Wet van snellius sin = n sin Willebrord Snellius (1580-1626) i = inval r = breking (refractie) n = brekingsindex van vacuüm naar de optisch dichtere stof De breking in lucht is zo gering dat we deze verwaarlozen n = brekingsindex van lucht naar de optisch dichtere stof

Vb 1 Een lichtstraal heeft een hoek van inval van 300, als deze het water (n=1,33) invalt. Bereken de hoek van breking. sin  r = 0,376 sin  i sin  r = n sin  300 sin  r = 1,33 sin  r = sin  300 1,33  r = arcsin 0,376  r = 220 Vb 2 Een lichtstraal heeft een hoek van breking van 150, als deze van lucht naar diamant (n =2,42) gaat. sin i = 0,626 Bereken de hoek van inval. sin  i sin  r = n sin i sin 150 = 2,42 i = arcsin 0,626 sin i = 2,42 x sin 150 i = 38,780 Vb 3 Een lichtstraal heeft een hoek van inval van 400, als deze van lucht naar plexiglas gaat. De brekingshoek is 300. Bereken de brekingsindex van plexiglas. sin  i sin  r = n sin 400 sin 300 = n n = 1,29

Breking van optisch dicht naar optisch minder dicht “ LICHT IS OMKEERBAAR “ i r r i sin i sin r sin i 1 = n = n = sin r sin i sin r n i = inval r = breking (refractie) n = brekingsindex van lucht naar de optisch dichtere stof

grenshoek plexiglas lucht Als de grenshoek bereikt is krijg je geen breking maar terugkaatsing Stel dit is de grenshoek. Wat is dan het verloop van de lichtstraal? plexiglas lucht Bij de grenshoek is de hoek van breking 900 i sin i 1 = r sin 900 n sin i 1 1 = = arcsin i 1 n n

Vb 4 Een lichtstraal heeft een hoek van inval van 300, als deze vanuit het water naar lucht (n=1,33) gaat. sin r = 0,665 Bereken de hoek van breking. r = arcsin 0,665 sin  i sin  r = n sin 300 sin r = 1 1,33 sin r = 1,33 x sin 300 r = 41,70 Vb 5 Een lichtstraal heeft een hoek van inval van 240, als deze vanuit diamant naar lucht (n=2,42) gaat sin r = 0,984 Bereken de hoek van breking. r = arcsin 0,984 sin  i sin  r = n sin 240 sin r = 1 2,42 sin r = 2,42 x sin 240 r = 79,80 Vb 6 Bereken de grenshoek van glas naar lucht (n=1,5) sin i = 0,667 sin  i sin  r = n sin i sin 900 = 1 1,5 sin i 1 = 1,5 i = arcsin 0,667 i = 41,80

Vb 7 a] Bereken de diverse brekingshoeken in de situatie hieronder en teken het gehele verloop van de lichtstraal. lucht 400 8 cm Glas (n=1,5) b] Bereken/bepaal de verschuiving van de uittredende lichtstraal t.o.v. de invallende lichtstraal.

Vb 7 Uitwerking a] 500 lucht 400 8 cm glas 30,70 500 sin Sin 500 = n = 1,5 sin r = 0,511 r = 30,70 sin r sin r

Vb 7 Uitwerking b] 500 lucht glas 8 cm 30,70 500 - 30,70 = 19,30 ? verschuiving 500 - 30,70 = 19,30 ? 8 cm 30,70 9,3 cm verschuiving verschuiving 8 sin 19,30 = cos 30,70 = 9,3 ? verschuiving = 3,1 cm ? = 9,3 cm