Stofwisseling in planten
Gaswisseling blad lucht Fotosynthese vindt vooral plaats in het bladgroen In het blad : ook aerobe dissimilatie van glucose Lucht (CO2) wordt opgenomen door huidmondjes in het Blad diffusie gassen Doorsnede blad luchtholte S ’nachts gaan sluitcellen dicht.
Huidmondjes in een blad ± 20 000/cm² http://www.bioplek.org/animaties/fotosynthese/huidmondjes.html
Hoe worden de glucosemoleculen vervoerd naar de wortels? tussen cellen , kleine afstand : diffusie, osmose en actief transport . Over grote afstand : door stroming, via vaten gegroepeerd in vaatbundels In de stengels In blad : in de nerven Bestaan uit : houtvaten en bastvaten
Vaatbundels : houtvaten en bastvaten Houtvaten bastvaten
Organische en anorganische sapstroom Houtvaten: water en ionen van de wortels naar de stengels en bladeren Organische sapstroom: Bastvaten : water en assimilatieproducten uit bladeren naar alle delen van de plant
Anorganische sapstroom In badcel fotosynthese daarvoor is nodig licht, CO2 en water Voortgezette assimilatie nodig nitraationen en andere mineralen ( magnesium, fosfor, zwavel,…) Bladcel naar andere delen plant Celwanden van plantencel = volledig permeabel Wortelcellen doordrenkt met vocht, opgenomen uit bodem Houtvaten transport naar alle plantendelen Nerven vertakkingen eindigen tussen de plantencellen tegen zwaartekracht in
Hoezo tegen zwaartekracht in? Huidmondjes open Bladeren verdampen water ( en leggen water vast bij fotosynthese) Capillaire werking vaten Aangevuld vanuit de fijne vertakking v.d. houtvaten (cohesiekrachten en adhesiekrachten houtvat - water - water zijn groter dan zwaartekracht)
Anorganische sapstroom
In een esdoorn
Glucose van bladcel naar …? Glucose productie osmotische waarde stijgt omzetting naar zetmeel in blad afgevoerd naar andere plantendelen S’nachts : zetmeel omgezet in sacharose en vervoerd naar andere delen van de plant actieve opname van sacharose Weer omzetting naar glucose of omzetting in andere stoffen o.a. reservestoffen dissimilatie van glucose
Organische sapstroom
Opslag assimilatieproducten 1. Koolhydraten Kleine hoeveelheid reservestof : bladcel , andere cellen vacuole-vocht ( glucose, fructose, sacharose) Grote hoeveelheid reservestof: verdikte delen Tweejarige planten : onder grond Overblijvende planten : de ondergrondse delen overwinteren Zaden : zetmeelkorrels of oliën Vruchten: glucose en fructose Wortels suikerbiet ; Wortels en stengels van suikerriet: sacharose
Opslag assimilatieproducten 1. koolhydraten 2. vetten : druppels in het cytoplasma Zaden van koolzaad, vlas, zonnebloem, noten Eiwitten : vacuolevocht Aleuronkorrels in het cytoplasma in peulvruchten en granen
Intensiteit van de fotosynthese Intensiteit van de fotosynthese: snelheid waarmee glucose wordt gevormd en zuurstof vrijkomt Afhankelijk van het licht beschikbare CO2 Water De temperatuur de hoeveelheid bladgroen De factor die het minst gunstig is bepaalt de intensiteit van de fotosynthese de beperkende factor
Beperkende factor aërobe dissimilatie Milieufactoren : temperatuur hoeveelheid zuurstof beperken de intensiteit van de aërobe dissimilatie meten Intensiteit fotosynthese? totale som is netto fotosynthese
Wat is er allemaal gebeurd in de plant om dit te verkrijgen?