoende. v.b. De beweging van een slak tijd (min) afstand(cm) Tijd (min) Afstand (cm) 0,0 2 12,0 4 8 24,0 16 48,0 20 24 54,0 30 63,0
Echter zijn bij veel bewegingen de plaatsveranderingen zo snel, dat je een stopwatch en een liniaal of rolmaat niet kunt gebruiken. v.b. vallende voorwerpen, optrekkende scooter, Slinger, een punt op een ronddraaiende schijf We zullen dus meetinstrumenten moeten gebruiken waarbij je op veel verschillende kort opeenvolgende tijdstippen de positie kan bepalen. I Stroboscoop met fotocamera II Videocamera met computer III Ultrasone plaatssensor met computer IV Lasergun
I Stroboscoop met fotocamera Een stroboscoop is een flitslamp, waarvan je het aantal flitsen per seconde kunt instellen (frequentie). Ze worden ook vaak bij disco’s en concerten gebruikt In combinatie met een camera kan men (snelle) bewegingen bestuderen. Men laat in een verduisterde ruimte het voorwerp bewegen en op de achtergrond plaatst men een liniaal. We stellen de stroboscoop in op een geschikte frequentie (aantal flitsen per seconde) en registreren met een fotocamera, welke een grote sluitertijd heeft, de beweging. Als de frequentie 20 Hz is dan, betekent dit 20 flitsen per seconde. De tijd tussen 2 flitsen is dan 1/20 s = 0.05 s Zo kan men per 0.05 s de positie van de golfbal bepalen
II Videocamera met computer afstand (m) tijd (s) 1.5 m De digitale opname laad je in een speciaal videoprogramma. Je markeert op ieder beeldje een vast punt van het voorwerp. Het programma kan dan plaats aan tijdstip koppelen. Het programma kan dan b.v. een plaats-tijd diagram maken
III Ultrasone plaatssensor met computer Een ultrasone plaatssensor werkt met een geluisbron en een ontvanger. Het geluid wat gemaakt wordt is zo hoog, dat niet hoorbaar voor de mens. (ultrasoon) De geluidsbron produceert kortdurende pulsen welke door het voorwerp teruggekaatst worden. geluidsbron ontvanger De ontvanger (zit bij de geluidsbron) registreert de verstreken tijd tussen het verzenden en het ontvangen. Met behulp van de geluidssnelheid kan dan de afstand tot de zender berekend worden. De tijdsafstand tussen de pulsen is enkele tienden van een seconde. Deze gegevens kunnen door een computer verwerkt worden tot b.v. een plaats-tijd diagram.
IV Lasergun De werking van een lasergun is te vergelijken met de werking van een ultrasone plaatssensor. Echter wordt hier geen geluid, maar infrarood licht gebruikt Hier worden 2 pulsen licht zeer kort achter elkaar gegeven. De ingebouwde computer rekent uit welke 2 afstanden bij de pulsen horen en deelt dit door de tijd tussen de pulsen. De snelheid is binnen enkele seconden gemeten. De geluidssnelheid is “slechts” 3,43102 m.s-1 De lichtsnelheid (infrarood) is 3,00108 m.s-1