Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Advertisements

Gerund = WW. gebruikt als zelfstandig Nw.
1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
Conditional Clauses If-zinnen.
You do remember, don’t you?
Past Simple – Past Continuous
Stepping Stones II Chapter 6 Grammar.
The English Tenses Alles op een rijtje.
The Passive De lijdende vorm in het Engels, lastiger, en helaas meer gebruikt dan in het Nederlands.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Instructie grammatica
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 1 HD 1.1 t/m 1.8.
Grammatica Unit 6 HD 6.1 t/m 6.7.
Present simple Unit 1, lesson 1. Jij loopt elke dag naar school. You walk to school every day. Duncan loopt elke dag naar school. Duncan walks to school.
Simple Past (o.v.t.).
Everything you need to know for your test in the test week!
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
Present Simple – Present Continuous
Grammar Unit 1.
Present simple & continuous
Word Order. Wie?DoetWat? wie?Waar?Wanneer? onderwerpWerkwoord(en)Meewerkend Lijdend voorwerp PlaatsbepalingTijdsbepaling SheGaveHim a kissIn the shoolyard.
Simple en continuous tenses Met of zonder –ing. Alle tijden kun je in het Engels met of zonder –ing-form maken: I sleep… I slept… I had slept… I will sleep…
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Een andere soort verleden tijd...
Lesson 9.
Lesson 3 PPTs komen op: Extra English Lesson 3 PPTs komen op:
Lesson 2 PPTs komen op: Extra English Lesson 2 PPTs komen op:
Extra English Lesson 9 - recap.
Herhaling hoofdstuk 3 A. Wat is de Past Simple?
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
The Past Simple Iets is gebeurd in het verleden & nu afgelopen
Last week I forgot my keys.
Definities: Present Simple en Past Simple
Past Simple (verleden tijd)
Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Grammar 4.1: Present Simple
Plaats van always (altijd), usually (meestal), often (vaak), normally(normaal gesproken), never (nooit) Bijwoorden als always, usually, often, normally.
Grammar 4.2 Will, shall & to be going to
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
past simple en present perfect
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Present Simple & Present Continuous
Grammar Unit 5 HD 5.1 t/m 5.9.
De aktieve tijd Nehalennia VMBO 2 M. Jeras.  I sit in the classroom  Of:  I am sitting in the classroom.
Present Simple Tegenwoordige Tijd.
Allesvoorengels.nl. 1. Hoe maak je vragen in de Past Simple? 2. Oefeningen 3. Samenvatting allesvoorengels.nl.
Present Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Future Tenses by Nathalie French ©. Just like in Dutch, we can talk about things that take place in the present, the past or the future
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Present Simple >< Present Continuous
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen de werkwoorden (to) be en can? 2. Hoe maak je korte antwoorden met (to) be en can? 3. Oefeningen allesvoorengels.nl.
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Present continuous De tegenwoordige tijd met –ing vorm.
Present Simple (t.t.) allesvoorengels.nl.
This is my brother. He lives in London.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Past Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Past simple vs Past continuous
Grammar in a Nutshell Skills 1.
Present Perfect allesvoorengels.nl.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Present Perfect Wat is de present perfect?
Hoe maak je zinnen vragend in het Engels.
Present Simple vs Present Continuous
Transcript van de presentatie:

Voorbeeld: I walk He walks You walk She walks Present Simple: Bij een gewoonte of een feit. Simpel: Hele werkwoord SHIT-regel: He/She/It krijgt een +S Signaalwoorden: Always, never, usually Every week, Every day

Voorbeeld: I am talking. Present Continuous Als iets nu bezig is / gebeurt Hoe maak je de Present Continuous? Onderwerp + vorm van be + werkwoord + ing I You He She It We They Signaalwoorden: Now At the moment Vorm van BE (am / is / are) werkwoord + ING Voorbeeld: I am talking. He is laughing

Maak van deze werkwoorden de Present Continuous. Gebruik wat je net hebt opgeschreven als handleiding. NL: “Aan het…..” I (talk) to you right now! He (look) at the camera now. We (laugh) now because the teacher is so funny?????? They (brush) their teeth right now. Bah. It (rain) outside . She (sleep) at the moment. I am talking He is looking We are laughing. They are brushing. It is raining She is sleeping

Wanneer gebruik je het: Naam: Present Simple Wanneer gebruik je het: Bij gewoonte/feit Als iets snel gebeurt Hoe ziet het eruit: Werkwoord of werkwoord + s Keywords: always, never, usually, every week Naam: Present Continuous Wanneer gebruik je het? Als iets nu bezig is/gebeurt Hoe ziet het eruit? vorm van be (am/is/are) + werkwoord + ing Keywords: Now, at the moment

Er staan nog meer oefeningen online (onderaan hoofdstuk 4.) Je moet uiteindelijk zelf kunnen kiezen of je de Present Simple of de Present Continuous moet gebruiken. He sleeps/is sleeping now. They always walk/are walking to school. She never eat/eats/is eating breakfast. He almost always smile/smiles/is smiling. Er staan nog meer oefeningen online (onderaan hoofdstuk 4.)